200
BEDIENINGSORGANEN VOOR KLIMAATREGELING
Het lampje van de recirculatie licht
niet op tijdens de automatische
@
regeling. Zie
onder Handmatige
bediening voor meer details.
Tijdens het handsfree bellen kan de
aanjagersnelheid automatisch worden
verlaagd. U kunt de aanjagersnelheid
desgewenst handmatig veranderen.
Handmatige bediening
AAN/UIT : Indrukken om het systeem
uit of in te schakelen. Als u OFF kiest,
voorkomt het systeem dat er buiten-
lucht in het interieur komt. Als u een
knop van de klimaatregeling indrukt,
wordt het systeem actief in de huidige
instelling.
of
: Optillen of indrukken
om de aanjagersnelheid te verhogen of
verlagen. U ziet de ingestelde aanja-
gersnelheid op het hoofddisplay. Als u
één van de knoppen optilt of indrukt,
stopt de automatische aanjagerrege-
ling en wordt de aanjager handmatig
bediend. Druk op AUTO om terug te
keren naar automatische bediening.
/
: De temperatuur kan apart voor
de bestuurder en de passagier worden
geregeld. Optillen of indrukken om de
temperatuur te verhogen of verlagen.
SYNC : Indrukken om temperatuurin-
stellingen voor de passagier te
koppelen aan de bestuurdersinstelling.
Het controlelampje SYNC gaat
branden. Wanneer de passagiersinstel-
lingen zijn aangepast, dooft het
controlelampje SYNC.
Bedieningsorganen voor de luchtver-
z
deelregeling : Druk op
om de richting van de luchtstroom te
veranderen. Het controlelampje in de
knop gaat branden. U kunt elke wille-
keurige combinatie van de drie
knoppen kiezen. U ziet de huidige
modus op het klimaatregelingsdisplay.
Als u op een van de drie knoppen
drukt, wordt de automatische lucht-
verdelingsregeling beëindigd en wordt
de richting van de luchtstroom
handmatig ingesteld. Druk opAUTO
om terug te keren naar automatische
bediening.
Om de huidige stand te veranderen,
kiest u een of meer van de volgende
mogelijkheden:
z
: Hiermee worden de ruiten
condens- of vochtvrij gemaakt. De
lucht wordt naar de voorruit geleid.
: De lucht wordt naar de luchtroos-
ters in het dashboard geleid.
: De lucht wordt naar de lucht-
roosters in de vloer geleid.
0
MAX : Lucht stroomt naar de
voorruit en de aanjager draait met een
hogere snelheid. Condens of ijs wordt
sneller van de voorruit verwijderd. Als
u de knop nogmaals indrukt, keert het
,
of
systeem terug naar de eerder
ingestelde modus.
Verwijder voor de beste resultaten alle
sneeuw en ijs van de voorruit voordat
u de ontdooifunctie gebruikt.
Airco : Indrukken om de airconditio-
ning in of uit te schakelen. Als de
klimaatregeling is uitgeschakeld of de
buitentemperatuur onder het vries-
punt daalt, zal de airco niet werken.
Als u deze knop indrukt, stopt de
automatische klimaatregeling en
wordt de airco uitgeschakeld. Druk op
AUTO om terug te gaan naar de
automatische regeling, waarna de