Download Print deze pagina

Hyundai Santa FE 2019 Instructieboekje pagina 501

Advertenties

Beperkingen van het systeem
De bestuurder dient in onderstaande
situaties voorzichtig te zijn omdat het
systeem
onder
omstandigheden andere voertuigen
of objecten mogelijk niet signaleert.
• Er
hangt
een
aanhanger
fietsendrager achter de auto.
• De auto rijdt in slecht weer, zoals
hevige regen of sneeuw.
• De sensor is bedekt met water,
sneeuw, modder, enz.
• De achterbumper waar de sensor
is geplaatst, wordt bedekt door een
object, zoals een bumpersticker,
een
bumperbeschermer,
fietsendrager, enz.
• De achterbumper is beschadigd of
de sensor bevindt zich niet meer in
zijn oorspronkelijke positie.
• De voertuighoogte is lager of
hoger dan normaal door zware
lading in de bagageruimte, een
abnormale bandenspanning, enz.
• De
temperatuur
achterbumper is (te) hoog.
• De sensoren worden geblokkeerd
door andere voertuigen, wanden of
pilaren rond de parkeerplaats.
• De auto rijdt op een bochtige weg.
bepaalde
• Het wegdek (of de naastliggende
grond)
bevat
hoeveelheid
of
componenten (bij. vanwege een
metroconstructie).
• Er bevindt zich een vast voorwerp
in de buurt van de auto, zoals een
vangrail.
• Tijdens het op- of afrijden van een
steile weg waar de hoogte van de
rijstroken verschillend is.
• Wanneer er op een smalle weg
een
wordt gereden die overwoekerd is
door bomen of gras.
• Er wordt op het platteland gereden
waar de sensor gedurende een
langere
voertuig signaleert.
• Er wordt gereden op een nat
wegdek.
• Er wordt gereden op een weg waar
van
de
de vangrail of de muur dubbel is
uitgevoerd.
een
abnormale
metalen
periode
geen
ander
• Er is een groot voertuig in de buurt,
zoals een bus of vrachtwagen.
• Als het andere voertuig zeer dicht
nadert.
• Als het andere voertuig met zeer
hoge snelheid passeert.
• Tijdens het wisselen van rijstrook.
• Als uw auto gelijktijdig weggereden
is met de auto naast u en
geaccelereerd heeft.
• Als
het
voertuig
naastliggende
rijstrook
rijstrook opschuift ten opzichte van
u OF als het voertuig op de tweede
rijstrook naast u opschuift naar de
naastliggende rijstrook.
• Er is een (motor)fiets in de buurt.
• Er
bevindt
zich
een
aanhanger in de buurt.
• Als er zich kleine objecten binnen
het detectiebereik bevinden, zoals
een
winkelwagen
wandelwagen.
• Bij een auto met een geringe
hoogte, zoals een sportauto.
op
de
één
5
platte
of
een
5-127

Advertenties

loading