Ventilatie
Ventilatie, voor
▷
Hendel voor aanpassen van de uitstroomrich‐
ting, pijlen 1.
▷
Gekartelde knoppen voor het traploos ope‐
nen en sluiten van de uitstroomopeningen,
pijlen 2.
Instellen
▷
Ventilatie om te koelen:
Uitstroomopeningen zo richten, dat de lucht
in uw richting wordt geleid, bijvoorbeeld bij
een opgewarmde auto.
▷
Tochtvrije ventilatie:
Uitstroomopeningen zo richten dat de lucht
langs u stroomt.
Ventilatie achterin
▷
Hendel voor aanpassen van de uitstroomrich‐
ting, pijlen 1.
▷
Gekartelde knop voor het traploos openen en
sluiten van de uitstroomopeningen, pijl 2.
Online Edition for Part no. 01405A47C81 - X/21
Klimaatregeling
Standventilatie
Principe
De standventilatie ventileert het interieur en laat
de temperatuur in de auto zo nodig dalen.
Algemeen
De standventilatie kan met behulp van twee in‐
gestelde inschakeltijden of direct worden in- en
uitgeschakeld. Het systeem blijft 30 minuten in‐
geschakeld.
De bediening van de standventilatie gebeurt via
iDrive.
Voorwaarden voor een correcte
werking
▷
Directe bediening: auto bevindt zich in
standby-modus van de radio.
▷
Directe bediening of vooraf geselecteerde in‐
schakeltijd: onafhankelijk van de buitentem‐
peratuur.
▷
De voertuigaccu is voldoende geladen.
Bij ingeschakelde standventilatie wordt de
accu ontladen. Daarom is de maximale in‐
schakeltijd begrensd, om de accu te ontzien.
Na het starten van de motor of een korte rit is
het systeem weer beschikbaar.
▷
Ervoor zorgen dat datum en tijd van de auto
juist zijn ingesteld.
▷
Uitstroomopeningen van de ventilatie openen
zodat lucht kan uitstromen.
Direct in-/uitschakelen
Via iDrive:
1.
"Mijn auto"
2.
"Auto instellingen"
3.
Evt. "Klimaatcomfort"
4.
"Vent. in stilst. onm. activeren"
Symbool op de airconditioning knippert bij in‐
geschakeld systeem.
BEDIENING
213