96
INSTRUMENTEN EN KNOPPEN
Functies
Stuurwiel instellen
Handmatig verstelbaar stuurwiel
Het stuurwiel afstellen:
1. Haal de hendel omlaag.
2. Zet het stuurwiel omhoog of
omlaag.
3. Duw of trek aan het stuurwiel
totdat het op de juiste plaats staat.
4. Haal de hendel omhoog om het
stuurwiel te vergrendelen.
Stel het stuurwiel niet tijdens het
rijden af.
Elektrisch in hoogte en diepte
verstelbaar stuurwiel
Druk op de knop om het elektrisch
kantelbare en telescopische stuurwiel
omhoog en omlaag of naar voren en
naar achteren te bewegen.
Stel het stuurwiel niet tijdens het
rijden af.
Bedieningsknoppen
stuurwiel
Het infotainmentsysteem is te
bedienen met de stuurbedienings-
knoppen. Zie Bedieningsknoppen stuur-
wiel 0 145.
Verwarmd stuurwiel
: Indien aanwezig indrukken om in
of uit te schakelen. Een lampje nabij
de toets duidt aan wanneer de functie
aanstaat.
Het duurt circa drie minuten voordat
het stuurwiel maximaal verwarmd is.
Automatisch verwarmd stuurwiel
Indien uitgerust met starten via
handzender op afstand schakelt het
verwarmde stuurwiel bij het starten
via handzender automatisch samen
met de stoelverwarming in wanneer