378
VERZORGING VAN DE AUTO
Luchtinlaten
Verwijder rommel uit het luchtinlaat-
rooster tussen de motorkap en de
voorruit terwijl u de auto wast.
Jaloeziesysteem
Voor een lager brandstofverbruik kan
de auto van een jaloeziesysteem
voorzien zijn. Houd het jaloeziesys-
teem vrij van vuil, sneeuw en ijs. Als
de motorstoringslamp brandt, contro-
leer dan dat het jaloeziesysteem vrij is
van vuil, sneeuw of ijs.
Voorruit en ruitenwisserbladen
Reinig de buitenkant van de voorruit
met een ruitenreiniger.
Reinig rubberen wisserbladen met een
pluisvrije doek of een papieren doek,
doordrenkt met sproeiervloeistof of
een mild reinigingsmiddel. Was de
voorruit grondig wanneer de ruiten-
wisserbladen worden gereinigd.
Insecten, wegenvuil, plantensap en
een opeenhoping van autowas/wasbe-
handelingen kan ook zorgen voor
streepvorming van de ruitenwisser.
Vervang de ruitenwisserbladen
wanneer ze versleten of beschadigd
zijn. Onder omstandigheden met
extreem veel stof, zand, zout, hitte,
zon, sneeuw en ijs kan schade
ontstaan.
Afdichtrubbers
Breng rubbersmeermiddel aan op de
afdichtrubbers, zodat ze langer
meegaan, beter afdichten en niet
plakken of piepen. Smeer afdichtrub-
bers minstens eenmaal per jaar. In een
heet, droog klimaat moet dit mogelijk
vaker gebeuren. Zwarte sporen van het
rubbermateriaal op gelakte opper-
vlakken kunnen met een schone doek
worden verwijderd. Zie Aanbevolen
vloeistoffen en smeermiddelen 0 399.
Banden
Gebruik een harde borstel met
bandenreinigingsmiddel om de banden
schoon te maken.
Voorzichtig
Het gebruik van bandverzorgings-
producten op basis van petroleum
kan schade aan de laklaag en/of
banden veroorzaken. Wanneer een
bandverzorgingsproduct wordt
aangebracht, altijd alle gelakte
oppervlakken van de auto ontdoen
van eventuele spuitresten.
Wielen en wieldoppen
Gebruik een zachte, schone doek met
water en milde zeep om de velgen te
reinigen. Spoel ze grondig met schoon
water en droog ze vervolgens grondig
met een zachte, schone handdoek.
Vervolgens kan er een waslaag worden
aangebracht.