290
RIJDEN EN BEDIENEN
Waarschuwing
(Vervolg)
Verlaat de tankzuil niet tijdens
het tanken.
Gebruik geen elektronische
apparaten tijdens het tanken.
Stap niet in uw auto wanneer u
brandstof tankt.
Houd kinderen uit de buurt van
de tankzuil en laat kinderen
nooit tanken.
Voordat u het tankpistool pakt,
moet u eerst een metalen
voorwerp aanraken om de stati-
sche elektriciteit van uw lichaam
te ontladen.
Wanneer u de tankdop te snel
opent, kan er brandstof uit
spuiten. Dit sproeien kan
gebeuren wanneer de tank bijna
vol is en gebeurt vaker bij warm
weer. Open de tankdop langzaam
en wacht tot u geen gesis meer
hoort alvorens de dop helemaal
los te draaien.
De tankklep wordt samen met de
portieren ontgrendeld. Zie Bediening
van Remote Keyless Entry-systeem
(RKE) 0 7.
Druk midden op de achterrand van de
klep om de tankklep te openen.
Draai de brandstofdop linksom om
hem te verwijderen. Hang bij het
tanken de tankdop aan het haakje op
de tankklep. Steek het tankpistool
helemaal erin en begin met tanken.
Waarschuwing
Overmatig vullen van de brandstof
(meer dan drie klikken van een
standaardvulpistool) kan aanleiding
geven tot:
Problemen met de rijeigen-
schappen van de auto, waaronder
motorafslag en schade aan het
brandstofsysteem.
Morsen van brandstof.
Brandstof kan onder bepaalde
omstandigheden ontvlammen.
De diesel kan bij het tanken gaan
schuimen. Het automatische tankpis-
tool kan hierdoor afslaan, ook al zit de
tank nog niet vol. Wacht tot het
schuimen stopt en vul de tank daarna
wat langzamer. Zorg ervoor dat u geen
brandstof morst. Wacht na het tanken
vijf seconden voordat u het tankpis-
tool verwijdert. Verwijder brandstof op
gelakte oppervlakken zo snel mogelijk.
Zie Verzorging exterieur 0 375.
Plaats de tankdop terug door deze
rechtsom te draaien totdat de dop
klikt. Druk de tankklep zo ver dicht
dat hij vastklikt.