Download Print deze pagina

BMW X2 2021 Handleiding pagina 80

Advertenties

BEDIENING
Controlelampje op de
binnenspiegel
Controlelampje knippert om de 2 seconden:
De alarminstallatie is ingeschakeld.
Het controlelampje knippert circa 10 secon‐
den en gaat daarna elke 2 seconden flitsen:
De interieurbeveiliging en hellingshoeksensor
zijn niet actief, omdat de portieren, motorkap
of achterklep niet correct gesloten zijn. Cor‐
rect gesloten toegangen zijn geblokkeerd.
Wordt de nog geopende toegang gesloten,
dan worden de interieurbeveiliging en hel‐
lingshoeksensor ingeschakeld.
Controlelampje dooft na het ontgrendelen:
Aan de auto zijn geen ongeoorloofde hande‐
lingen uitgevoerd.
Controlelampje blijft na het ontgrendelen
knipperen tot het contact wordt ingescha‐
keld, maximaal echter circa 5 minuten:
Alarm is geactiveerd.
Hellingshoeksensor
De hellingshoek van de auto wordt bewaakt.
De alarminstallatie reageert bijvoorbeeld bij een
poging van diefstal van de wielen of bij het weg‐
slepen.
Interieurbeveiliging
Voor een optimale werking moeten ruiten en gla‐
zen dak gesloten zijn.
80
Openen en sluiten
Online Edition for Part no. 01405A47C81 - X/21
Ongewild alarm vermijden
Algemeen
De hellingshoeksensor en de interieurbeveiliging
kunnen een alarm activeren, hoewel geen onbe‐
voegde handelingen zijn uitgevoerd.
Mogelijke situaties voor een ongewild alarm:
In wasinstallatie of wasstraten.
In stapelgarages.
Bij het transport op autotreinen, op zee of op
een aanhangwagen.
Bij dieren in de auto.
Als de auto na het tanken vergrendeld wordt.
Voor dergelijke situaties kunnen de hellingshoek‐
sensor en interieurbeveiliging worden uitgescha‐
keld.
Hellingshoeksensor en
interieurbeveiliging uitschakelen
De toets van de autosleutel binnen 10 se‐
conden indrukken zodra de auto is ver‐
grendeld.
Controlelampje brandt circa 2 seconden en gaat
daarna knipperen.
Hellingshoeksensor en interieurbeveiliging zijn
totdat de auto opnieuw wordt ont- en vergren‐
deld uitgeschakeld.
Alarm beëindigen
De auto met de autosleutel ontgrendelen.
De auto met de geïntegreerde sleutel ont‐
grendelen en het contact inschakelen via de
noodherkenning van de autosleutel, zie pa‐
gina 66.
Met Comfort Access:
Bij een meegenomen autosleutel de portier‐
greep van het bestuurders- of passagierspor‐
tier volledig omvatten.

Advertenties

loading