Automatische verwarming en
airconditioning
Het automatisch verwarmings- en
ventilatiesysteem wordt bediend
door de gewenste temperatuur in te
stellen.
1. Druk op toets AUTO. (3)
De te gebruiken uitstroomopenin-
gen,
de
aanjagersnelheid,
luchtinlaat en de airconditioning
worden automatisch geregeld op
basis van de gekozen temperatuur.
2. Draai de temperatuurregelknop (1,
2) om de gewenste temperatuur in
te stellen. Wanneer de laagst
mogelijke
temperatuur
ingesteld, zal de airconditioning
continu blijven werken. Stel, zodra
het
interieur
voldoende
afgekoeld, de knop indien mogelijk
in op een hogere temperatuur.
Druk op een van de volgende
toetsen om de automatische werking
uit te schakelen:
- Luchtcirculatietoets
- Toets voorruitontwaseming (Druk
de toets nogmaals in om de
voorruitontwasemingsfunctie
deselecteren. Het teken AUTO
wordt
nogmaals
de
informatiescherm weergegeven.)
- Aanjagertoets
De geselecteerde functie wordt
handmatig bediend terwijl de
andere
functies
werken.
wordt
Voor uw gemak en om de effectiviteit
van
het
verwarmings-
ventilatiesysteem te verbeteren, kunt
is
u de toets AUTO gebruiken en de
temperatuur instellen op 23°C.
te
op
het
i
Informatie
automatisch
Plaats nooit iets in de buurt van de
sensor, zodat een optimale werking
van
het
en
conditioningssysteem gegarandeerd
blijft.
Handmatig bediende
verwarming en airconditioning
Het verwarmings- en airconditio-
ningssysteem
worden geregeld met andere toetsen
dan de toets AUTO. In deze stand
werkt het systeem sequentieel,
afhankelijk van de gekozen toetsen.
OTM048315
verwarmings-
en
air-
kan
handmatig
3-195
3