120
INSTRUMENTEN EN KNOPPEN
Als het lampje gaat en blijft branden,
duidt dat erop dat de olie niet goed
door de motor stroomt. Het oliepeil
kan te laag zijn en ook andere
systemen kunnen storingen vertonen.
Raadpleeg de dealer.
Waarschuwingslampje
Laag brandstofniveau
Dit lampje zit bij de brandstofmeter
en licht kort op, wanneer het contact
wordt ingeschakeld om aan te geven
dat het werkt.
Het gaat ook branden op als het peil
in de brandstoftank laag is. Het lampje
gaat weer uit als brandstof wordt
bijgetankt. Als dit niet het geval is,
moet u de auto laten nakijken.
AdBlue-waarschu-
wingslamp
Deze lamp, een melding op het Driver
Information Center (DIC) en een
geluidssignaal worden actief als er een
probleem is met het AdBlue systeem.
Als het probleem niet wordt
verholpen, blijft de lamp knipperen of
branden. In sommige gevallen kunt u
de motor niet meer starten. Zie AdBlue
0 230.
Veiligheidslampje
Het veiligheidslampje moet kort
oplichten wanneer de motor wordt
gestart. Als het niet brandt, moet u de
auto door de dealer laten nakijken. Als
het systeem normaal werkt, gaat het
controlelampje uit.
Als het lampje blijft branden en de
motor niet start, kan er een probleem
zijn met het diefstalalarmsysteem. Zie
Werking van startbeveiliging 0 30.
Lampje groot licht aan
Dit lampje brandt na het inschakelen
van het groot licht. Zie Wisselaar groot-
licht/dimlicht koplampen 0 137.