86
STOELEN EN VEILIGHEIDSSYSTEMEN
6. Zorg dat het kinderzitje stevig
vastzit voordat u er een kind in zet.
Raadpleeg de instructies van de
fabrikant van het kinderzitje.
Ga voor het verwijderen van het
kinderzitje te werk volgens de instruc-
ties in de gebruikershandleiding van
het kinderzitje om het te ontgren-
delen. Maak de veiligheidsgordel van
de auto los en laat deze terugkeren
naar de opgeborgen positie. Koppel de
Top Tether los, als deze is vastgezet
met het Top Tether-ankerpunt.
Kinderzitjes vastzetten:
(Met de veiligheidsgordel
op de voorstoel)
Deze auto heeft airbags. Het is veiliger
om een voorwaarts gericht kinderzitje
op de achterbank te zekeren. Zie Waar
wordt het kinderzitje geplaatst 0 75.
Er zit op het dashboard eventueel een
schakelaar, waarmee u de frontairbag
van de buitenste voorpassagier kunt
uitschakelen. Zie Aan-/Uitschakelaar
airbag 0 66 voor meer informatie,
waaronder belangrijke veiligheidsinfor-
matie.
Plaats een achterwaarts gericht
kinderzitje nooit voorin. Een kind dat
tegen de rijrichting in zit, loopt dan
grote risico's als de airbag afgaat.
Gevaar
Bij gebruik van een kinderveilig-
heidssysteem op de stoel voor de
voorpassagier moeten de airbagsys-
temen voor de voorpassagier
worden gedeactiveerd; zo niet, dan
vormt het activeren van de airbags
een risico van dodelijk letsel voor
het kind.
Dit geldt vooral wanneer u achter-
waarts gerichte kinderzitjes op de
passagiersstoel gebruikt.
Waarschuwing
Een kind in een achterwaarts
gericht kinderzitje kan zwaar of
dodelijk letsel oplopen wanneer de
airbag van de buitenste voorpassa-
gier afgaat. Dit komt doordat de
achterkant van het achterwaarts
Waarschuwing
(Vervolg)
gericht kinderzitje erg dicht bij de
airbag zou zitten. Een kind in een
voorwaarts gericht kinderzitje kan
zwaar of dodelijk letsel oplopen
wanneer de airbag van de buitenste
voorpassagier afgaat en de passa-
giersstoel naar voren staat.
Ook al is de frontairbag voor de
buitenste zitplaats voorin met de
airbagschakelaar uitgeschakeld,
geen enkel systeem werk foutloos.
Niemand garandeert dat een airbag
onder bijzondere omstandigheden
niet kan worden geactiveerd, zelfs
wanneer deze is uitgeschakeld.
Zeker de achterwaarts gerichte
kinderzitjes op de achterbank, ook
al is de airbag uitgeschakeld. Als u
een voorwaarts gericht kinderzitje
op de buitenste zitplaats voorin
vastzet, zet de stoel dan zo ver
mogelijk naar achteren. Het is beter
om het kinderzitje op de achterbank
te zekeren.