Functies voor obstakeldetectie
Als de achterklep een obstakel
waarneemt tijdens het elektrisch
openen of sluiten, zal de achterklep
automatisch teruggaan in de andere
richting en iets van het obstakel af
bewegen. Na verwijdering van het
obstakel kan de elektrische achterklep
weer gebruikt worden. Als de achter-
klep meerdere obstakels waarneemt
tijdens dezelfde elektrische cyclus, zal
de elektrische bediening gedeactiveerd
worden. Sluit de achterklep na het
verwijderen van het obstakel met de
hand. Hierdoor werken de normale
elektrisch bediende functies weer.
Als de auto wordt vergrendeld terwijl
de achterklep sluit en er een obstakel
is dat het volledig sluiten van de
achterklep in de weg staat, klinkt de
claxon bij wijze van waarschuwing dat
de achterklep niet gesloten is.
Instellen van de modus 3/4
Veranderen van de stand waarin de
achterklep stopt bij het openen:
1. Selecteer de modus MAX of 3/4 en
open de achterklep elektrisch.
2. Stop de achterklep op de gewenste
hoogte door op een knop voor de
achterklep te drukken. Pas de
positie van de achterklep indien
nodig handmatig aan.
3. Houd
naast de komgreep
onderaan de achterklep ingedrukt
totdat de richtingaanwijzers
knipperen en er een pieptoon
klinkt. Dit geeft aan dat de instel-
ling is opgeslagen.
De achterklep kan niet worden
ingesteld beneden een geprogram-
meerde minimumhoogte. Als het licht
niet knippert en er geen geluid klinkt,
is de hoogte-instelling mogelijk
te laag.
Handbediening
Selecteer OFF (uit) om de achterklep
met de hand te bedienen. Zie
"Handbediende achterklep" aan het
begin van dit hoofdstuk.
Voorzichtig
Als u de achterklep te snel en met
te veel kracht probeert te bewegen
kan de auto beschadigd raken.
SLEUTELS, PORTIEREN EN RUITEN
Bedien de achterklep met de hand met
een soepele beweging en een
gematigde snelheid. Het systeem heeft
een functie voor het beperken van de
sluitsnelheid met de hand ter bescher-
ming van de componenten.
Contactloze bediening
U kunt de achterklep eventueel ook
bedienen met een schopbeweging
onder de linker onderhoek van de
achterbumper ter hoogte van het
geprojecteerde logo.
De RKE-zender moet zich binnen 1 m
(3 ft) van de achterbumper bevinden
om de handsfree achterklep te kunnen
gebruiken.
De contactloze bediening werkt niet
terwijl de achterklep beweegt. Gebruik
voor het stoppen van een bewegende
achterklep een van de achterklepscha-
kelaars.
23