Wisselaar grootlicht/
dimlicht koplampen
: Schakel het groot licht in door de
richtingaanwijzerhendel van u af te
drukken en los te laten. Druk
nogmaals op de hendel, of trek deze
naar u toe en laat deze los, om terug
te keren naar dimlicht.
Bij ingeschakeld groot licht brandt dit
controlelampje op de instrumenten-
groep.
Lichtsignaal
Om grootlichtsignalen te geven moet
u de richtingaanwijzerhendel naar u
toe halen en loslaten.
Dagrijverlichting (DRL)
Met DRL wordt de voorkant van uw
auto overdag beter door anderen
waargenomen.
Het specifieke automatische dagrij-
licht gaat branden wanneer aan de
onderstaande voorwaarden wordt
voldaan:
Het contact staat aan.
De knop voor de rijverlichting staat
op AUTO.
De lichtsensor bepaalt dat het
overdag is.
Als de DRL is ingeschakeld, zijn de
achterlichten en andere lampen niet
ingeschakeld.
De dagrijlichten gaan uit als u de
lichtschakelaar in de stand PARKEER-
LICHT of KOPLAMP zet of als het
contact uitstaat De dagrijlichten
doven niet in de UIT-stand.
Automatische koplampen
Wanneer de lichtschakelaar op AUTO
wordt gezet en het buiten donker
genoeg is, gaan de koplampen
automatisch aan.
VERLICHTING
Boven op het instrumentenpaneel zit
een lichtsensor. Dek de sensor niet af.
Het systeem kan de koplampen ook
inschakelen bij het rijden door een
parkeergarage of een tunnel.
Bij het starten van de auto in een
donkere garage gaan de automatische
koplampen onmiddellijk branden. Als
uit de garage wordt gereden terwijl
het buiten licht is, zal het automati-
sche koplampsysteem overschakelen
op dagrijlicht. Gedurende deze periode
brandt de instrumentengroep wellicht
niet zo fel als gebruikelijk. Controleer
of de helderheidsregeling van het
137