BEDIENING
Afbreken van de openingscyclus
De openingscyclus onderbreekt in de volgende
situaties:
▷
Als de auto zich in beweging zet.
▷
Door indrukken van de toets aan de binnen‐
zijde van de achterklep. Door nog eens te
drukken, sluit de achterklep weer.
▷
Door indrukken van de toets aan de binnen‐
zijde van de achterklep. Door nog eens te
drukken, sluit de achterklep weer.
▷
Door het indrukken van de toets van de auto‐
sleutel. Door nog eens te drukken, loopt de
openingscyclus verder.
Door de toets ingedrukt te houden, sluit de
achterklep weer.
▷
Door het indrukken van of trekken aan de
schakelaar in het opbergvak. Door nog eens
te trekken, loopt de openingscyclus verder.
Sluiten
Van buitenaf
▷
Toets aan de buitenzijde van de achterklep
indrukken.
▷
De toets van de autosleutel inge‐
drukt houden tot de achterklep is
gesloten.
Van binnenuit
Toets in het opbergvak van de bestuur‐
dersportier indrukken en ingedrukt hou‐
den.
Voor deze functie moet de autosleutel zich in het
interieur bevinden.
Via de binnenzijde van de achterklep
Zonder Comfort Access:
74
Openen en sluiten
Online Edition for Part no. 01405A47C81 - X/21
Toets aan de binnenzijde van de achterklep in‐
drukken.
Met Comfort Access:
▷
Toets aan de binnenzijde van de achterklep
indrukken, pijl 1.
▷
Toets indrukken, pijl 2.
Het voertuig wordt vergrendeld zodra de ach‐
terklep is gesloten. Hiervoor moet het be‐
stuurdersportier gesloten zijn en moet de au‐
tosleutel zich buiten de auto binnen het
bereik van de achterklep bevinden.
Afbreken van de sluitcyclus
De sluitcyclus onderbreekt in de volgende situ‐
aties:
▷
Bij het abrupt wegrijden.
▷
Door indrukken van de toets aan de binnen‐
zijde van de achterklep. Door nog eens te
drukken, opent de achterklep weer.
▷
Door indrukken van de toets aan de binnen‐
zijde van de achterklep. Door nog eens te
drukken, opent de achterklep weer.
▷
Door het loslaten van de toets in het opberg‐
vak van het bestuurdersportier. Door nog