Permanente drukschakelmodus
verlaten:
1. Om M (handgeschakelde modus) te
verlaten en terug te gaan naar D
(drive), trekt u de keuzehendel naar
achteren. De D in het schakelpa-
troon licht rood op en de M veran-
dert in wit.
2. Na het loslaten van de keuzehendel
keert deze terug in de midden-
stand.
U kunt bij elke snelheid M (handge-
schakelde modus) verlaten om terug
te keren naar D (drive) door de keuze-
hendel vanuit de middenstand naar
achteren te trekken. U hoeft niet te
stoppen of naar N (neutraal) of P
(parkeren) te schakelen voordat u
terugkeert naar D (drive).
Tijdelijke drukschakelmodus
Tijdelijke drukschakelmodus inscha-
kelen:
1. Als de versnellingsbak in D (Drive)
staat en de permanente drukscha-
kelmodus is uitgeschakeld, kunt u
met de drukschakelknoppen een
tijdelijke handgeschakelde
drukschakelmodus activeren om de
versnellingsbak met de hand te
schakelen.
2. Om de modus te deactiveren houdt
u de rechter knop kort ingedrukt.
Het systeem keert terug naar
automatisch schakelen als er
gedurende 7 tot 10 seconden niet
handmatig is geschakeld.
Wanneer u de drukschakelknoppen
gebruikt, schakelt de auto steviger en
sneller. U kunt dit gebruiken voor
sportief rijden of tijdens het heuvelop
of heuvelaf rijden, om langer in een
versnelling te blijven of om terug te
schakelen voor meer vermogen of
remmen op de motor.
De versnellingsbak laat alleen naar
versnellingen schakelen die geschikt
zijn voor de rijsnelheid en het motor-
toerental (1/min). Als het schakelen
door enige oorzaak wordt verhinderd,
dan knippert de M of D in de instru-
mentengroep. Als het motortoerental
te hoog is, schakelt de versnellingsbak
niet automatisch naar een hogere
versnelling. Het systeem schakelt
RIJDEN EN BEDIENEN
alleen automatisch naar de volgende
lagere versnelling als het motortoe-
rental te laag is.
Aandrijfsystemen
Aandrijving op alle wielen
Bij auto's met deze functie kan de
modus All-wheel drive (AWD) worden
ingeschakeld. Als de AWD actief is,
brengt het systeem het motorver-
mogen zo nodig op alle vier de wielen
over. Het systeem is volautomatisch
en het richt zich naar de wegomstan-
digheden om de tractie en beheersing
te verbeteren. In de FWD-modus
(voorwielaandrijving) wordt het
motorvermogen alleen op de
voorwielen overgebracht en de AWD
staat dan uit.
De AWD wordt automatisch geacti-
veerd als u een bepaalde rijmodus
selecteert via de MODE-schakelaar. Bij
een wisseling naar de AWD-modus zal
de lamp kort knipperen zodra het
systeem wordt ingeschakeld en de
AWD-lamp licht op zodra het systeem
actief wordt. Als u een non-AWD-
modus kiest, zal de lamp even
239