AANWIJZING
• Houd
de
temperatuurmeter
nauwlettend
in
de
wanneer
de
airconditioning
wordt gebruikt als u lange
hellingen oprijdt of als u in druk
verkeer
rijdt
bij
buitentemperaturen. Door het
gebruik
van
airconditioningssysteem kan de
motor oververhit raken. Blijf de
aanjager gebruiken en schakel
het airconditioningsysteem uit
wanneer de temperatuurmeter
aangeeft dat de motor oververhit
raakt.
• Bij het openen van de ruiten bij
vochtig
weer
kan
airconditioning druppelvorming
in het interieur veroorzaken.
Omdat te veel vocht in het
interieur schade aan elektrische
componenten kan veroorzaken,
mag de airconditioning alleen
worden gebruikt als de ruiten
gesloten zijn.
Aanwijzingen voor gebruik
airconditioning
• Open de ruiten een tijdje wanneer
gaten
de auto tijdens warm weer in de
volle zon geparkeerd is geweest,
zodat de warme lucht naar buiten
kan.
hoge
• Nadat het interieur voldoende is
gekoeld, schakelt u vanuit de stand
het
RECIRCULATIE terug naar de
stand BUITENLUCHT.
• Om het beslaan van de ruiten
tijdens regenachtige of vochtige
dagen te verminderen, kunt u de
vochtigheidsgraad in het interieur
terugbrengen
airconditioning in te schakelen
terwijl de ruiten en het schuifdak
de
gesloten zijn.
• Schakel de airconditioning iedere
maand enkele minuten in om het
systeem in een optimale staat te
houden.
• Als u de airconditioning overmatig
gebruikt, kan door het tempe-
ratuurverschil tussen de buiten-
lucht en de voorruit de voorruit
plotseling beslaan, waardoor het
zicht wegvalt. Zet in dat geval de
luchtcirculatietoets in de stand
(
) en de aanjagerknop op de
laagste stand.
door
de
3
3-191