7. Als er zich een object op de
parkeerplaats bevindt
OTM048066
Obstakels zoals een pilaar
kunnen het systeem hinderen
als het op zoek is naar een
parkeerplaats.
Het systeem vindt mogelijk
geen parkeerplaats terwijl deze
wel beschikbaar is.
8. Verlaten
van
parkeerplaats naast een muur
OTM048062
Als u een smalle parkeerplaats
in de buurt van een muur
verlaat,
functioneert
systeem mogelijk niet goed. De
bestuurder moet oppassen voor
obstakels
als
hij
parkeerplaats
verlaat
vergelijkbaar
is
bovenstaande afbeelding.
Hoe het systeem werkt
een
(Parkeermodus)
1. Schakel
het
systeem in. De selectiehendel
moet in stand D (rijden) worden
gezet.
2. Selecteer parkeermodus
- Als
de
parkeermodus
geselecteerd
selectiehendel
(neutraal) na het starten van de
motor, wordt de wegrijmodus
automatisch geselecteerd en
wordt
na
parkeermodus geselecteerd.
3. Zoek een parkeerplaats (rijd
het
langzaam naar voren)
4. Zoeken
voltooid
zoeken met sensor)
een
die
5. Bedien het stuurwiel
met
(1) Bedien de selectiehendel met
behulp van de instructies op
het LCD-display
(2) Rijd langzaam en bedien het
rempedaal
6. Parkeren voltooid
7. Parkeer de auto indien gewenst
handmatig op de juiste positie.
Parking
Assist-
3
is
met
de
in
stand
N
het
rijden
de
(automatisch
3-167