OVERZICHT
Bediening
Meer informatie, zie de geïntegreerde handlei‐
ding of de handleiding met betrekking tot de na‐
vigatie, entertainment, communicatie.
Veelgestelde vragen
Er is aan alle voorwaarden voldaan en alle nood‐
zakelijke stappen zijn in de aangegeven volgorde
uitgevoerd. Desondanks werkt het mobiele ap‐
paraat niet zoals verwacht.
In dit geval kan de volgende informatie verder
helpen:
De iPhone is al aangemeld voor Apple CarPlay.
Als er opnieuw verbinding wordt gemaakt, kan
CarPlay niet meer worden geselecteerd.
▷
De betreffende iPhone uit de apparatenlijst
wissen.
▷
Op de iPhone het betreffende voertuig onder
Bluetooth en onder WLAN uit de lijst met op‐
geslagen voertuigen wissen.
▷
iPhone als nieuw apparaat aanmelden.
Als de gewenste functie ook na het uitvoeren
van de beschreven maatregelen niet kan worden
uitgevoerd: neem contact op met de hotline, een
servicepartner van de fabrikant of een andere ge‐
kwalificeerde servicepartner of vakwerkplaats.
Mobiele apparaten beheren
Algemeen
▷
Na de eerste aanmelding worden de appara‐
ten bij ingeschakeld contact automatisch her‐
kend en weer verbonden.
▷
De op de SIM-kaart of in de mobiele telefoon
opgeslagen gegevens worden na herkenning
overgebracht naar de auto.
▷
Bij sommige apparaten zijn evtl. bepaalde in‐
stellingen nodig, bijvoorbeeld autorisatie, zie
handleiding van het apparaat.
Apparatenlijst weergeven
Alle bij de auto aangemelde of verbonden appa‐
raten worden in de apparatenlijst weergegeven.
56
Algemene instellingen
Online Edition for Part no. 01405A47C81 - X/21
Via iDrive:
1.
"Mijn auto"
2.
"iDrive instellingen"
3.
"Mobiele apparaten"
Een symbool geeft aan, voor welke functie een
apparaat wordt gebruikt.
Symbool
Functie
"Telefoon"
"Tweede telefoon"
"Bluetooth-audio"
"Apps"
"Apple CarPlay"
Apparaat configureren
Functies kunnen bij aangemelde of verbonden
apparaat worden geactiveerd of gedeactiveerd.
Via iDrive:
1.
"Mijn auto"
2.
"iDrive instellingen"
3.
"Mobiele apparaten"
4.
Gewenst apparaat selecteren.
5.
Gewenste instelling selecteren.
Wordt een functie toegewezen aan een apparaat,
dan wordt dit eventueel bij een al verbonden ap‐
paraat gedeactiveerd en het apparaat wordt los‐
gekoppeld.
Apparaat loskoppelen
De verbinding tussen het apparaat en de auto
wordt gescheiden.
Het apparaat blijft aangemeld en kan weer ver‐
bonden worden, zie pagina 57.
Via iDrive:
1.
"Mijn auto"
2.
"iDrive instellingen"
3.
"Mobiele apparaten"