BEDIENING
▷
De batterij van de autosleutel is leeg. Batterij
vervangen, zie pagina 65.
▷
Storing in de verbinding door zendmasten of
andere installaties met een hoog zendvermo‐
gen.
▷
Afscherming van de autosleutel door metalen
voorwerpen.
De autosleutel nooit samen met metalen
voorwerpen transporteren.
▷
Storing van de verbinding door mobiele tele‐
foons of andere elektronische apparaten in
de onmiddellijke omgeving van de autosleu‐
tel.
De autosleutel nooit samen met elektroni‐
sche apparaten transporteren.
De herkenning van een vergrendelingsverzoek
aan de portiergreep kan door vocht of sneeuw
zijn verstoord.
Bij een storing de auto met de toetsen van de
autosleutel of met de geïntegreerde sleutel, zie
pagina 67, ontgrendelen en vergrendelen.
Achterklep
Algemeen
De autosleutel niet in de bagageruimte leggen
om een mogelijke insluiting van de autosleutel te
vermijden.
Afhankelijk van de uitrusting en de landuitvoering
kan worden ingesteld of de achterklep met de
autosleutel kan worden ontgrendeld en hoe de
portieren daarop reageren. Instellingen uitvoeren,
zie pagina 78.
72
Openen en sluiten
Online Edition for Part no. 01405A47C81 - X/21
Veiligheidsvoorschriften
WAARSCHUWING
Bij de bediening van de achterklep kunnen li‐
chaamsdelen worden ingeklemd. Er bestaat
kans op letsel. Bij het openen en sluiten erop
letten dat het bewegingsgebied van de achter‐
klep vrij is.
WAARSCHUWING
De achterklep zwenkt uit bij het openen. Er be‐
staat kans op letsel of schade. Bij het openen
en sluiten erop letten dat het bewegingsgebied
van de achterklep vrij is.
OPMERKING
Scherpe of spitse voorwerpen kunnen tijdens
de rit tegen de ruiten en de verwarmingsdraden
stoten. Er bestaat gevaar voor schade. Randen
afdekken en erop letten dat spitse voorwerpen
niet tegen de ruiten stoten.
Zonder automatische
achterklepbediening
Van buitenaf openen
▷
Zonder Comfort Access: auto ontgrendelen.
Met Comfort Access: auto ontgrendelen of
autosleutel meenemen.