60
STOELEN EN VEILIGHEIDSSYSTEMEN
Waarschuwing
(Vervolg)
voldoende bescherming bieden.
Reinig en spoel de veiligheidsgordel-
banden alleen met een zachte
zeepoplossing en lauw water. Laat
de gordels drogen.
Onderdelen van het veilig-
heidsgordelsysteem
vervangen na een ongeval
Waarschuwing
Een ongeval kan het veiligheidsgor-
delsysteem beschadigen. Een
beschadigd veiligheidsgordelsys-
teem beschermt de drager bij een
ongeval eventueel onvoldoende, wat
zwaar of dodelijk letsel kan veroor-
zaken. Maak dat de veiligheidsgor-
delsystemen na een ongeval weer
goed werken door deze te laten
controleren en zo spoedig mogelijk
de nodige vervangingen te laten
uitvoeren.
Na een licht ongeval hoeven de veilig-
heidsgordels eventueel niet te worden
vervangen. Maar veiligheidsgordels die
tijdens enig ongeval zijn gebruikt,
kunnen overbelast of beschadigd zijn.
Laat uw dealer de veiligheidsgordels
controleren of vervangen.
Vervangingen en reparaties kunnen
zelfs noodzakelijk zijn wanneer het
veiligheidsgordelsysteem bij het
ongeval niet werd gebruikt.
Laat de gordelspanners controleren na
een ongeval of wanneer de airbagcon-
trolelamp na het starten of tijdens het
rijden blijft branden. Zie Controle-
lampje airbag gereed 0 110.
Waarschuwing
Bij het afdanken van de auto of
onderdelen ervan moeten de veilig-
heidsprocedures altijd worden
nageleefd. Ter bescherming van het
milieu en uw gezondheid mag dit
alleen gebeuren door een erkend
servicecentrum.
Airbagsysteem
De auto heeft de volgende airbags:
Een frontairbag voor de bestuurder
Een frontairbag voor de passagier op
de buitenste zitplaats voorin
Een knieairbag voor de bestuurder.
Een knieairbag voor de passagier op
de buitenste zitplaats voorin.
Een zijairbag in de stoel voor de
bestuurder
Een zijairbag in de buitenste
zitplaats voor de passagier voorin
Een gordijnairbag voor de
bestuurder en de passagier direct
achter de bestuurder
Een gordijnairbag voor de passagier
op de buitenste zitplaats voorin en
de passagier direct achter de passa-
gier op de buitenste zitplaats voorin
Bij alle airbags in de auto staat het
woord AIRBAG op de bekleding of op
een etiket bij de activeringsopening.
Bij de frontairbag van de bestuurder
staat het woord AIRBAG midden op
het stuurwiel en bij de passagier op de
buitenste zitplaats voorin op het
instrumentenpaneel.