Kenmerken van uw auto
■ Rechterzijde
■ Linkerzijde
- Achteruit inparkeren
- Achteruit inparkeren
■ Linkerzijde
■ Rechterzijde
- Wegrijden na
- Wegrijden na
fileparkeren
fileparkeren
3-164
Gevallen waarbij het systeem
niet werkt
Gebruik het Parking Assist-systeem
nooit
onder
omstandigheden.
• Wanneer de parkeerplaats niet
recht is
• Op een helling
• Wanneer u lading vervoert die
buiten de auto steekt
OTM048444L
• Bij schuin inparkeren
• Wanneer het hevig sneeuwt of
regent
• Naast een ronde of smalle paal of
een paal waar omheen objecten
zoals een brandblusser, enz.
staan.
• De positie van de sensor is onjuist
als gevolg van een aanrijding
• Op een hobbelige weg
• Wanneer de auto is uitgerust met
OTM048445L
sneeuwkettingen
reservewiel
• Bij een te lage of te hoge
bandenspanning
• Wanneer
aangekoppeld
de
onderstaande
of
een
een
aanhanger
is
• Op gladde of oneffen wegen
• Als er grote voertuigen, zoals een
bus
of
vrachtwagen,
parkeerplaats staan
• Als de sensor is bedekt met vuil,
zoals sneeuw of water
• Als er een motorfiets of fiets op de
parkeerplaats staat
• Er staat een obstakel, zoals een
vuilnisbak, fiets, winkelwagentje,
enz. in de buurt.
• Bij storm
• Als er banden met een onjuiste
maat
onder
de
auto
gemonteerd
• Als de wielen niet goed zijn
uitgelijnd
• De auto helt sterk over naar één
zijde
• W a a r s c h u w i n g s l a m p j e
elektronische stuurbekrachtiging
(EPS) brandt.
• Storing in afstandssensoren voor
of achter of werking onjuist.
(Zie "Parking Distance Warning-
systeem" in hoofdstuk 3.)
op
de
zijn