3. Til uw vinger op om het pictogram
op de gewenste positie te zetten.
4. Om een toepassing naar een andere
pagina te verplaatsen, sleept u het
pictogram naar de rand van het
scherm in de richting van de
gewenste pagina.
5. U kunt de toepassingspicto-
grammen desgewenst blijven
verslepen.
Bedieningsknoppen
stuurwiel
De stuurbedieningsknoppen voor het
infotainmentsysteem kunnen worden
gebruikt om de infotainmentfuncties
op de instrumentengroep te bedienen.
In de blokkeermodus, indien aanwezig,
is de toegang tot de Infotainmentfunc-
ties geblokkeerd. Zie Valetmodus ,
onder Persoonlijke instellingen 0 128.
g
: Indrukken om een inkomende
oproep te beantwoorden of een
stemherkenningssessie te starten. Zie
Bluetooth (Telefoon koppelen en
gebruiken) 0 178 of
Bluetooth (Overzicht) 0 177.
: Druk hierop om een inkomende
oproep te weigeren of uw huidige
oproep te beëindigen. Druk hierop om
het geluid van het infotainmentsys-
teem in of uit te schakelen wanneer u
geen gesprek voert.
of
: Druk hierop om naar de
volgende of vorige favoriet te gaan als
naar de radio wordt geluisterd. Druk
INFOTAINMENTSYSTEEM
hierop om naar het volgende of vorige
nummer te gaan als naar een media-
bron wordt geluisterd.
of
: Indrukken om tussen de
interactieve schermen in de instru-
mentengroep te wisselen. Druk op
om terug te gaan naar het
vorige menu.
y
z
of
: Gebruik het kartelwiel om
naar de vorige of volgende selectie te
scrollen.
: Druk op het kartelwiel om een
menu te openen of een menuoptie te
kiezen. Ingedrukt houden om bepaalde
schermen te resetten.
+ of
- : Druk hierop om het
volume te verhogen of te verlagen.
Systeem gebruiken
Audio
Raak het pictogram Audio aan om de
pagina met de actieve audiobron weer
te geven. Beschikbare bronnen zijn
bijvoorbeeld AM, FM, MyMedia, USB,
AUX (indien aanwezig) en Bluetooth.
145