Pagina 1
LINK: CONTENT & A-Z BMW maakt rijden geweldig HANDLEIDING. BMW X2. Online Edition for Part no. 01405A47C81 - X/21...
Pagina 2
Online Edition for Part no. 01405A47C81 - X/21...
Pagina 3
Hoe beter u uw auto kent, des te veiliger en prettiger reist u. Daarom onze aanbeveling: Lees de handleiding, voordat u met uw nieuwe BMW gaat rijden. Maak ook gebruik van de geïntegreerde handleiding in uw auto. U krijgt dan belangrijke aanwijzingen voor het bedienen van de auto waardoor u de technische voor‐...
Pagina 4
INHOUD Navigatie, entertainment en communicatie kunnen via de geïntegreerde handleiding in het voertuig worden opgeroepen. AANWIJZINGEN Aanwijzingen ........................KORTE INSTRUCTIE Instappen .......................... Instellen en bedienen ....................Onderweg ........................OVERZICHT Cockpit ..........................iDrive ..........................Spraakgestuurd systeem ..................... Algemene instellingen ....................Media van de handleiding .................... BEDIENING Openen en sluiten ......................
Pagina 6
Voertuiginformatie en algemene informatie over "..." Teksten op een display in de auto BMW, bijv. over de techniek, staan online ter be‐ voor de selectie van functies. schikking: www.bmw.com. Online Edition for Part no. 01405A47C81 - X/21...
Pagina 7
Aanwijzingen AANWIJZINGEN Als uitrustingen en modellen niet in deze hand‐ Sym‐ Betekenis leiding zijn beschreven, dan eventueel de bijge‐ bool voegde aanvullingen raadplegen. ›...‹ Commando's voor het Bij auto's met het stuur rechts zijn de bedie‐ spraakgestuurde systeem. ningselementen voor een deel anders geplaatst dan afgebeeld.
Pagina 8
BMW raadt aan om gebruik te maken van onder‐ gebruikelijke en eventueel afwijkende gebruiks‐ delen en toebehoren die door BMW zijn vrijge‐...
Pagina 9
▷ De nakoming van de contractuele verplichtin‐ Deze instanties kunnen de volgende zijn: gen voor de verlening van digitale diensten ▷ Fabrikant van het voertuig. met betrekking tot het voertuig, bijv. BMW ▷ Gekwalificeerde servicepartners. ConnectedDrive. ▷ Vakwerkplaatsen. ▷...
Pagina 10
Aanwijzingen AANWIJZINGEN Gegevensverzameling Gebruik van apps en diensten van de voertuigfabrikant Type verzamelde gegevens Informatie over het gebruik van apps op mobiele eindapparaten en onlinediensten. Afhankelijk van de situatie kunnen de volgende persoonlijke gegevens worden verzameld. Gegevens over voertuigfuncties en - instellingen Contactgegevens Informatie over functies en instellingen van het...
Pagina 11
Aanwijzingen AANWIJZINGEN tuigfabrikant of door derde aanbieders, voor De gegevens worden in het voertuig verwerkt en zover aan de gegevensbeveiligingsvoorwaar‐ zijn doorgaans vluchtig. Ze worden alleen langer den is voldaan. dan noodzakelijk opgeslagen wanneer ze nood‐ zakelijk zijn om de met de klant overeengekomen ▷...
Pagina 12
Aanwijzingen AANWIJZINGEN Gegevens in de service kunnen indien gewenst worden opgeroepen, bijv. wanneer de instellingen in de tussentijd door een andere bestuurder werden gewijzigd. Afhankelijk Algemeen van de uitrusting kunnen deze profielen in veilige Als er servicewerk wordt uitgevoerd, bijv. repara‐ gegevenssystemen van de fabrikant van het ties, serviceprocessen, garantiegevallen en kwali‐...
Pagina 13
De gegevens uit het voertuig kunnen ook wor‐ tuig worden verbonden om de functies van het den gebruikt om de garantieclaims van de klant voertuig te besturen, bijv. BMW Connected, te controleren. Bij gevorderde coulance- of ga‐ Apple CarPlay. Daarbij kunnen bijv. het beeld en...
Pagina 14
In bepaalde gevallen wordt de overdracht van gegevens door voorgedefinieerde gebeurtenis‐ BMW CarData maakt de transparantie in de om‐ sen veroorzaakt, bijv. door Emergency Call. De gang met voertuiggegevens bij het gebruik van WiFi-verbinding wordt door een eigen zend- en BMW ConnectedDrive mogelijk.
Pagina 15
Bovendien kan altijd een archief van BMW Car‐ Data worden opgevraagd. Het archief geeft infor‐ matie over de in het kader van BMW Connected‐ Drive verzonden en opgeslagen gegevens. De toegang van derde aanbieders tot BMW CarData vindt uitsluitend plaats via de server van de fabri‐...
Pagina 16
Instappen KORTE INSTRUCTIE Instappen Openen en sluiten De toets van de autosleutel na de vergren‐ deling ingedrukt houden. De toetsen van de autosleutel De ruiten en het glazen dak worden gesloten zo‐ lang de toets van de autosleutel wordt ingedrukt. Toetsen voor centrale vergrendeling Overzicht...
Pagina 17
BMW embleem drukken. aanraken zonder de portiergreep beet te pakken. ▷ Bij een meegenomen autosleutel op de bo‐ venste helft van het BMW embleem drukken. Met automatische ▷ De toets van de autosleutel ca. 1 se‐ achterklepbediening: achterklep conde indrukken.
Pagina 18
Instappen KORTE INSTRUCTIE Zo nodig worden de portieren tevens ont‐ 4 Ruitenwisserinstallatie grendeld. 5 Start-/stopknop Sluiten Controle- en waarschuwingslampjes Controle- en waarschuwingslampjes kunnen in verschillende combinaties en kleuren gaan bran‐ den. Van sommige lampen wordt bij het starten van de motor of inschakelen van het contact de werking gecontroleerd, waarbij deze even kort branden.
Pagina 21
Instellen en bedienen KORTE INSTRUCTIE Buitenspiegels instellen ▷ Zitpositie. ▷ Buitenspiegelpositie. ▷ Hoogte van het Head-Up Display. Opslaan Contact inschakelen. Gewenste stand instellen. Toets indrukken. LED in de toets brandt. 1 Instellen Gewenste toets 1 of 2 indrukken, zolang de 2 Spiegel selecteren, parkeerfunctie LED brandt.
Pagina 22
Instellen en bedienen KORTE INSTRUCTIE "Straat?" Toets Functie Straat op dezelfde manier als de plaats invoe‐ Eenmaal indrukken: zender/titel ren. wisselen. "Huisnummer/kruising?" Toets ingedrukt houden: ver‐ Naar de lijst met huisnummers en kruisingen sneld vooruit/achteruit zoeken wisselen. van de titel. Huisnummer of kruising selecteren.
Pagina 23
Instellen en bedienen KORTE INSTRUCTIE Voorwaarden voor een correcte Controlenummer in het apparaat en in het Control Display bevestigen. werking ▷ Hetzelfde controlenummer in het appa‐ ▷ Compatibele iPhone: iPhone 5 of nieuwe met raat en via iDrive invoeren en bevestigen. iOS 7.1 of nieuwer.
Pagina 24
Onderweg KORTE INSTRUCTIE Onderweg Rijden Handgeschakelde versnellingsbak: afzetten Bij stilstaande auto de start-/stopknop indruk‐ Motor starten en afzetten ken. Eerste versnelling of achteruitversnelling in‐ Contact aan/uit schakelen. ▷ Aan: start-/stopknop indruk‐ Parkeerrem bedienen. ken. De controle- en waarschu‐ Automatische start-stop-functie wingslampjes branden niet al‐...
Pagina 25
Onderweg KORTE INSTRUCTIE Handgeschakelde Steptronic transmissie, versnellingsbak sportprogramma en handbediening Schakelen Bij het inschakelen van een te lage versnelling kunnen te hoge toerentallen schade aan de mo‐ tor veroorzaken. Er bestaat gevaar voor schade. Bij het schakelen naar de 5e of 6e versnelling de versnellingshendel naar rechts drukken.
Pagina 26
Onderweg KORTE INSTRUCTIE Richtingaanwijzers Licht en verlichting Verlichtingsfuncties Symbool Functie Slechtweerverlichting. Mistachterverlichting. ▷ Knipperen: de hefboom over het drukpunt Automatische verlichtingsregeling. heen drukken. Hoekverlichting en variabele licht‐ ▷ Kort knipperen: de hendel iets naar boven of verdeling. naar beneden aantikken. ▷...
Pagina 27
Onderweg KORTE INSTRUCTIE Ruitenwisserinstallatie Regensensor Activeren/deactiveren Wisser in-/uitschakelen en kort wissen Inschakelen Toets op de ruitenwisserschakelaar indrukken. Gevoeligheid instellen ▷ Normale wissersnelheid: eenmaal naar boven drukken. ▷ Snelle wissersnelheid: twee keer naar boven of één keer door het drukpunt heen drukken. Uitschakelen en kort wissen Gekartelde knop van de ruitenwisserschakelaar draaien.
Pagina 28
Onderweg KORTE INSTRUCTIE Achterruitenwisser Toets Functie Luchthoeveelheid handmatig. Inschakelen Luchtverdeling, handmatig. Achterruitverwarming. Stoelverwarming. De buitenste schakelaar naar boven draaien. ▷ Rustpositie van de wisser, stand 0. Airconditioning ▷ Intervalmodus, pijl 1. Bij ingeschakelde ach‐ teruitversnelling vindt continuwerking plaats. Toets Functie Temperatuur.
Pagina 29
Onderweg KORTE INSTRUCTIE Wielen en banden Toets Functie Stoelverwarming. Gegevens betreffende de bandenspanning Systeem uitschakelen. Tankstop Tanken Tankdop Voor het openen van de tankdopklep op de De bandenspanningswaarden bevinden zich op achterste rand drukken, pijl. De tankdopklep het plaatje op de portierstijl. wordt geopend.
Pagina 30
Via iDrive: voordat motorolie bijgevuld wordt. "ConnectedDrive" "BMW Assistance" Motorolie bijvullen "BMW pechhulp" Er wordt een spraakverbinding met de BMW pechhulp opgebouwd. ConnectedDrive Concierge Service Informatie over bijvoorbeeld hotels, apothekers met wachtdienst enz., telefoonnummers en Motorolie pas bijvullen als de melding in het in‐...
Pagina 31
Onderweg KORTE INSTRUCTIE Online Edition for Part no. 01405A47C81 - X/21...
Pagina 32
Cockpit OVERZICHT Cockpit Uitrusting van de auto ven die niet in een voertuig beschikbaar zijn, bijv. omwille van de geselecteerde speciale opties of landuitvoering. Dat geldt ook voor veiligheidsrele‐ In dit hoofdstuk worden alle standaard, landspe‐ vante functies en systemen. Bij gebruik van deze cifieke en speciale uitrustingen beschreven die in functies en systemen moeten de geldende wet‐...
Pagina 33
Cockpit OVERZICHT Stadslicht 147 Achterruitenwisser 119 Dimlicht 147 Achterruit reinigen 119 Automatische verlichtingsrege‐ Motor starten/afzetten en contact ling 148 in-/uitschakelen 109 Hoekverlichting en variabele licht‐ Automatische start-stop-func‐ verdeling 149 tie 111 Grootlichtassistent 150 Instrumentenverlichting 151 11 Toetsen op stuurwiel, rechts Entertainmentbron 6 Stuurkolomschakelaar, links Volume Richtingaanwijzers 115 Spraakinvoer 44 Grootlicht, lichtsignaal 115 Telefoon, zie handleiding over navi‐ Grootlichtassistent 150 gatie-, entertainment- en commu‐...
Pagina 34
Cockpit OVERZICHT Op camera gebaseerde snelheids‐ Op camera gebaseerde snelheids‐ regeling: afstand verkleinen regeling: afstand vergroten Tuimelschakelaar voor snelheidsregeling Motorkap ontgrendelen 283 Met automatische achterklepbedie‐ ning: achterklep openen/slui‐ ten 72 Rondom de middenconsole 1 Control Display 36 Klimaatregeling 206 Ventilatie 213 7 Steptronic transmissie keuzehendel 121 Alarmlichtinstallatie 301 Handgeschakelde versnellingsbak versnel‐...
Pagina 35
Cockpit OVERZICHT Dynamische stabiliteitsregeling Park Distance Control PDC 194 DSC 178 Achteruitrijcamera 198 Parkeerassistent 201 Rijbelevingsschakelaar 182 Hill Descent Control HDC 180 Rondom de dakhemel Noodoproep, SOS 303 Interieurverlichting 152 Glazen dak 82 Controlelampje passagiersair‐ bag 156 Leeslampjes 152 Online Edition for Part no. 01405A47C81 - X/21...
Pagina 36
iDrive OVERZICHT iDrive Uitrusting van de auto Invoer en weergave In dit hoofdstuk worden alle standaard, landspe‐ Letters en cijfers cifieke en speciale uitrustingen beschreven die in Afhankelijk van het menu kan tussen de invoer de modelserie aangeboden worden. Daarom van hoofdletters en kleine letters, cijfers en te‐...
Pagina 37
iDrive OVERZICHT Statusinformatie Verdere symbolen Symbool Betekenis Algemeen In het bovenste gedeelte van het Control Display Check-Control-melding. bevindt zich het statusveld. Statusinformatie Geluidsweergave uitgeschakeld. wordt in de vorm van symbolen weergegeven. Versleutelde verbinding niet actief. Symbolen telefoon Bepaling van de huidige voertuig‐ positie.
Pagina 38
iDrive OVERZICHT Keuze van de weergaven vastleggen Veiligheidsaanwijzing De keuze van de weergaven kan worden vastge‐ legd. OPMERKING Controller naar rechts kantelen tot het split‐ Voorwerpen in het gebied vóór het Control Dis‐ screen is geselecteerd. play kunnen verschuiven en het Control Display beschadigen.
Pagina 39
iDrive OVERZICHT Toets Functie Bestemmingsinvoermenu van de navi‐ gatie oproepen. Kaart van de navigatie oproepen. Eenmaal indrukken: vorig beeldvenster oproepen. Ingedrukt houden: laatst gebruikte me‐ ▷ Drukken om bijv. een menupunt te selecte‐ nu's oproepen. ren. Menu Opties oproepen. Controller zonder navigatiesysteem Algemeen Met de toetsen kunnen menu's rechtstreeks...
Pagina 40
iDrive OVERZICHT Bediening via controller Hoofdmenu oproepen Toets indrukken. ▷ Kantelen in twee richtingen om bijv. tussen beeldvensters te wisselen. Het hoofdmenu wordt weergegeven. Alle functies van iDrive kunnen in het hoofdmenu worden opgeroepen. Hoofdmenu aanpassen Toetsen op controller Toets tweemaal indrukken. Alle menupunten van het hoofdmenu worden Toets Functie weergegeven.
Pagina 41
iDrive OVERZICHT Menupunt selecteren Laatst gebruikte menu's oproepen Menupunten die op de voorgrond staan kunnen worden geselecteerd. Toets ingedrukt houden. Controller draaien tot het gewenste menu‐ punt gemarkeerd is. De laatst gebruikte menu's kunnen worden weergegeven. Menu Opties oproepen Toets indrukken. Het menu "Opties"...
Pagina 42
iDrive OVERZICHT Aan de linkerkant worden alle letters weerge‐ geven, waarvoor een vermelding aanwezig is. Beginletters van de gewenste vermelding se‐ lecteren. De eerste vermelding van de geselecteerde letter wordt weergegeven. Bediening via touchscreen Dynamische inhoud Algemeen Binnen de menupunten kan dynamische inhoud Het Control Display is afhankelijk van de uitvoe‐...
Pagina 43
iDrive OVERZICHT Wissen Toetsbezetting weergeven Toetsen met de vinger aanraken. Geen hand‐ Symbool Functie schoenen dragen of voorwerpen gebruiken. Symbool aantikken: letter of cijfer De toewijzing van de toetsen wordt in het boven‐ wissen. ste gedeelte van het Control Display weergege‐ ven.
Pagina 44
Spraakgestuurd systeem OVERZICHT Spraakgestuurd systeem Uitrusting van de auto Voorwaarden voor een correcte werking In dit hoofdstuk worden alle standaard, landspe‐ cifieke en speciale uitrustingen beschreven die in ▷ Via iDrive moet een taal worden ingesteld die de modelserie aangeboden worden. Daarom door het spraakgestuurde systeem wordt on‐...
Pagina 45
Spraakgestuurd systeem OVERZICHT spraakgestuurd systeem worden geselecteerd. In plaats daarvan de noodoproeptoets, zie pa‐ Lijstvermeldingen daarbij exact zo uitspreken, gina 303, bij de binnenspiegel gebruiken. zoals ze in de betreffende lijst worden aangege‐ ven. Instellingen Weergave van mogelijke commando's Spraakdialoog instellen In het bovenste gedeelte van het Control Display Er kan worden ingesteld of het systeem de stan‐...
Pagina 46
Spraakgestuurd systeem OVERZICHT Via iDrive: De spraaksturing in de smartphone wordt ge‐ activeerd. "Mijn auto" "iDrive instellingen" Toets loslaten. "Taal" Als de activering is geslaagd, wordt er een melding op het Control Display weergegeven. "Spraakherkenning via server" Als de spraakbediening niet kon worden geacti‐ Volume aanpassen veerd, verschijnt de Bluetooth-apparatenlijst op het Control Display.
Pagina 47
Algemene instellingen OVERZICHT Algemene instellingen Uitrusting van de auto De instelling wordt opgeslagen voor het momen‐ teel gebruikte bestuurdersprofiel. In dit hoofdstuk worden alle standaard, landspe‐ Tijd instellen cifieke en speciale uitrustingen beschreven die in Via iDrive: de modelserie aangeboden worden. Daarom worden er ook uitrustingen en functies beschre‐...
Pagina 48
Via iDrive: "Mijn auto" Principe "iDrive instellingen" "Datum en tijd" Als de locatiebepaling is geactiveerd, kan de hui‐ dige voertuigpositie in de BMW Connected-app "Datum:" of het ConnectedDrive-klantenportaal worden Controller draaien tot de gewenste dag wordt weergegeven. weergegeven. Controller indrukken.
Pagina 49
Als via iDrive geen invoer plaatsvindt, kan na een ▷ Communicatieberichten, bijvoorbeeld e-mail, instelbare tijd de schermbeveiliging worden sms of herinneringen. weergegeven. ▷ Berichten, bijv. van de Concierge Service of Via iDrive: de BMW Connected-app. "Mijn auto" ▷ Check-Control-meldingen. "iDrive instellingen" ▷ Onderhoudsmeldingen. "Displays" ▷...
Pagina 50
De auto biedt diverse functies die pas kunnen ▷ Online gegevens, bijvoorbeeld favorieten, worden gebruikt na een data-overdracht aan cookies. BMW of aan een provider. Voor sommige func‐ ▷ Office-gegevens, bijvoorbeeld gesproken no‐ ties kan de data-overdracht gedeactiveerd wor‐ tities.
Pagina 51
Algemene instellingen OVERZICHT Het wissen van de gegevens kan in totaal max. Functie Soort ver‐ 15 minuten duren. binding Telefoneren via het handsfree- Bluetooth. Voorwaarden voor een correcte systeem. werking Telefoonfuncties bedienen via Gegevens kunnen alleen bij stilstand worden ge‐ iDrive.
Pagina 52
Informatie over compatibele mobiele apparaten activeerd, zie pagina 52. is als volgt beschikbaar: ▷ Evt. moeten de Bluetooth-instellingen vooraf ▷ Op de homepage van BMW. worden gewijzigd op het apparaat, bijv. zicht‐ baarheid, zie handleiding van het apparaat. ▷ Via de hotline/klantendienst. ▷...
Pagina 53
Algemene instellingen OVERZICHT de overdracht van alle gegevens naar de Controlenummer in het apparaat en in het auto kunnen kosten ontstaan. Control Display bevestigen. ▷ "Contactfoto´s" ▷ Hetzelfde controlenummer in het appa‐ raat en via iDrive invoeren en bevestigen. Functie activeren, om contactafbeeldin‐ gen weer te geven.
Pagina 54
Algemene instellingen OVERZICHT Waarom kunnen de telefoonfuncties niet via Als alle punten van de lijst zijn gecontroleerd en iDrive bediend worden? de gewenste functie toch niet kan worden uitge‐ voerd, neem dan contact op met de hotline, een ▷ De mobiele telefoon is evt. niet correct ge‐ servicepartner van de fabrikant of een andere ge‐...
Pagina 55
Algemene instellingen OVERZICHT Apple CarPlay-voorbereiding ▷ In verband met de grote keuze aan verkrijg‐ bare USB-apparaten kan niet elk apparaat via de auto worden bediend. Principe ▷ USB-apparaten niet blootstellen aan extreme CarPlay maakt het mogelijk om geselecteerde omgevingsomstandigheden, bijvoorbeeld functies van een compatibele Apple iPhone via zeer hoge temperaturen, zie handleiding van Siri Voice Control en via iDrive te bedienen.
Pagina 56
Algemene instellingen OVERZICHT Bediening Via iDrive: Meer informatie, zie de geïntegreerde handlei‐ "Mijn auto" ding of de handleiding met betrekking tot de na‐ "iDrive instellingen" vigatie, entertainment, communicatie. "Mobiele apparaten" Veelgestelde vragen Een symbool geeft aan, voor welke functie een apparaat wordt gebruikt.
Pagina 57
Door een regelmatige actualisering van de voer‐ "Mijn auto" tuigsoftware wordt de auto op de nieuwste stand gehouden. "iDrive instellingen" Op de internetsite www.bmw.com/update wor‐ "Mobiele apparaten" den updates en bijbehorende actuele opmerkin‐ Apparaat selecteren. gen ter beschikking gesteld. "Apparaat verbinden"...
Pagina 58
Algemene instellingen OVERZICHT "Software installeren" "OK" Wachten tot de update is uitgevoerd. Opnieuw starten van het systeem bevesti‐ gen. Softwareversie herstellen De softwareversie van de laatste software-actua‐ lisering en de fabrieksstand van de software kun‐ nen worden hersteld. Het herstellen van de software mag alleen in stil‐ stand worden uitgevoerd.
Pagina 59
Media van de handleiding OVERZICHT Media van de handleiding Uitrusting van de auto Geïntegreerde handleiding in de auto In dit hoofdstuk worden alle standaard, landspe‐ cifieke en speciale uitrustingen beschreven die in Principe de modelserie aangeboden worden. Daarom worden er ook uitrustingen en functies beschre‐ De geïntegreerde handleiding beschrijft in het ven die niet in een voertuig beschikbaar zijn, bijv.
Pagina 60
Media van de handleiding OVERZICHT "Handleiding" Omschakelen tussen functie en handleiding Op het Control Display uit een functie, bijvoor‐ beeld radio, in de handleiding en tussen de beide weergaven heen en terug wisselen: Toets indrukken. "Handleiding" Gewenste pagina in de handleiding selecte‐ ren.
Pagina 61
Media van de handleiding OVERZICHT Online Edition for Part no. 01405A47C81 - X/21...
Pagina 62
Openen en sluiten BEDIENING Openen en sluiten Uitrusting van de auto Veiligheidsvoorschriften In dit hoofdstuk worden alle standaard, landspe‐ WAARSCHUWING cifieke en speciale uitrustingen beschreven die in De voertuigsleutel heeft een knoopcel als accu. de modelserie aangeboden worden. Daarom Accu’s of knoopcellen kunnen worden ingeslikt worden er ook uitrustingen en functies beschre‐...
Pagina 63
Openen en sluiten BEDIENING De toets van de autosleutel opnieuw indruk‐ ken om de andere autotoegangen te ont‐ WAARSCHUWING grendelen. Kinderen of dieren die zonder toezicht in de ▷ Alle portieren, de achterklep en de tankdop‐ auto worden achtergelaten kunnen de auto in klep.
Pagina 64
Openen en sluiten BEDIENING Interieurverlichting en De volgende functies worden uitgevoerd: omgevingsverlichting ▷ Alle portieren, de achterklep en de tankdop‐ klep worden vergrendeld. inschakelen ▷ Het vergrendelen wordt via de richtingaanwij‐ De toets van de autosleutel bij een ver‐ zers bevestigd. Deze functie moet in de in‐ grendelde auto indrukken.
Pagina 65
Openen en sluiten BEDIENING hefboombeweging van de geïntegreerde sleutel optillen, pijl 2. OPMERKING Scherpe of spitse voorwerpen kunnen tijdens de rit tegen de ruiten en de verwarmingsdraden stoten. Er bestaat gevaar voor schade. Randen afdekken en erop letten dat spitse voorwerpen niet tegen de ruiten stoten.
Pagina 66
De autosleutel op een andere plaats leggen. ▷ De Remote Services van de BMW App bie‐ In geval van storing kan de auto met de geïnte‐ den onder andere de mogelijkheid om een greerde sleutel, zie pagina 67, van buitenaf wor‐...
Pagina 67
Openen en sluiten BEDIENING Geïntegreerde sleutel Verwijderen Algemeen Met de geïntegreerde sleutel kan het bestuur‐ dersportier zonder autosleutel worden ont- en vergrendeld. Met de geïntegreerde sleutel kan de sleutelscha‐ kelaar voor passagiersairbags, zie pagina 155, worden bediend. Toets, pijl 1, indrukken en geïntegreerde sleutel Veiligheidsaanwijzingen eruit trekken, pijl 2.
Pagina 68
Openen en sluiten BEDIENING Toetsen voor centrale Openen vergrendeling ▷ Toets indrukken om alle portieren tegelijk te ontgrendelen en vervolgens aan de Algemeen portieropener boven de armsteun trekken. ▷ Trek aan de portieropener van het te openen Bij een ernstig ongeval wordt de auto automa‐ portier.
Pagina 69
Openen en sluiten BEDIENING Ontgrendelen Sluiten Het vlak op de portiergreep aan de bestuurders- Portiergreep van het bestuurders- of passagiers‐ of bijrijderskant, pijl, met de vinger aanraken zon‐ portier volledig omvatten. der de portiergreep beet te pakken. Stemt overeen met het indrukken van de toets Stemt overeen met het indrukken en ingedrukt van de autosleutel.
Pagina 70
Openen en sluiten BEDIENING ten. Twee sensoren herkennen een naar voren gerichte voetbeweging midden achter en de WAARSCHUWING achterklep wordt geopend of gesloten. De achterklep zwenkt uit bij het openen. Er be‐ staat kans op letsel of schade. Bij het openen Algemeen en sluiten erop letten dat het bewegingsgebied van de achterklep vrij is.
Pagina 71
Openen en sluiten BEDIENING Voor het openen gaat de alarmlichtinstallatie knipperen. WAARSCHUWING Als de contactloze sluiting is ingeschakeld: De achterklep zwenkt uit bij het openen. Er be‐ staat kans op letsel of schade. Bij het openen Door de voetbeweging te herhalen, wordt de en sluiten erop letten dat het bewegingsgebied openingscyclus gestopt.
Pagina 72
Openen en sluiten BEDIENING Veiligheidsvoorschriften ▷ De batterij van de autosleutel is leeg. Batterij vervangen, zie pagina 65. ▷ Storing in de verbinding door zendmasten of WAARSCHUWING andere installaties met een hoog zendvermo‐ Bij de bediening van de achterklep kunnen li‐ gen.
Pagina 73
Openen en sluiten BEDIENING Op de bovenste helft van het BMW embleem Bij het instellen van de openingshoogte erop let‐ drukken. ten dat minstens 10 cm bewegingsruimte boven de achterklep aanwezig is. ▷ De toets van de autosleutel ca. 1 se‐...
Pagina 74
Openen en sluiten BEDIENING Afbreken van de openingscyclus De openingscyclus onderbreekt in de volgende situaties: ▷ Als de auto zich in beweging zet. ▷ Door indrukken van de toets aan de binnen‐ zijde van de achterklep. Door nog eens te drukken, sluit de achterklep weer.
Pagina 75
Openen en sluiten BEDIENING eens te trekken en uitgetrokken te houden, stuurdersprofiel geactiveerd. Alle in het bestuur‐ loopt de sluitcyclus verder. dersprofiel opgeslagen instellingen worden auto‐ matisch uitgevoerd. ▷ Door de toets van de autosleutel los te laten. Door nog eens te drukken en ingedrukt te Als meerdere bestuurders ieder een eigen auto‐...
Pagina 76
Openen en sluiten BEDIENING ▷ Ontgrendelen en vergrendelen. ▷ De in het opgeroepen bestuurdersprofiel op‐ geslagen instellingen worden automatisch ▷ Licht. uitgevoerd. ▷ Klimaatregeling. ▷ Het opgeroepen bestuurdersprofiel wordt ▷ Radio. aan de momenteel gebruikte autosleutel toe‐ ▷ Instrumentenpaneel. gewezen. ▷...
Pagina 77
Openen en sluiten BEDIENING Bestuurdersprofiel terugzetten Via iDrive: De instellingen van het momenteel gebruikte be‐ "Mijn auto" stuurdersprofiel worden teruggezet op de fa‐ "Bestuurdersprofielen" brieksinstellingen. Het te overschrijven bestuurdersprofiel selec‐ Via iDrive: teren. "Mijn auto" Het met dit symbool gemarkeerde be‐ stuurdersprofiel kan worden overschreven.
Pagina 78
Openen en sluiten BEDIENING Instellingen ▷ "Achterklep" Afhankelijk van de uitvoering wordt de achterklep ontgrendeld of geopend. Algemeen ▷ "Achterklep en portier(en)" Afhankelijk van de uitrusting en landuitvoering Afhankelijk van de uitvoering wordt de zijn verschillende instellingen voor de functies achterklep ontgrendeld of geopend en de van de autosleutel mogelijk.
Pagina 79
Openen en sluiten BEDIENING Het ontgrendelen wordt bevestigd door ▷ Onderbreking van de accuspanning. tweemaal knipperen, het vergrendelen door ▷ Ondeskundig gebruik van de diagnosecon‐ eenmaal knipperen. tactdoos. ▷ Auto vergrendelen als er een apparaat in de Automatisch vergrendelen diagnosecontactdoos OBD is aangesloten. Via iDrive: Diagnosecontactdoos OBD, zie pagina 292.
Pagina 80
Openen en sluiten BEDIENING Controlelampje op de Ongewild alarm vermijden binnenspiegel Algemeen De hellingshoeksensor en de interieurbeveiliging kunnen een alarm activeren, hoewel geen onbe‐ voegde handelingen zijn uitgevoerd. Mogelijke situaties voor een ongewild alarm: ▷ In wasinstallatie of wasstraten. ▷ In stapelgarages.
Pagina 81
Openen en sluiten BEDIENING Ruitbediening De ruit wordt geopend, zolang de schakelaar ingedrukt wordt gehouden. Algemeen ▷ Schakelaar over het drukpunt duwen. Bij een ongeval met een bepaalde zwaarte wor‐ De ruit wordt automatisch geopend. Opnieuw den de ruiten automatisch gesloten tot op een indrukken van de schakelaar stopt de bewe‐...
Pagina 82
Openen en sluiten BEDIENING Panoramadak Veiligheidsaanwijzing WAARSCHUWING Algemeen Accessoires op de ruiten, bijvoorbeeld anten‐ Bij een ernstig ongeval wordt het glazen dak au‐ nes, kunnen de inklembeveiliging nadelig beïn‐ tomatisch gesloten. vloeden. Er bestaat kans op letsel. Geen acces‐ soires in het bewegingsgebied van de ruiten Veiligheidsaanwijzing bevestigen.
Pagina 83
Openen en sluiten BEDIENING Glazen dak en zonnescherm Het glazen dak en de bescher‐ ming tegen zonnestraling wor‐ apart openen/sluiten den samen geopend. ▷ Schakelaar tot aan het druk‐ Een nieuwe bediening van de punt naar achteren schuiven schakelaar stopt de beweging. en zo houden.
Pagina 84
Openen en sluiten BEDIENING Sluiten zonder inklembescherming Bij de initialisatie wordt het glazen dak zonder in‐ klembeveiliging gesloten. uit geopende positie Let erop dat het sluitbereik vrij is. Bij gevaar van buitenaf als volgt te werk gaan: Schakelaar door het drukpunt heen naar vo‐ Systeem initialiseren ren schuiven en houden.
Pagina 85
Stoelen, spiegels en stuur BEDIENING Stoelen, spiegels en stuur Uitrusting van de auto WAARSCHUWING Als de rugleuning van de stoel te ver naar ach‐ In dit hoofdstuk worden alle standaard, landspe‐ teren is gekanteld, is de beschermende werk‐ cifieke en speciale uitrustingen beschreven die in ing van de veiligheidsgordel niet meer gewaar‐...
Pagina 86
Stoelen, spiegels en stuur BEDIENING Hoogte Bij uitrusting met M-sportstoel: 1 Dijbeensteun De hendel zo vaak omhoog trekken of omlaag drukken tot de gewenste hoogte bereikt is. 2 Zittinghoek 3 Lengterichting Rugleuninghoek 4 Lendensteun 5 Rugleuningbreedte 6 Hoogte 7 Rugleuninghoek Lengterichting WAARSCHUWING Een onvergrendelde stoel kan tijdens het rijden...
Pagina 87
Stoelen, spiegels en stuur BEDIENING Zittinghoek Lengterichting De hendel zo vaak omhoogtrekken of omlaag‐ De schakelaar naar voren of achteren drukken. drukken tot de gewenste stoelkanteling bereikt Hoogte Elektrisch verstelbare stoelen Algemeen De stoelinstelling voor de bestuurdersstoel wordt voor het momenteel gebruikte profiel opgesla‐ gen.
Pagina 88
Stoelen, spiegels en stuur BEDIENING Rugleuninghoek Leuningbreedte Principe Met een aangepaste rugleuningbreedte kan de zijdelingse steun bij rijden in een bocht verbeterd worden. Algemeen Om de breedte van de rugleuning aan te passen, kunnen de zijkussens van de rugleuning worden De schakelaar naar voren of achteren kantelen.
Pagina 89
Stoelen, spiegels en stuur BEDIENING Rugleuninghoek Als ECO PRO geactiveerd is, wordt de verwar‐ mingscapaciteit verlaagd, zie pagina 250. Aan de lus trekken om de rugleuning te ont‐ grendelen. Uitschakelen Toets ingedrukt houden, tot de LED's doven. Stoelen achterin Tweede zitrij De rugleuning naargelang de behoefte belas‐...
Pagina 90
Stoelen, spiegels en stuur BEDIENING Veiligheidsvoorschriften ▷ Gordels of gordelsloten zijn beschadigd, vervuild of op een andere manier gewij‐ zigd. WAARSCHUWING ▷ Gordelspanners of gordelautomaten zijn Als meer dan een persoon van dezelfde gordel gewijzigd. gebruikmaakt, is de beschermende werking De veiligheidsgordel kunnen bij een ongeval van de veiligheidsgordel niet meer gewaar‐...
Pagina 91
Stoelen, spiegels en stuur BEDIENING Veiligheidsgordel sluiten Veiligheidsgordel openen Veiligheidsgordel vasthouden. De veiligheidsgordel bij het omdoen lang‐ zaam over de schouder en het bekken leiden. Rode toets in het slot indrukken. De slotlip in het gordelslot steken. Het gor‐ Met slotlip, pijl 1, het tweede gordelslot, pijl 2, delslot moet hoorbaar vastklikken.
Pagina 92
Stoelen, spiegels en stuur BEDIENING Gordelwaarschuwing voor ▷ Gedemonteerde hoofdsteunen voor de rit op alle bezette plaatsen monteren. achterbank ▷ De hoofdsteun indien mogelijk zodanig in‐ stellen, dat het midden van de hoofdsteun Algemeen het achterhoofd ongeveer op ooghoogte De gordelherinnering is bij iedere start van de ondersteunt.
Pagina 93
Stoelen, spiegels en stuur BEDIENING Hoogte instellen Monteren Voor het inbouwen van de hoofdsteun in omge‐ keerde volgorde te werk gaan. Hoofdsteunen achterin Veiligheidsvoorschriften WAARSCHUWING ▷ Omhoog: hoofdsteunen naar boven schuiven. Een ontbrekende beschermende werking door ▷ Omlaag: toets indrukken, pijl 1, en hoofd‐ uitgebouwde of niet correct ingestelde hoofd‐...
Pagina 94
Stoelen, spiegels en stuur BEDIENING Inbouwen ▷ Alleen accessoires gebruiken die als veilig zijn beoordeeld om aan de hoofdsteun te Voor het inbouwen van de hoofdsteun in omge‐ kunnen worden bevestigd. keerde volgorde te werk gaan. ▷ Tijdens het rijden geen accessoires, bij‐ voorbeeld een kussen, gebruiken.
Pagina 95
Stoelen, spiegels en stuur BEDIENING Overzicht ▷ Portier of achterklep openen of sluiten. ▷ Een toets van de autosleutel indrukken. ▷ Start-/stopknop indrukken. Spiegels Buitenspiegels Algemeen De spiegelinstelling wordt opgeslagen voor het Opslaan momenteel gebruikte bestuurdersprofiel. Bij het Contact inschakelen. ontgrendelen van de auto met de autosleutel wordt de positie automatisch opgeroepen als de Gewenste stand instellen.
Pagina 96
Stoelen, spiegels en stuur BEDIENING Overzicht Het in- en uitklappen van de spiegels is in de vol‐ gende situaties handig: ▷ In wasstraten. ▷ In nauwe straten. Ingeklapte spiegels klappen bij circa 40 km/h au‐ tomatisch uit. Automatische verwarming Beide buitenspiegels worden indien nodig en bij een ingeschakelde ontsteking automatisch ver‐...
Pagina 97
Stoelen, spiegels en stuur BEDIENING Stuurwiel Binnenspiegel, handmatig dimmend Veiligheidsaanwijzing Aan knop draaien WAARSCHUWING Door het instellen van het stuurwiel tijdens het rijden kunnen onverwachte stuurbewegingen optreden. U kunt de controle over de auto ver‐ liezen. Er bestaat gevaar voor ongevallen. Het stuurwiel alleen instellen als de auto stilstaat.
Pagina 98
Stoelen, spiegels en stuur BEDIENING Stuurwielverwarming In-/uitschakelen Toets indrukken. ▷ Aan: LED brandt. ▷ Uit: LED dooft. Elektrische stuurvergrendeling Algemeen Afhankelijk van de uitvoering vergrendelt het stuurwiel automatisch bij het openen van het be‐ stuurdersportier langs de binnenkant. Voor het ontgrendelen rijden-stand-by inschake‐ len.
Pagina 99
Kinderen veilig vervoeren BEDIENING Kinderen veilig vervoeren Uitrusting van de auto WAARSCHUWING Een heet voertuig kan dodelijke gevolgen heb‐ In dit hoofdstuk worden alle standaard, landspe‐ ben voor personen, kinderen of dieren. Er be‐ cifieke en speciale uitrustingen beschreven die in staat kans op letsel of levensgevaar.
Pagina 100
Kinderen veilig vervoeren BEDIENING Montage van Veiligheidsaanwijzing kinderveiligheidssystemen WAARSCHUWING Kinderen kleiner dan 150 cm kunnen de veilig‐ Algemeen heidsgordel zonder geschikte aanvullende kin‐ Bij het kiezen, inbouwen en gebruiken van kin‐ derveiligheidssystemen niet correct dragen. De derveiligheidssystemen de informatie van de fa‐ beschermende werking van de veiligheidsgor‐...
Pagina 101
Kinderen veilig vervoeren BEDIENING op de passagiersstoel Nooit naar achteren gerichte kinderbeveiligings‐ systemen op een stoel plaatsen als de frontair‐ bag geactiveerd is. Dit kan voor zwaar tot dodelijk Airbags deactiveren letsel bij kinderen zorgen. WAARSCHUWING Stoelpositie en -hoogte Niet-uitgeschakelde passagiersairbags kunnen Na de montage van een universeel kinderveilig‐...
Pagina 102
Kinderen veilig vervoeren BEDIENING Achterbank: Positie Informatie over de bruikbaarheid van kinderveilig‐ heidssystemen op de betreffende zitplaatsen, wanneer de kinderveiligheidssystemen geschikt Symbool Betekenis zijn voor of voldoen aan ISOFIX, onder: geschikte Het desbetreffende symbool zitplaatsen voor kinderveiligheidssystemen, zie toont de bevestigingen voor de pagina 104.
Pagina 103
Kinderen veilig vervoeren BEDIENING Montage van ISOFIX- WAARSCHUWING kinderveiligheidssystemen Als de achterbankleuning niet is vergrendeld is Kinderveiligheidssysteem monteren, zie de de beschermende werking van het kinderveilig‐ aanwijzingen van de fabrikant. heidssysteem verminderd of volledig afwezig. Erop letten dat de beide ISOFIX-verankerin‐ In bepaalde situaties, zoals remmanoeuvres of gen correct zijn vergrendeld.
Pagina 104
Kinderen veilig vervoeren BEDIENING Geleiding van de Hoofdsteun eventueel naar boven schuiven. bevestigingsriem Op achterbank: Bovenste bevestigingsriem tussen of aan beide kanten langs de bevesti‐ gingen van de hoofdsteunen naar het beves‐ tigingspunt leiden. Bevestigingsriem eventueel tussen rugleu‐ ning en afdekking bagageruimte door halen. Haak van de bevestigingsriem aan het beves‐...
Pagina 105
Kinderen veilig vervoeren BEDIENING Zitplaatsen en kinderveiligheidssystemen Het volgende hoofdstuk geeft informatie over welk kinderveiligheidssysteem voor welke zit‐ plaats in de auto geschikt is. Auto met links stuur, zitplaatsen: Stoel Airbag, Bevestiging passagier 3 - a) 4, 6 - b) 5 - c, d) a) De passagiersstoel in de lengterichting aanpassen en, indien nodig, in de hoogste stand zetten om een optimaal verloop van de gordel te bereiken.
Pagina 106
Kinderen veilig vervoeren BEDIENING Sym‐ Betekenis Sym‐ Betekenis bool bool Niet geschikt voor kinderveiligheidssyste‐ Geschikt voor ISOFIX-kinderveilig‐ men. heidssystemen. Geschikt voor kinderveiligheidssystemen Geschikt voor ISOFIX- en i-Size- van de categorie Universeel die voor ge‐ kinderveiligheidssystemen. bruik in deze gewichtsgroep zijn goedge‐ keurd.
Pagina 107
Kinderen veilig vervoeren BEDIENING Verschillende functies worden geblokkeerd en kunnen achterin niet worden bediend, Veilig‐ heidsschakelaar. Online Edition for Part no. 01405A47C81 - X/21...
Pagina 108
Rijden BEDIENING Rijden Uitrusting van de auto Bij afgezette motor het contact en niet-beno‐ digde stroomverbruikers uitschakelen om leeglo‐ pen van de accu te voorkomen. In dit hoofdstuk worden alle standaard, landspe‐ cifieke en speciale uitrustingen beschreven die in Contact uit de modelserie aangeboden worden.
Pagina 109
Rijden BEDIENING Starten van de motor tisch ingeschakeld wanneer de keuzehendel‐ stand R, D of M/S is ingeschakeld. Veiligheidsvoorschriften Standby-modus van de radio Algemeen GEVAAR Bij standby-modus van de radio blijven een aan‐ Bij een geblokkeerde uitlaatpijp of onvoldoende tal stroomverbruikers gebruiksklaar. ventilatie kunnen uitlaatgassen in de auto bin‐...
Pagina 110
Rijden BEDIENING Afzetten van de motor Dieselmotor Bij koude motor en temperaturen onder circa 0 ℃ kan het starten door automatisch voor‐ Veiligheidsvoorschriften gloeien iets worden vertraagd. Er wordt een Check-Control-melding weergege‐ WAARSCHUWING ven. Kinderen of dieren die zonder toezicht in de Na het starten van de motor staat het volledige auto worden achtergelaten kunnen de auto in aandrijfvermogen evt.
Pagina 111
Rijden BEDIENING Steptronic transmissie Afzetten van de motor Motor afzetten Voorwaarden voor een correcte werking Bij stilstaande auto de parkeerrem aantrek‐ ken. De motor wordt tijdens stilstaan onder de vol‐ gende omstandigheden automatisch uitgescha‐ Keuzehendelstand P inschakelen. keld: Start-/stopknop indrukken. Steptronic transmissie: De motor wordt afgezet.
Pagina 112
Rijden BEDIENING Weergaven in het Starten van de motor instrumentenpaneel Voor het wegrijden start de motor onder de vol‐ gende voorwaarden automatisch: De Ready-weergave in de toeren‐ teller geeft aan dat de automati‐ ▷ Steptronic transmissie: door loslaten van het sche start-stop-functie van de rempedaal.
Pagina 113
Rijden BEDIENING ▷ Sterk afkoelend interieur terwijl de verwar‐ Tijdens een automatische motorstop wordt ming is ingeschakeld. de motor gestart. ▷ Gering rembekrachtigingsvacuüm, bijvoor‐ De motor kan alleen via de start-/stopknop beeld doordat het rempedaal meermaals na worden afgezet of gestart. elkaar is ingetrapt.
Pagina 114
Rijden BEDIENING lificeerde servicepartner of vakwerkplaats laten Er bestaat gevaar voor ongevallen of kans op controleren. letsel. Kinderen of dieren niet zonder toezicht in de auto laten. Bij het verlaten van de auto de autosleutel meenemen en de auto vergrende‐ Parkeerrem len.
Pagina 115
Rijden BEDIENING De controlelampjes branden rood, er Onder de volgende voorwaarden wordt de par‐ klinkt een geluidssignaal en de remlich‐ keerrem automatisch vrijgezet: ten gaan branden. ▷ Motor aan. Er wordt een Check-Control-melding weergege‐ ▷ Versnelling geschakeld. ven. ▷ Bestuurder heeft veiligheidsgordel omgedaan en portier is gesloten.
Pagina 116
Rijden BEDIENING Storing wijzers in de buitenspiegels goed te herkennen zijn. Ongewoon snel knipperen van het controle‐ lampje duidt op een uitgevallen richtingaanwij‐ Knipperen zerlampje. Bij rijden met aanhangwagen wijst de lamp even‐ tueel ook op een uitgevallen richtingaanwijzer van de aanhangwagen. Grootlicht, lichtsignaal De hendel naar voren drukken of naar achteren trekken.
Pagina 117
Rijden BEDIENING Uitschakelen en kort wissen als de wissers worden opgeklapt en dat de wis‐ sers bij het inschakelen zijn neergeklapt. OPMERKING Bij vastgevroren wissers kunnen de wisserbla‐ den bij het inschakelen losscheuren of kan de wissermotor oververhit raken. Er bestaat gevaar voor schade.
Pagina 118
Rijden BEDIENING Activeren/deactiveren Ruit- en voorlichtenreinigingsinstallatie Veiligheidsvoorschriften WAARSCHUWING Bij lage temperaturen kan de sproeiervloeistof op de ruit bevriezen en het zicht beperken. Er bestaat gevaar voor ongevallen. Wasstraten al‐ leen gebruiken als het bevriezen van de sproei‐ De toets op de ruitenwisserschakelaar indrukken. ervloeistof uitgesloten is.
Pagina 119
Rijden BEDIENING Achterruitenwisser Veiligheidsvoorschriften Achterruitenwisser inschakelen WAARSCHUWING Als de wissers zich in beweging zetten wan‐ neer ze uitgeklapt zijn, kunnen lichaamsdelen worden ingeklemd of delen van de auto worden beschadigd. Er bestaat kans op letsel of schade. Erop letten dat het contact is afgezet als de wissers worden opgeklapt en dat de wis‐...
Pagina 120
Rijden BEDIENING Wissers inklappen OPMERKING Na het inklappen van de wissers moet de ruiten‐ wisserinstallatie opnieuw worden geactiveerd. Siliconenhoudende toevoegingen in de sproei‐ ervloeistof die ervoor zorgen dat het water van Ruitenwissers volledig tegen voorruit aan‐ de ruiten parelt kunnen de sproeierinstallatie klappen.
Pagina 121
Rijden BEDIENING Handgeschakelde Schakelen versnellingsbak Algemeen Afhankelijk van de motorisering wordt voor het Veiligheidsvoorschriften harmonisch wisselen van versnelling het toeren‐ tal tijdens een schakelprocedure automatisch aangepast. WAARSCHUWING Een onbeveiligd voertuig kan vanzelf in bewe‐ Achteruitversnelling ging komen en wegrollen. Er bestaat gevaar Alleen bij stilstaande auto inschakelen.
Pagina 122
Rijden BEDIENING Versnellingsbak met tippende ▷ Parkeerrem bedienen. keuzehendel ▷ Op hellingen de voorwielen in de richting van de stoeprand draaien. ▷ Op hellingen de auto extra beveiligen, bij‐ voorbeeld met een wielkeg. Keuzehendeluitvoering Algemeen Afhankelijk van de uitvoering is er een versnel‐ lingsbak met schakelende of tippende keuzehen‐...
Pagina 123
Rijden BEDIENING Keuzehendelstand P alleen bij stilstaande auto de schakelblokkering niet wordt gedeactiveerd inschakelen. en het schakelverzoek niet wordt uitgevoerd. Voor het verlaten van de auto controleren of de Een keuzehendelblokkering voorkomt de vol‐ stand P van de keuzehendel is ingeschakeld. An‐ gende bedieningsfout: ders kan de auto zich in beweging zetten.
Pagina 124
Rijden BEDIENING Voorwaarden voor een correcte Veiligheidsgordel bestuurder vastklikken. werking Houd de toets ingedrukt om de keuzehendel‐ Wisselen van keuzehendelstand P naar een an‐ blokkering op te heffen. dere keuzehendelstand vindt pas plaats als het rempedaal wordt bediend. Afhankelijk van de versnellingsbakvariant moet daarvoor ook de motor draaien.
Pagina 125
Rijden BEDIENING Keuzehendelstand N selecteren: Kickdown met schakelende keuzehendel Met kickdown wordt een maximale rijprestatie Contact inschakelen. bereikt. Eventueel de parkeerrem lossen. Gaspedaal tot voorbij de weerstand van de volg‐ asstand intrappen. Rempedaal intrappen. Keuzehendelblokkering bedienen en keuze‐ Sportprogramma M/S hendelstand N selecteren.
Pagina 126
Rijden BEDIENING Handbediening activeren als aan één van de volgende voorwaarden is vol‐ daan: De keuzehendel uit keuzehendelstand D naar ▷ Dynamische stabiliteitsregeling DSC gedeac‐ links drukken, pijl 1. tiveerd. ▷ Dynamic Traction Control DTC geactiveerd. Bovendien wordt bij kickdown niet teruggescha‐ keld.
Pagina 127
Rijden BEDIENING Transmissieblokkering manueel ning gedurende een bepaalde tijd rustig wordt gereden, niet wordt geaccelerereerd en niet via ontgrendelen: met schakelende de schakelpaddles wordt geschakeld. keuzehendel Wisselen naar de automatische bediening is als Als de keuzehendel in keuzehendelstand P is ge‐ volgt mogelijk: blokkeerd, ondanks ingeschakeld contact, inge‐...
Pagina 128
Rijden BEDIENING Meer informatie, zie hoofdstuk Aan- en wegsle‐ Afhankelijk van de transmissie-uitvoering is wis‐ pen. selen naar de automatische ontgrendeling als volgt mogelijk: Transmissieblokkering Driemaal achter elkaar de Start-/stopknop in‐ elektronisch ontgrendelen: met drukken. tippende keuzehendel De rem intrappen en ingetrapt houden. De toets op de keuzehendel indrukken, pijl 1, Algemeen en de keuzehendel naar keuzehendelstand N...
Pagina 129
Rijden BEDIENING Grenzen van het systeem Motor en versnellingsbak hebben afhankelijk van de buitentemperatuur en rijstijl een inrijafstand Een geoefende bestuurder kan in de modus tot 50 km nodig om de voor Launch Control no‐ DSC OFF mogelijk betere acceleratiewaarden dige bedrijfstemperatuur te bereiken.
Pagina 130
Weergaven BEDIENING Weergaven Uitrusting van de auto ven die niet in een voertuig beschikbaar zijn, bijv. omwille van de geselecteerde speciale opties of landuitvoering. Dat geldt ook voor veiligheidsrele‐ In dit hoofdstuk worden alle standaard, landspe‐ vante functies en systemen. Bij gebruik van deze cifieke en speciale uitrustingen beschreven die in functies en systemen moeten de geldende wet‐...
Pagina 131
Weergaven BEDIENING Check-Control Controleren of de veiligheidsgordel correct is omgedaan. Principe Gordelwaarschuwing voor achterbank Check-Control controleert functies in de auto en Veiligheidsgordel op de betreffende geeft een melding als in de bewaakte systemen plaats op de achterbank is niet ingesto‐ een storing is opgetreden.
Pagina 132
Weergaven BEDIENING Pedestrian Warning Controlelampje brandt: DSC is uitgevallen. Het systeem door een servicepartner van de fa‐ Symbool in het instrumentenpaneel. brikant of een andere gekwalificeerde service‐ Dreigt er een botsing met een herkende partner of vakwerkplaats laten controleren. persoon, dan licht het symbool op en DSC, zie pagina 178.
Pagina 133
Weergaven BEDIENING Groene lampjes van de fabrikant of een andere gekwalifi‐ ceerde servicepartner of vakwerkplaats. Gordelwaarschuwing voor achterbank ▷ Storing: het systeem door een servicepartner van de fabrikant of een andere gekwalifi‐ Veiligheidsgordel op de betreffende ceerde servicepartner of vakwerkplaats laten plaats op de achterbank is niet ingesto‐...
Pagina 134
Weergaven BEDIENING Opgeslagen Check-Control- Verminder de snelheid of deactiveer het sys‐ teem. meldingen weergeven Via iDrive: Blauwe lampjes "Mijn auto" "Autostatus" Grootlicht "Check Control" Grootlicht is ingeschakeld. Tekstmelding selecteren. Grootlicht, zie pagina 116. Weergave Check-Control-meldingen onderdrukken Check-Control Minimaal één Check-Control-melding wordt weergegeven of is opgeslagen.
Pagina 135
Weergaven BEDIENING Veiligheidsaanwijzing Het hellen van de auto kan tot schommelingen in de weergave leiden. Aanwijzingen voor tanken in acht nemen. WAARSCHUWING Ook bij temperaturen boven +3 ℃ kan gevaar voor gladheid bestaan, bijvoorbeeld op bruggen Toerenteller of schaduwrijke weggedeelten. Er bestaat ge‐ vaar voor ongevallen.
Pagina 136
Weergaven BEDIENING Uitgebreid instrumentenpaneel ▷ Er wordt kort een Check-Control-melding weergegeven. Geeft het momentele brandstof‐ ▷ Op de boordcomputer wordt de resterende verbruik aan. Er kan worden ge‐ actieradius weergegeven. controleerd hoe zuinig en milieu‐ ▷ Bij een sportieve rijstijl, bijvoorbeeld snel rij‐ bewust wordt gereden.
Pagina 137
Weergaven BEDIENING De actuele servicebehoefte kan door een servi‐ Via iDrive: ceadviseur uit de autosleutel worden uitgelezen. "Mijn auto" "Autostatus" Weergave Controller naar links kantelen. Gedetailleerde informatie over het "Servicebehoefte" benodigde onderhoud "Autokeuring (APK)" Nadere informatie over de omvang van het on‐ "Datum:"...
Pagina 138
Weergaven BEDIENING Weergaven Handgeschakelde versnellingsbak: weergave Via iDrive: "Mijn auto" Symbool Beschrijving "Autostatus" Meest energiezuinige versnelling is Controller naar links kantelen. ingeschakeld. "Servicebehoefte" "Service historie" Opschakelen naar meest energie‐ zuinige versnelling. Vermelding selecteren om nadere informatie te laten weergeven. Terugschakelen naar meest ener‐ giezuinige versnelling.
Pagina 139
Weergaven BEDIENING Veiligheidsaanwijzing met aanvullende informatie, bijvoorbeeld bij nat wegdek, worden ook herkend en met voertuigin‐ terne gegevens, bijvoorbeeld de regensensor, af‐ WAARSCHUWING gestemd en afhankelijk van de situatie weerge‐ geven. Het systeem ontlast u niet van persoonlijke ver‐ antwoordelijkheid om de zichtomstandigheden Met navigatiesysteem houdt het systeem reke‐...
Pagina 140
Weergaven BEDIENING Met navigatiesysteem: ▷ Als de in het navigatiesysteem opgeslagen snelheidslimieten onjuist zijn. Speed Limit Info niet beschikbaar. ▷ In gebieden die in het navigatiesysteem niet voorkomen. ▷ Bij afwijkingen van de navigatie, bijvoorbeeld Zonder navigatiesysteem: door gewijzigde tracés. Geen snelheidslimiet of opheffing ▷...
Pagina 141
Weergaven BEDIENING Overzicht van de informatie Aan de gekartelde knop draaien en de ge‐ wenste instelling selecteren. Door herhaald op de toets op de richtingaanwij‐ zerschakelaar te drukken worden de volgende Op de gekartelde knop drukken. gegevens op het informatiedisplay getoond: Weergave ▷...
Pagina 142
Weergaven BEDIENING Weergave in het Het gemiddelde verbruik sinds de levering uit de fabriek kan niet worden gereset. informatiedisplay De informatie van de boordcom‐ Motortemperatuurindicatie puter wordt in het informatiedis‐ play in het instrumentenpaneel Principe weergegeven. Afhankelijk van de uitvoering wordt de momen‐ tele motortemperatuur weergegeven uit een combinatie van koelvloeistof- en motorolietem‐...
Pagina 143
Weergaven BEDIENING Voorwaarde is een correct ingestelde tijd. "Reiscomputer" Controller eventueel naar links kantelen. Boordcomputer op het Control ▷ "Terugzetten": alle waarden worden Display teruggezet. ▷ "Automatische reset": alle waarden Principe worden na circa 4 uur stilstand van de De boordcomputer toont verschillende gegevens auto teruggezet.
Pagina 144
Weergaven BEDIENING Activeren/deactiveren ▷ Motortemperatuur. ▷ Buitentemperatuur. Via iDrive: ▷ Bandentemperatuur en bandenspanning. "Mijn auto" Bandentemperatuur en bandenspanning worden "Auto instellingen" tijdens het rijden berekend. "Snelheidswaarschuwing" Toestand van de auto controleren "Snelheidswaarschuwing" Via iDrive: Actuele snelheid overnemen als "Mijn auto" snelheidswaarschuwing "Techniek beleven"...
Pagina 145
Weergaven BEDIENING In-/uitschakelen Via iDrive: Via iDrive: "Mijn auto" "iDrive instellingen" "Mijn auto" "Displays" "iDrive instellingen" "Head-up display" "Displays" "Helderheid" "Head-up display" Controller draaien tot de gewenste helder‐ "Head-up display" heid bereikt is. Weergave Controller indrukken. Bij ingeschakeld dimlicht kan de helderheid van Overzicht het Head-Up Display ook met behulp van de in‐...
Pagina 146
285. fabrikant of een andere gekwalificeerde service‐ partner of vakwerkplaats laten controleren. "AdBlue": BMW diesel met Aanwijzingen voor het reinigen van het Head-Up BluePerformance, zie pa‐ Display in acht nemen, zie pagina 315.
Pagina 147
Verlichting BEDIENING Verlichting Uitrusting van de auto Symbool Functie Licht uit. In dit hoofdstuk worden alle standaard, landspe‐ Automatische verlichtingsregeling. cifieke en speciale uitrustingen beschreven die in Dagrijlicht. de modelserie aangeboden worden. Daarom worden er ook uitrustingen en functies beschre‐ Stadslicht.
Pagina 148
Verlichting BEDIENING Parkeerlicht "Verlichting" "Buitenverlichting" Principe "Begroetingsverlichting" De stadslichten kunnen aan één zijde als par‐ De instelling wordt opgeslagen voor het momen‐ keerlicht worden ingeschakeld. teel gebruikte bestuurdersprofiel. Inschakelen Thuiskomverlichting Algemeen Dimlicht brandt nog een bepaalde tijd, als bij uit‐ geschakelde standby-modus van de radio het lichtsignaal wordt geactiveerd.
Pagina 149
Verlichting BEDIENING Activeren heidsbereik een hoekverlichting ingeschakeld dat de binnenbocht verlicht. Schakelaarstand: De hoekverlichting wordt afhankelijk van de Het controlelampje in het instrumentenpaneel stuuruitslag of evt. richtingaanwijzer automatisch brandt bij ingeschakeld dimlicht. ingeschakeld. Bij het achteruitrijden wordt de hoekverlichting Grenzen van het systeem eventueel onafhankelijk van de stuuruitslag auto‐...
Pagina 150
Verlichting BEDIENING Grootlichtassistent Bij ingeschakeld dimlicht brandt het con‐ trolelampje in het instrumentenpaneel. Principe De verandering tussen dimlicht en grootlicht wordt automatisch uitgevoerd. De grootlichtassistent herkent vroegtijdig andere verkeersdeelnemers en schakelt afhankelijk van Het blauwe controlelampje in het instru‐ de verkeerssituatie het grootlicht automatisch in mentenpaneel brandt, als het grootlicht of uit.
Pagina 151
Verlichting BEDIENING Mistlicht Rechts-/linksrijdend verkeer Slechtweerverlichting Algemeen Principe Bij rijden in landen waarin niet aan dezelfde kant De slechtweerverlichting zorgt voor een geopti‐ van de weg wordt gereden als in het land van maliseerde verlichting van de rijbaan bij slechte toelating, dienen de volgende maatregelen te zichtbaarheid, bijv.
Pagina 152
Verlichting BEDIENING Interieurverlichting Sfeerverlichting Algemeen Algemeen Afhankelijk van de uitvoering kan de verlichting in Afhankelijk van de uitvoering worden de interi‐ het interieur voor enkele lampen worden inge‐ eurverlichting, de beenruimteverlichting en de steld. omgevingsverlichting automatisch aangestuurd. De helderheid wordt bij enkele uitrustingsvarian‐ Kleurschema selecteren ten door de gekartelde knop voor de instrumen‐...
Pagina 153
Veiligheid BEDIENING Veiligheid Uitrusting van de auto ven die niet in een voertuig beschikbaar zijn, bijv. omwille van de geselecteerde speciale opties of landuitvoering. Dat geldt ook voor veiligheidsrele‐ In dit hoofdstuk worden alle standaard, landspe‐ vante functies en systemen. Bij gebruik van deze cifieke en speciale uitrustingen beschreven die in functies en systemen moeten de geldende wet‐...
Pagina 154
Veiligheid BEDIENING Beschermende werking beeld navigatiesysteem of mobiele telefoon aanbrengen. De airbags worden niet bij elke botsing ingescha‐ ▷ De afdekkingen van de airbags niet beplak‐ keld, bijvoorbeeld niet bij minder ernstige aanrij‐ ken, bekleden of op een andere manier wijzi‐ dingen of aanrijdingen van achteren.
Pagina 155
Veiligheid BEDIENING worden gedeactiveerd en opnieuw worden geac‐ tiveerd. WAARSCHUWING Ondeskundig uitgevoerde werkzaamheden kunnen het uitvallen, een storing of het onge‐ Passagiersairbags deactiveren wenst in werking treden van het airbagsysteem tot gevolg hebben. Bij een storing zou het air‐ bagsysteem bij een ongeval, ondanks een overeenkomstige botsingskracht, niet zoals be‐...
Pagina 156
Veiligheid BEDIENING Actieve Controlelampje passagiersairbags voetgangersbescherming Weergave Functie Afhankelijk van de uitrus‐ Principe ting is één van de weerge‐ Met de actieve voetgangersbescherming gaat bij geven controlelampjes aan‐ een botsing aan de voorkant van de auto met wezig. een voetganger de motorkap omhoog. Ter her‐ Het controlelampje van de kenning worden de sensoren onder de bumper passagiersairbag geeft de...
Pagina 157
Veiligheid BEDIENING Storing en vernietiging van het airbagsysteem door een servicepartner van de fabrikant of een andere Er wordt een Check-Control-melding gekwalificeerde servicepartner of vakwerkplaats weergegeven. laten uitvoeren. Het systeem is geactiveerd of wordt ge‐ stoord. Het systeem door een servicepartner van de fa‐ WAARSCHUWING brikant of een andere gekwalificeerde service‐...
Pagina 158
Veiligheid BEDIENING Statusweergave veranderen door het rijden of door weersomstan‐ digheden. Actuele status Reset uitvoeren De status van het systeem kan op het Control Via iDrive: Display worden weergegeven, bijv. of het sys‐ teem actief is. "Mijn auto" Via iDrive: "Autostatus"...
Pagina 159
Veiligheid BEDIENING Veiligheidsaanwijzing Bij te lage bandenspanning Melding WAARSCHUWING Een geel waarschuwingslampje in het in‐ Een beschadigde normale band met een ge‐ strumentenpaneel gaat branden. ringe bandenspanning of spanningsverlies heeft een negatieve invloed op de rijeigen‐ Bovendien verschijnt een symbool met een schappen, bijvoorbeeld het stuur- en remge‐...
Pagina 160
Veiligheid BEDIENING Door het gebruik van een afdichtmiddel, bijvoor‐ Sym‐ Mogelijke oorzaken beeld bandenreparatieset, kan de RDC-wielelek‐ bool tronica worden beschadigd. In dit geval de elek‐ Er is een lekke band of een band met tronica bij volgende gelegenheid laten een aanzienlijk spanningsverlies aan‐...
Pagina 161
Veiligheid BEDIENING Is de bandenspanning in alle vier de banden Door een verhoging van de bandentemperatuur, in orde, dan is voor de bandenspanningscon‐ bijvoorbeeld tijdens het rijden of door zonnestra‐ trole waarschijnlijk geen reset uitgevoerd. In ling, neemt ook de bandenspanning toe. dat geval reset uitvoeren.
Pagina 162
Veiligheid BEDIENING Bandenpechwaarschuwing ▷ Na een aanpassing van de bandenspanning. ▷ Na het verwisselen van een band of wiel. Initialisatie uitvoeren Principe Met de initialisatie worden de ingestelde ban‐ Het systeem herkent de bandenspanning aan de denspanningen als referentie voor de herkenning hand van een toerentalvergelijking tussen de af‐...
Pagina 163
Veiligheid BEDIENING Niet doorrijden als de auto is voorzien van nor‐ een servicepartner van de fabrikant of een male banden. De aanwijzingen m.b.t. de ban‐ andere gekwalificeerde servicepartner of vak‐ den met noodloopeigenschappen en verder rij‐ werkplaats. den met deze banden in acht nemen. Bandenpech verhelpen, bijvoorbeeld met een bandenreparatieset of door het wiel te ver‐...
Pagina 164
Veiligheid BEDIENING Is de bandenspanning in alle vier de banden Daarom de bandenspanning regelmatig con‐ in orde, dan is de bandenpechwaarschuwing troleren. waarschijnlijk niet geïnitialiseerd. Systeem in ▷ Ernstige, plotselinge beschadiging van een dat geval initialiseren. band van buitenaf kan niet vooraf worden aangekondigd.
Pagina 165
Veiligheid BEDIENING gegrond worden afgegeven. Er bestaat gevaar Evt. twee keer op de toets drukken om de Colli‐ voor ongevallen. Rijstijl aan de verkeerssituatie sion Warning uit te schakelen. aanpassen. Verkeerssituatie observeren en in Er kunnen instellingen uitgevoerd worden. De in‐ de betreffende situaties actief ingrijpen.
Pagina 166
Veiligheid BEDIENING Overzicht andere voertuigen. Het moment van deze waar‐ schuwingen kan afhankelijk van de actuele rijsi‐ tuatie variëren. Toets in de auto Er volgt evt. een remingreep. De remingreep vindt afhankelijk van de uitvoering en de landuit‐ voering plaats tot ca. 60 km/h of tot ca. 80 km/h. Veiligheidsvoorschriften WAARSCHUWING Het systeem ontlast u niet van persoonlijke ver‐...
Pagina 167
Veiligheid BEDIENING In-/uitschakelen Het geselecteerde tijdstip wordt voor het mo‐ menteel gebruikte profiel opgeslagen. Automatisch inschakelen WAARSCHUWING met Het systeem wordt bij vertrek automatisch geac‐ remfunctie tiveerd. Weergave Handmatig in-/uitschakelen Als er een botsing met een waargenomen ander Toets kort indrukken: voertuig dreigt, wordt in het instrumentenpaneel ▷...
Pagina 168
Veiligheid BEDIENING wordt, bij het bedienen van de rem, de maximale ▷ Voertuigen met ongebruikelijke achterzijde. remkracht toegepast. Een voorwaarde voor de ▷ Vooroprijdende tweewielers. ondersteuning van de rembekrachtiging is het snel en krachtig intrappen van het rempedaal. Beperkte werking Daarnaast kan het systeem bij botsingsgevaar De werking kan bijvoorbeeld in de volgende situ‐...
Pagina 169
Veiligheid BEDIENING Algemeen Overzicht Het systeem waarschuwt in voldoende heldere Toets in de auto omstandigheden vanaf circa 10 km/h tot circa 60 km/h voor eventueel botsingsgevaar met voetgangers en grijpt in met bediening van de remmen kort voor een botsing. Daarbij wordt gelet op personen die zich in het detectiegebied van het systeem bevinden.
Pagina 170
Veiligheid BEDIENING WAARSCHUWING met ▷ Centraal gebied, pijl 1, direct vóór de auto. remfunctie ▷ Uitgebreid gebied, pijl 2, rechts en links van het centrale gebied. Weergave Een botsing dreigt wanneer personen zich in het centrale gebied bevinden. Voor personen die Als er een botsing met een waargenomen ander zich in het uitgebreide gebied bevinden wordt al‐...
Pagina 171
Veiligheid BEDIENING Algemeen het systeem in acht nemen en eventueel actief ingrijpen. Het systeem waarschuwt afhankelijk van de landuitvoering vanaf een snelheid tussen 55 km/h en 70 km/h. Detectiegebied Waarschuwingen worden via trillingen in het Het detectievermogen van de camera is beperkt. stuur gegeven.
Pagina 172
Veiligheid BEDIENING Overzicht individuele instelling afzonderlijk uit‐ geschakeld. Toets in de auto ▷ LED brandt oranje of dooft, afhankelijk van de individuele instelling. Evt. twee keer op de toets drukken om de Colli‐ sion Warning uit te schakelen. Er kunnen instellingen uitgevoerd worden. De in‐ dividuele instellingen worden opgeslagen voor het momenteel gebruikte bestuurdersprofiel.
Pagina 173
Veiligheid BEDIENING Onderbreking van de waarschuwing ▷ Als de voorruit voor de binnenspiegel besla‐ gen, verontreinigd of door stickers, vignetten De waarschuwing wordt in de volgende situaties enz. bedekt is. afgebroken: ▷ Tijdens de kalibratieprocedure van de camera ▷ Automatisch na circa 3 seconden. direct na aflevering van de auto.
Pagina 174
Veiligheid BEDIENING Overzicht De weergaven verdwijnen. Snelheidslimiet wijzigen Toetsen op stuurwiel Toets Functie Systeem in-/uitschakelen, zie pa‐ gina 174. Tuimelschakelaar: Snelheidslimiet veranderen, zie pa‐ gina 174. Tuimelschakelaar zo vaak naar boven of bene‐ Bediening den drukken tot de gewenste snelheidslimiet is ingesteld.
Pagina 175
Veiligheid BEDIENING er harder wordt gereden dan de ingestelde snel‐ wordt voorgesteld deze nieuwe snelheidswaarde heidslimiet. over te nemen. Door op de linker tuimelschake‐ laar aan het stuurwiel te drukken kan de waarde worden overgenomen. Akoestische waarschuwing ▷ Bij een onbewuste overschrijding van de in‐ Algemeen gestelde snelheidslimiet klinkt een geluids‐...
Pagina 176
Veiligheid BEDIENING Algemeen moet worden gedrukt om de nieuwe snelheid over te nemen. ▷ LIMIT ASSIST met voorgestelde snelheids‐ waarde, inclusief ingestelde snelheidsaanpas‐ sing, zie pagina 176. ▷ Symbool voor de herkende snelheidslimiet. Om de nieuwe snelheidslimiet over te nemen, de linker tuimelschakelaar aan het stuurwiel kort, overeenkomstig de richting van de groene pijl, omhoog- of omlaagdrukken.
Pagina 177
Veiligheid BEDIENING Functie Het systeem wordt circa 45 minuten na het af‐ zetten van de auto teruggezet, bijvoorbeeld bij Het systeem wordt bij iedere motorstart inge‐ een pauze op een langere snelwegrit. schakeld en kan niet uitgeschakeld worden. Na begin van het rijden wordt het systeem op de PostCrash - iBrake bestuurder afgestemd, zodat een toenemende onoplettendheid of vermoeidheid herkend kan...
Pagina 178
Rijstabiliteitsregelsystemen BEDIENING Rijstabiliteitsregelsystemen Uitrusting van de auto Automatic Differential Brake In dit hoofdstuk worden alle standaard, landspe‐ cifieke en speciale uitrustingen beschreven die in Het systeem regelt de aandrijfkracht door de au‐ de modelserie aangeboden worden. Daarom tomatische remingreep aan de afzonderlijke wie‐ worden er ook uitrustingen en functies beschre‐...
Pagina 179
Rijstabiliteitsregelsystemen BEDIENING Veiligheidsvoorschriften Controlelampje brandt: DSC is uitgevallen. DSC deactiveren: DSC OFF WAARSCHUWING Het systeem ontlast u niet van persoonlijke ver‐ Algemeen antwoordelijkheid om de verkeerssituatie juist in te schatten. Wegens systeembeperkingen Door DSC uit te schakelen wordt de rijstabiliteit kan het systeem niet in alle verkeerssituaties bij het accelereren en in bochten minder.
Pagina 180
Rijstabiliteitsregelsystemen BEDIENING Dynamic Traction Control Performance Control Met Performance Control wordt de auto wend‐ baarder. Principe Ter verbetering van de wendbaarheid worden, bij Het DTC-systeem is een op tractie geoptimali‐ sportieve rijstijl, afzonderlijke wielen afgeremd. seerde variant van de dynamische stabiliteitsre‐ geling DSC.
Pagina 181
Rijstabiliteitsregelsystemen BEDIENING Overzicht Snelheid verhogen of verlagen Toets in de auto Met de tuimelschakelaar van de snelheidsregeling De gewenste snelheid kan met de tuimelschake‐ laar van de snelheidsregeling aan het stuurwiel worden veranderd. HDC activeren ▷ Tuimelschakelaar naar boven drukken: snel‐ Toets indrukken.
Pagina 182
Rijstabiliteitsregelsystemen BEDIENING Servotronic Overzicht Toets in de auto Principe De servotronic is een snelheidsafhankelijke stuurbekrachtiging. Bij lage snelheden wordt de stuurkracht meer ondersteund dan bij hogere snelheden. Daardoor wordt bijv. het inparkeren vereenvoudigd en wordt de besturing directer bij sneller rijden. Bovendien wordt de stuurkracht aangepast aan het rijprogramma zodat een sportief-direct of comfortabel stuurgedrag wordt overgebracht.
Pagina 183
Rijstabiliteitsregelsystemen BEDIENING SPORT configureren "ECO PRO configureren" Gewenste instelling selecteren. Via iDrive: De instelling wordt opgeslagen voor het momen‐ "Mijn auto" teel gebruikte bestuurdersprofiel. "Auto instellingen" Evt. "Rijmodus" Weergaven "SPORT configureren" Selectie van het programma Gewenste instelling selecteren. De instelling wordt opgeslagen voor het momen‐ Bij het drukken van de toets teel gebruikte bestuurdersprofiel.
Pagina 184
Rijstabiliteitsregelsystemen BEDIENING Wegrijassistent Principe Het systeem ondersteunt bij het hellingopwaarts wegrijden. Gebruik van de parkeerrem is hiervoor niet vereist. Wegrijden met wegrijassistent Auto met rempedaal op zijn plaats houden. Rempedaal loslaten en vlot wegrijden. Na het loslaten van het rempedaal wordt de auto gedurende circa 2 seconden op zijn plaats ge‐...
Pagina 185
Rijcomfort BEDIENING Rijcomfort Uitrusting van de auto Algemeen Om voorliggende voertuigen te herkennen, is In dit hoofdstuk worden alle standaard, landspe‐ aan de binnenspiegel een camera aangebracht. cifieke en speciale uitrustingen beschreven die in Naargelang de voertuiginstelling kunnen de ken‐ de modelserie aangeboden worden.
Pagina 186
Rijcomfort BEDIENING Camera WAARSCHUWING Voor de waarneming van voertuigen wordt een De ingestelde snelheid kan abusievelijk ver‐ camera bij de binnenspiegel gebruikt. keerd ingesteld of opgeroepen worden. Er be‐ staat gevaar voor ongevallen. Ingestelde snel‐ heid aan de verkeerssituatie aanpassen. Verkeerssituatie observeren en in de betref‐...
Pagina 187
Rijcomfort BEDIENING Uitschakelen Snelheid instellen Bij uitschakelen in stilstand tegelijkertijd de rem Snelheid handhaven, opslaan intrappen. Toets op het stuurwiel indrukken. De weergaven verdwijnen. De opgeslagen ge‐ wenste rijsnelheid wordt gewist. Handmatig onderbreken Toets op het stuurwiel indrukken. Bij onderbreken in stilstand tegelijkertijd de rem Schakelaar in onderbroken toestand één keer intrappen.
Pagina 188
Rijcomfort BEDIENING Snelheidsregeling voortzetten ▷ Drukken van de tuimelschakelaar tot het drukpunt verhoogt of verlaagt de gewenste rijsnelheid telkens met circa 1 km/h. Algemeen ▷ Drukken op de tuimelschakelaar door het Een onderbroken snelheidsregeling kan door op‐ drukpunt heen verandert de gewenste snel‐ roepen van de opgeslagen snelheid hervat wor‐...
Pagina 189
Rijcomfort BEDIENING Toets indrukken en ingedrukt houden of Afstandsindicatie Afstand 1 Toets indrukken en ingedrukt houden. Het controlelampje in het instrumenten‐ Afstand 2 paneel gaat branden. Om de afstandsregeling weer in te schakelen, Afstand 3 toets opnieuw kort indrukken. Is na inschakelen van het systeem au‐ Na het omschakelen van de afstandsregeling tomatisch ingesteld.
Pagina 190
Rijcomfort BEDIENING Invoegende voertuigen Systeem onderbroken of afstandsrege‐ ling gedeactiveerd omdat het gaspedaal werd ingetrapt zonder herkend voertuig. Afstandsregeling gedeactiveerd, omdat het gaspedaal werd ingetrapt met her‐ kend voertuig. Weergaven in het Head-Up Display Een voorligger wordt pas herkend, als deze zich Een deel van de informatie over het systeem kan volledig op de eigen strook bevindt.
Pagina 191
Rijcomfort BEDIENING Oplettend rijden en zelf reageren op de heer‐ sende verkeerssituatie. Evt. actief ingrijpen, bij‐ voorbeeld door remmen, sturen of uitwijken. Motorvermogen De gewenste snelheid kan op hellingen mogelijk niet aangehouden worden, wanneer het motor‐ vermogen niet toereikend is. Bij het naderen van een bocht kan het systeem Storing in verband met de kromming van de bocht kort‐...
Pagina 192
Rijcomfort BEDIENING Veiligheidsvoorschriften Overzicht Toetsen op stuurwiel WAARSCHUWING Het systeem ontlast u niet van persoonlijke ver‐ Toets Functie antwoordelijkheid om de verkeerssituatie juist Snelheidsregeling aan/uit, zie pa‐ in te schatten. Wegens systeembeperkingen gina 192. kan het systeem niet in alle verkeerssituaties zelfstandig op gepaste wijze reageren.
Pagina 193
Rijcomfort BEDIENING Snelheid wijzigen ▷ Als de bestuurder remt. ▷ Als de koppeling enkele seconden ingetrapt wordt of bij niet-ingeschakelde versnelling losgelaten wordt. ▷ Als voor de snelheid een te hoge versnelling ingeschakeld is. ▷ Als keuzehendelstand N wordt ingeschakeld. ▷...
Pagina 194
Rijcomfort BEDIENING Weergaven in het Head-Up In de volgende gevallen wordt de opgeslagen snelheidswaarde gewist en kan deze niet meer Display worden opgeroepen: Een deel van de informatie over het systeem kan ▷ Bij het uitschakelen van het systeem. ook worden weergegeven op het Head-Up Dis‐ ▷...
Pagina 195
Rijcomfort BEDIENING Veiligheidsvoorschriften Ultrasone sensoren Ultrasone sensoren van de PDC, bijvoorbeeld in de bumpers. WAARSCHUWING Het systeem ontlast u niet van persoonlijke ver‐ antwoordelijkheid om de verkeerssituatie juist in te schatten. Wegens systeembeperkingen kan het systeem niet in alle verkeerssituaties Voorwaarden voor een correcte zelfstandig op gepaste wijze reageren.
Pagina 196
Rijcomfort BEDIENING Automatisch uitschakelen bij Volume vooruitrijden De verhouding tussen het volume van de PDC- signaaltoon en het volume van het entertainment Het systeem wordt bij overschrijding van een be‐ kan ingesteld worden. paalde afstand of een bepaald snelheidsbereik uitgeschakeld. Via iDrive: Indien nodig het systeem weer inschakelen.
Pagina 197
Rijcomfort BEDIENING Grenzen van het systeem ▷ Bij objecten met hoeken en scherpe kanten. ▷ Bij objecten met een dunne oppervlakte of Veiligheidsaanwijzing structuur, bijvoorbeeld hekken. ▷ Bij objecten met poreuze oppervlakken. WAARSCHUWING ▷ Bij uitstekende lading. Het systeem kan door beperkingen van het ▷...
Pagina 198
Rijcomfort BEDIENING Storing Overzicht Er wordt een Check-Control-melding weergege‐ Afhankelijk van de uitvoering: toets ven. in auto Op het Control Display wordt het detectiegebied van de sensoren gearceerd weergegeven. PDC is uitgevallen. Het systeem door een servi‐ cepartner van de fabrikant of een andere gekwa‐ lificeerde servicepartner of vakwerkplaats laten controleren.
Pagina 199
Rijcomfort BEDIENING Automatisch uitschakelen bij Controller eventueel naar links kantelen. vooruitrijden ▷ Parkeerhulplijnen Het systeem wordt bij overschrijding van een be‐ "Parkeerhulplijnen" paalde afstand of een bepaald snelheidsbereik Rij- en draaicirkellijnen worden weergegeven. uitgeschakeld. ▷ Obstakelmarkering Indien nodig het systeem weer inschakelen. "Obstakelmarkering"...
Pagina 200
Rijcomfort BEDIENING Draaicirkellijnen Twee statische cirkelsegmenten tonen de af‐ stand van de aanhangwagen tot de trekhaak. De draaicirkellijnen kunnen alleen samen met de Een van de stuuruitslag afhankelijke koppelings‐ rijlijnen in het beeld van de achteruitrijcamera lijn helpt de aanhangwagen in lijn te brengen met worden geprojecteerd.
Pagina 201
Rijcomfort BEDIENING Inparkeren aan de hand van rij- Grenzen van het systeem en draaicirkellijnen Herkenning van objecten Auto zodanig opstellen, dat de draaicirkellij‐ Zeer lage obstakels of hoger liggende, vooruit‐ nen binnen de begrenzing van de parkeer‐ stekende objecten, bijvoorbeeld uitspringende plaats vallen.
Pagina 202
Rijcomfort BEDIENING ▷ Inschakelen en activeren. OPMERKING ▷ Het zoeken naar een parkeerruimte. Het systeem kan tegen of over stoepranden ▷ Het inparkeren. sturen. Er bestaat gevaar voor schade. Ver‐ De status van het systeem en de noodzakelijke keerssituatie observeren en in de betreffende handelingsaanwijzingen worden op het Control situaties actief ingrijpen.
Pagina 203
Rijcomfort BEDIENING Voorwaarden voor een correcte Parkeerassistent wordt automatisch geacti‐ veerd. werking Inschakelen met de Ultrasone sensoren achteruitversnelling De correcte werking waarborgen: Achteruitversnelling inschakelen. ▷ Sensoren niet afdekken, bijvoorbeeld met De actuele status van het zoeken naar een par‐ stickers. keerruimte wordt op het Control Display weerge‐...
Pagina 204
Rijcomfort BEDIENING ▷ Parkeerprocedure actief. Be‐ ▷ "Parkeerassistent" Symbool op het Con‐ sturing is overgenomen. trol Display selecteren. ▷ Parkeerhulptoets indrukken. Automatisch afbreken ▷ Zoeken naar parkeerruimten is bij langzaam recht vooruitrijden altijd actief, ook bij ge‐ De werking van systeem wordt in de volgende si‐ deactiveerd systeem.
Pagina 205
Rijcomfort BEDIENING Grenzen van het systeem ▷ Bij externe storing van het ultrasone signaal, bijvoorbeeld door voorbijrijdende voertuigen of lawaaiige machines. Veiligheidsaanwijzing ▷ Bij vuile, bevroren, beschadigde of verstelde sensoren. WAARSCHUWING ▷ Bij bepaalde weersomstandigheden, bijv. Het systeem kan door beperkingen van het hoge luchtvochtigheid, regen, sneeuwval, ex‐...
Pagina 206
Klimaatregeling BEDIENING Klimaatregeling Uitrusting van de auto ▷ Interieur met emissiecontrole. ▷ Microfilter. In dit hoofdstuk worden alle standaard, landspe‐ ▷ Klimaatregeling om temperatuur, luchtstroom cifieke en speciale uitrustingen beschreven die in en luchtrecirculatiefunctie te regelen. de modelserie aangeboden worden. Daarom Afhankelijk van de uitvoering: worden er ook uitrustingen en functies beschre‐...
Pagina 207
Klimaatregeling BEDIENING 3 Luchthoeveelheid 7 Stoelverwarming, rechts 88 4 Indicatie luchthoeveelheid 8 Achterruitverwarming 5 Luchtrecirculatiefunctie 9 Stoelverwarming, links 88 6 Temperatuur Aircofuncties in detail Koelfunctie Principe Systeem in-/uitschakelen De lucht in het interieur wordt gekoeld, gedroogd Inschakelen en afhankelijk van de temperatuurinstelling weer verwarmd.
Pagina 208
Klimaatregeling BEDIENING automatisch uit, om beslaan van de ruiten te ▷ Ruiten. voorkomen. ▷ Ter hoogte van het bovenlichaam. Bij continu ingeschakelde luchtrecirculatie ver‐ ▷ Beenruimte. slechtert de luchtkwaliteit in de auto en beslaan ▷ Ruiten, ter hoogte van het bovenlichaam de ruiten steeds meer.
Pagina 210
Klimaatregeling BEDIENING Instellen Voorwaarden voor een correcte werking De functie is boven een buitentemperatuur van Aan de draaiknop draaien om de circa 0 ℃ en bij draaiende motoren beschikbaar. gewenste temperatuur in te stel‐ len. In-/uitschakelen Toets indrukken. De geselecteerde temperatuur wordt op het dis‐ LED brandt bij ingeschakeld systeem.
Pagina 211
Klimaatregeling BEDIENING Intensiteit ▷ LED's uit: buitenlucht stroomt continu naar binnen. Bij ingeschakeld AUTO-programma kan de in‐ tensiteit worden ingesteld. Hiermee wordt de au‐ ▷ Linkse LED aan, AUC-werking: een sensor tomatische regeling voor de luchthoeveelheid herkent schadelijke stoffen in de buitenlucht gewijzigd.
Pagina 212
Klimaatregeling BEDIENING Luchtverdeling handmatig Ruiten ontdooien en ontwasemen Principe Principe De luchtverdeling voor de klimaatregeling kan IJs en condens verdwijnen snel van de voorruit handmatig ingesteld worden. en voorste zijruiten. Instellen In-/uitschakelen Toets herhaald indrukken om een pro‐ Toets indrukken. gramma te selecteren: LED brandt bij ingeschakeld systeem.
Pagina 213
Klimaatregeling BEDIENING Ventilatie Standventilatie Ventilatie, voor Principe De standventilatie ventileert het interieur en laat de temperatuur in de auto zo nodig dalen. Algemeen De standventilatie kan met behulp van twee in‐ gestelde inschakeltijden of direct worden in- en uitgeschakeld. Het systeem blijft 30 minuten in‐ geschakeld.
Pagina 214
Klimaatregeling BEDIENING Inschakeltijd instellen Via iDrive: "Mijn auto" "Auto instellingen" Evt. "Klimaatcomfort" "Ventilatie in stilstand" Gewenste inschakeltijd selecteren. Gewenste tijd instellen. Inschakeltijd inschakelen Via iDrive: "Mijn auto" "Auto instellingen" Evt. "Klimaatcomfort" "Naar inschakeltijd om:" Gewenste inschakeltijd activeren. Symbool op de airconditioning licht op bij ge‐ activeerde inschakeltijd.
Pagina 215
Interieuruitrusting BEDIENING Interieuruitrusting Uitrusting van de auto Asbak/aansteker In dit hoofdstuk worden alle standaard, landspe‐ Asbak cifieke en speciale uitrustingen beschreven die in de modelserie aangeboden worden. Daarom Openen worden er ook uitrustingen en functies beschre‐ ven die niet in een voertuig beschikbaar zijn, bijv. omwille van de geselecteerde speciale opties of landuitvoering.
Pagina 216
Interieuruitrusting BEDIENING Veiligheidsvoorschriften OPMERKING Als metalen voorwerpen in de contactdoos WAARSCHUWING kunnen vallen, kunnen deze kortsluiting veroor‐ Apparaten en kabels in het activeringsgebied zaken. Er bestaat gevaar voor schade. Na ge‐ van de airbags, zoals draagbare navigatiesyste‐ bruik van de contactdoos de aansteker of de men, kunnen het activeren van de airbag be‐...
Pagina 217
Interieuruitrusting BEDIENING In de passagiersruimte USB-aansluiting voorin In de middenconsole De contactdoos bevindt zich onder het dash‐ boardkastje. De USB-aansluiting bevindt zich in de midden‐ console. In de bagageruimte Eigenschappen zonder Wireless Charging: ▷ USB-aansluiting type A. ▷ Voor het opladen van mobiele apparaten en voor het overdragen van gegevens.
Pagina 218
Interieuruitrusting BEDIENING In de middenconsole vooraan ▷ USB-apparaat tegen mechanische beschadi‐ gingen beschermen. ▷ In verband met de grote keuze aan verkrijg‐ bare USB-apparaten kan niet elk apparaat via de auto worden bediend. ▷ USB-apparaten niet blootstellen aan extreme omgevingsomstandigheden, bijvoorbeeld zeer hoge temperaturen, zie handleiding van het apparaat.
Pagina 219
Interieuruitrusting BEDIENING ▷ Laden van de accu van een mobiele telefoon die Qi ondersteunt en andere mobiele appa‐ OPMERKING raten die de Qi-norm ondersteunen. Het bergvak is bestemd voor mobiele telefoons ▷ Aansluiting van de mobiele telefoon op de tot een bepaalde grootte. Het met geweld in buitenantenne.
Pagina 220
Interieuruitrusting BEDIENING Bediening LED-aanduidingen Mobiele telefoon aanbrengen Kleur Betekenis De mobiele telefoon mag niet groter zijn dan Blauw Mobiele telefoon opgeladen. circa 150 x 78 x 16 mm. Afhankelijk van het model en de auto dooft de blauwe LED als de geplaatste Middenarmsteun openen.
Pagina 221
Interieuruitrusting BEDIENING Algemeen Bagageruimtebodem verwijderen Om bagage op te bergen die veel ruimte in be‐ Achterste deel van de bagageruimtebodem slag neemt kan de bagageruimteafdekking wor‐ naar voren omklappen. den afgenomen. Verwijderen Bevestigingsbanden aan de achterklep los‐ maken. Afdekking iets optillen, pijl 1, en naar achteren uit de houders, pijl 2, trekken.
Pagina 222
Interieuruitrusting BEDIENING Omhoog geklapte positie Bagageruimte vergroten Veiligheidsaanwijzing Principe Afhankelijk van de uitrusting kan de bagage‐ ruimte als volgt worden vergroot: WAARSCHUWING ▷ De rugleuningen kunnen worden omgeklapt. Een ondeskundig gebruik van de bagageruim‐ tebodem kan bijv. bij rem- en uitwijkmanoeu‐ ▷...
Pagina 223
Interieuruitrusting BEDIENING Achterleuning vanuit het interieur rugleuningen achterin gebruiken. Geen voor‐ werpen aan de lussen bevestigen. achterin omklappen Aan de lus trekken om de achterbankleuning te ontgrendelen. WAARSCHUWING Als de achterbankleuning niet is vergrendeld, is de beschermende werking van de middelste veiligheidsgordel niet gewaarborgd.
Pagina 224
Interieuruitrusting BEDIENING Bagageruimtescheidingsnet Bagageruimtescheidingsnet, groot Als de achterbankleuning is neergeklapt het grote bagageruimtescheidingsnet achter de voorstoelen monteren. Achterbankleuning omklappen, zie pa‐ gina 222. Afdekkappen boven bij het dakframe open‐ Bagageruimtescheidingsnet, klein klappen tot ze vastklikken. Bij rechtopstaande achterbankleuning het kleine bagageruimtescheidingsnet achter de 2e zitting‐...
Pagina 225
Opbergvakken BEDIENING Opbergvakken Uitrusting van de auto ▷ Opbergvak in de middenconsole voorin, zie pagina 225. ▷ Dashboardkastje aan passagierszijde, zie pa‐ In dit hoofdstuk worden alle standaard, landspe‐ gina 226. cifieke en speciale uitrustingen beschreven die in de modelserie aangeboden worden. Daarom ▷...
Pagina 226
Opbergvakken BEDIENING Dashboardkastje Er bestaat kans op letsel. Het dashboardkastje na het gebruiken direct sluiten. Passagierszijde Openen Veiligheidsaanwijzing WAARSCHUWING Het dashboardkastje steekt opengeklapt in het interieur uit. Losse voorwerpen in het dash‐ boardkastje kunnen tijdens het rijden door het interieur worden geslingerd, bijvoorbeeld bij een ongeval of bij rem- en uitwijkmanoeuvres.
Pagina 227
Opbergvakken BEDIENING Middenarmsteun Bekerhouder Voorin Veiligheidsaanwijzing In de armleuning tussen de voorstoelen bevindt zich een opbergvak. WAARSCHUWING Ongeschikte verpakkingen in de bekerhouders Openen kunnen de bekerhouders beschadigen of in het interieur worden geslingerd, bijv. bij een onge‐ val, rem- of uitwijkmanoeuvre. Gemorste vloei‐ stoffen kunnen ervoor zorgen dat u wordt afge‐...
Pagina 228
Opbergvakken BEDIENING WAARSCHUWING Bij ondeskundig gebruik van de kledinghaken kan bijvoorbeeld bij rem- en uitwijkmanoeuvres gevaar ontstaan door in het rond vliegende voorwerpen. Er bestaat kans op letsel of schade. Alleen lichte voorwerpen, bijvoorbeeld kledingstukken, aan de kledinghaken hangen. Trek de middenarmsteun naar voren aan de lus. Voor het openen: toets indrukken.
Pagina 229
Opbergvakken BEDIENING In de bagageruimte bevindt zich aan elke zijde een multifunctionele haak. Spanband Aan de linker zijbekleding bevindt zich een span‐ band voor het vastzetten van kleine voorwerpen. Bevestigingsogen in de bagageruimte Voor het vastzetten van de bagage, zie pa‐ gina 236, zijn bevestigingsogen aangebracht in de bagageruimte.
Pagina 230
Bij het rijden in acht nemen RIJTIPS Bij het rijden in acht nemen Uitrusting van de auto Motor, versnellingsbak en differentieel In dit hoofdstuk worden alle standaard, landspe‐ Tot 2000 km cifieke en speciale uitrustingen beschreven die in de modelserie aangeboden worden. Daarom Maximale motortoerental en snelheid niet over‐...
Pagina 231
Bij het rijden in acht nemen RIJTIPS Rijden op slechte wegen Na het rijden op slechte wegen Na het rijden op slechte wegen de wielen en banden controleren op beschadiging om de ver‐ Principe dere rijveiligheid te garanderen. De carrosserie Door de hogere bodemvrijheid kan met de auto vrijmaken van grove verontreinigingen.
Pagina 232
Bij het rijden in acht nemen RIJTIPS Bij benzinemotor: Uitlaatgaspartikelfilter reinigen WAARSCHUWING tijdens het rijden Als brandbare materialen, bijvoorbeeld bladeren of gras, met hete onderdelen van het uitlaatsys‐ Door verschillende rijprofielen vindt een zelfreini‐ teem in contact komen, kunnen deze materia‐ ging plaats van de uitlaatgaspartikelfiler.
Pagina 233
Bij het rijden in acht nemen RIJTIPS tenne om wederzijdse storing te voorkomen en De auto blijft bestuurbaar. Eventuele obstakels de straling buiten het interieur te houden. met zo rustig mogelijke stuurbewegingen ontwij‐ ken. Het pulseren van het rempedaal en hydraulische Aquaplaning regelgeluiden wijzen erop dat het ABS in werking Op natte of modderige wegen kan zich tussen...
Pagina 234
Bij het rijden in acht nemen RIJTIPS Condenswater bij geparkeerde ders kan het remsysteem oververhit geraken en wordt de remwerking gereduceerd. auto De remwerking van de motor kan door handma‐ In de airconditioning ontstaat condenswater, dat tig terugschakelen, eventueel tot in de eerste onder de auto wegloopt.
Pagina 235
Belading RIJTIPS Belading Uitrusting van de auto WAARSCHUWING Apparaten met een stekkerverbinding naar de In dit hoofdstuk worden alle standaard, landspe‐ auto, bijvoorbeeld mobiele telefoons of losse cifieke en speciale uitrustingen beschreven die in voorwerpen, kunnen tijdens het rijden door het de modelserie aangeboden worden.
Pagina 236
Belading RIJTIPS Bagage opbergen en Hulpmiddelen voor het vastzetten van de ba‐ gage, zoals sjorbanden, spanbanden, trekbanden vastzetten of bagagenetten, aan de bevestigingsogen in de bagageruimte bevestigen. ▷ Scherpe randen en hoeken aan de bagage Voor het vastzetten van de bagage met het ba‐ afdekken.
Pagina 237
Belading RIJTIPS ▷ Dakbelading gelijkmatig verdelen. gereden, controleren of de kogelkop correct vergrendeld is. ▷ Dakbelading mag geen groot vlak beslaan. ▷ De zwaarste bagagestukken onderop leggen. Locatie ▷ Dakbagage veilig bevestigen, bijvoorbeeld met spanbanden vastsjorren. De kogelkop buiten het voertuig opslaan, bijv. bij ▷...
Pagina 238
Belading RIJTIPS Weergave op de kogelkop Het slot is ontgrendeld, wanneer de draaiknop in‐ gedrukt kan worden, pijl 1. De kleur van de weergave op de kogelkop geeft de toestand van de vergrendeling aan. Handwiel voorspannen Kleur Toestand van de Bij een oranje weergave moet het handwiel wor‐...
Pagina 239
Belading RIJTIPS Kogelkop plaatsen ▷ De weergave op het handwiel is groen. Afdekking van de houder naar beneden trek‐ ▷ Kogelkop ligt precies in de houder. ken en in de auto opbergen. ▷ Slot is vergrendeld en de sleutel is eraf ge‐ trokken.
Pagina 240
Belading RIJTIPS Stopcontact voor bagagerek achter Stroomverbruik Voor het begin van de rit de werking van de ach‐ Algemeen terlichten van de aanhangwagen of het bagage‐ De contactdoos bevindt zich onder de bumper rek achter controleren. naast de houder voor de kogelkop. Het vermogen van de aanhangwagenachterlich‐...
Pagina 241
Belading RIJTIPS Rijden met achterdrager Beladen bagagerek achter veranderen het rij- en stuurgedrag van de auto omdat het zwaartepunt wordt verplaatst. Daarom bij het beladen en rijden het volgende in acht nemen: ▷ Toegestane aslast en toegestane totaalge‐ wicht niet overschrijden. ▷...
Pagina 242
Trekken van een aanhangwagen RIJTIPS Trekken van een aanhangwagen Uitrusting van de auto Belading De bagage zo gelijkmatig mogelijk over het laad‐ In dit hoofdstuk worden alle standaard, landspe‐ vlak verdelen. cifieke en speciale uitrustingen beschreven die in De belading zo laag mogelijk en in de nabijheid de modelserie aangeboden worden.
Pagina 243
Trekken van een aanhangwagen RIJTIPS Stroomverbruik WAARSCHUWING Voor het begin van de rit de werking van de ach‐ Door de grotere asbelasting bij het rijden met terlichten van de aanhangwagen of het bagage‐ een aanhangwagen moet de bandenspanning rek achter controleren. worden aangepast.
Pagina 244
Trekken van een aanhangwagen RIJTIPS Parkeerrem blijft vastgezet zolang aan de ▷ Wanneer een aanhangwagen direct schaart, schakelaar wordt getrokken. bijvoorbeeld bij gladheid of op wegen met een losse ondergrond. Om weg te rijden: gas geven en schakelaar loslaten. ▷ Als een aanhangwagen met een hoog zwaar‐...
Pagina 245
Trekken van een aanhangwagen RIJTIPS Overzicht De vleugelschroef losdraaien om de afdekking te verwijderen, pijl. 1 Weergave van de vergrendeling 2 Slot Zonder noodwiel 3 Handwiel De afneembare kogelkop bevindt zich onder de bagageruimtebodem. Weergave op de kogelkop Bevestiging voor kogelkop De kleur van de weergave op de kogelkop geeft de toestand van de vergrendeling aan.
Pagina 246
Trekken van een aanhangwagen RIJTIPS Kogelkop aanbrengen Kogelkop plaatsen Afdekking van de houder naar beneden trek‐ Voorwaarden voor een correcte ken en in de auto opbergen. werking De kogelkop kan worden geplaatst wanneer aan de volgende voorwaarden wordt voldaan: ▷ Het slot is geopend.
Pagina 247
Trekken van een aanhangwagen RIJTIPS Aanhangwagencontactdoos ▷ De weergave op het handwiel is groen. ▷ Kogelkop ligt precies in de houder. Algemeen ▷ Slot is vergrendeld en de sleutel is eraf ge‐ trokken. De contactdoos bevindt zich onder de bumper naast de houder voor de kogelkop.
Pagina 248
Trekken van een aanhangwagen RIJTIPS Oog voor borgkabel Er bevindt zich een oog aan de bevestiging van de trekhaak voor het vergrendelen van de aan‐ hangwagen-borgkabel. Voor meer veiligheid de aanhangwagen-borgka‐ bel tijdens het rijden met aanhangwagen in het oog bevestigen. Let erop dat de borgkabel vrij kan bewegen en niet over de grond sleept.
Pagina 249
Brandstofverbruik verlagen RIJTIPS Brandstofverbruik verlagen Uitrusting van de auto Aanbouwdelen aan de auto zijn van invloed op de aerodynamica en verhogen het brandstofver‐ bruik. In dit hoofdstuk worden alle standaard, landspe‐ cifieke en speciale uitrustingen beschreven die in de modelserie aangeboden worden. Daarom Ruiten en glazen dak worden er ook uitrustingen en functies beschre‐...
Pagina 250
Auto regelmatig laten onderhouden om een opti‐ De brandstoftoevoer wordt bij vaart minderen maal rendement en een lange levensduur te be‐ onderbroken. reiken. BMW adviseert onderhoudswerkzaamhe‐ den door een BMW servicepartner te laten uitvoeren. Motor bij langer stoppen Hiervoor ook het BMW onderhoudssysteem, zie afzetten pagina 291, in acht nemen.
Pagina 251
Brandstofverbruik verlagen RIJTIPS Via iDrive De verkregen afstandswinst kan in het instru‐ mentenpaneel als bonusactieradius worden "Mijn auto" weergegeven. "Auto instellingen" Evt. "Rijmodus" Algemeen "ECO PRO configureren" Het systeem omvat de volgende functies en weergaven van EfficientDynamics: Gewenste instelling selecteren. ▷...
Pagina 252
Brandstofverbruik verlagen RIJTIPS ECO PRO besparingspotentieel ECO PRO tip - Rijaanwijzing Er wordt weergegeven hoeveel procent van het De ECO PRO tip geeft aan dat de rijstijl mogelijke besparingspotentieel met de actuele bijvoorbeeld door gas terugnemen gun‐ configuratie kan worden bereikt. stig voor het verbruik kan worden aange‐...
Pagina 253
Brandstofverbruik verlagen RIJTIPS Weergaven op het Control Verbruiksgeschiedenis resetten Display "Mijn auto" "Techniek beleven" EfficientDynamics-informatie "EfficientDynamics" weergeven Symbool selecteren. De momentele werking van de ECO PRO func‐ ties kan op het Control Display worden weerge‐ Toets indrukken. geven. "Verbruiksgegevens terugzetten" Via iDrive: "Mijn auto"...
Pagina 254
Brandstofverbruik verlagen RIJTIPS Weergave Anticipeerhulp gebruiken Er wordt een naderend routegedeelte weergege‐ Weergave in het ven: instrumentenpaneel Gas terugnemen. De aanwijzing voor een naderend route‐ Auto laten uitrollen totdat het weergegeven gedeelte wordt gegeven als ECO PRO- routegedeelte is bereikt. tip voor anticiperend vertragen.
Pagina 255
Brandstofverbruik verlagen RIJTIPS Weergave rience Control is Coasting automatisch geacti‐ veerd en kan het niet worden gedeactiveerd. Weergave in het Een anticiperende rijstijl helpt om de functie zo instrumentenpaneel vaak mogelijk te gebruiken en ondersteunt de verbruiksverlagende werking van het uitrollen. De toerenteller geeft het stationaire toerental aan.
Pagina 256
Brandstofverbruik verlagen RIJTIPS Rijstijlanalyse Weergave op het Control Display Principe De functie helpt om een bijzonder efficiënte rijstijl te ontwikkelen en brandstof te besparen. Hiervoor wordt de rijstijl geanalyseerd. De eva‐ luatie vindt plaats in verschillende categorieën en wordt weergegeven op het Control Display. Met behulp van deze weergave kan de indivi‐...
Pagina 257
Brandstofverbruik verlagen RIJTIPS Online Edition for Part no. 01405A47C81 - X/21...
Pagina 258
Tanken MOBILITEIT Tanken Uitrusting van de auto Tankdop In dit hoofdstuk worden alle standaard, landspe‐ Openen cifieke en speciale uitrustingen beschreven die in Voor het openen van de tankdopklep op de de modelserie aangeboden worden. Daarom achterste rand drukken, pijl. De tankdopklep worden er ook uitrustingen en functies beschre‐...
Pagina 259
Tanken MOBILITEIT Sluiten Veiligheidsaanwijzing WAARSCHUWING OPMERKING De bevestigingsband van de tankdop kan bij Brandstoffen zijn giftig en agressief. Als de het vastdraaien worden ingeklemd en platge‐ brandstoftank te ver wordt gevuld, kan het drukt. De dop kan dan niet correct gesloten brandstofsysteem worden beschadigd.
Pagina 260
Brandstof MOBILITEIT Brandstof Uitrusting van de auto In dit hoofdstuk worden alle standaard, landspe‐ cifieke en speciale uitrustingen beschreven die in de modelserie aangeboden worden. Daarom worden er ook uitrustingen en functies beschre‐ ven die niet in een voertuig beschikbaar zijn, bijv. omwille van de geselecteerde speciale opties of landuitvoering.
Pagina 261
Brandstof MOBILITEIT Veiligheidsaanwijzing OPMERKING Verkeerde brandstoffen kunnen het brandstof‐ OPMERKING systeem en de motor beschadigen. Er bestaat Al kleine hoeveelheden van de verkeerde gevaar voor schade. Geen brandstoffen met brandstof of verkeerde brandstofadditieven hoger aandeel ethanol als aanbevolen tanken. kunnen het brandstofsysteem en de motor be‐ Geen methaanhoudige brandstoffen tanken, schadigen.
Pagina 262
Control Display. AdBlue laten bijvullen Via iDrive: BMW adviseert het reductiemiddel te laten bij‐ "Mijn auto" vullen door een servicepartner in het kader van "Autostatus" het regelmatige onderhoud.
Pagina 263
Als geen pomp beschikbaar is, kan reductiemid‐ del via een verpakking bijgevuld worden. Reduc‐ AdBlue zelf bijvullen tiemiddel is in verschillende verpakkingen ver‐ krijgbaar. Bij voorkeur de door BMW aanbevolen Veiligheidsvoorschriften speciale fles gebruiken. Met deze fles en de spe‐ ciale adapter kan reductiemiddel eenvoudig bij‐...
Pagina 264
Brandstof MOBILITEIT Reductiemiddel via de pomp De tank is vol wanneer het vulpistool voor de eerste keer afslaat. bijvullen Algemeen Bij het tanken het vulpistool in de vulhals plaat‐ sen. Het optillen van het vulpistool tijdens het tanken leidt tot: ▷...
Pagina 265
Brandstof MOBILITEIT Na een korte rit gaat de reserveweergave uit. AdBlue op minimum Na het bijvullen wordt de weer‐ gave nog steeds getoond. De motor kan pas gestart worden nadat de weergave verdwijnt. Contact inschakelen. Weergave verdwijnt circa 1 minuut. De motor kan gestart worden.
Pagina 266
Wielen en banden MOBILITEIT Wielen en banden Uitrusting van de auto Gegevens betreffende de bandenspanning In dit hoofdstuk worden alle standaard, landspe‐ Aan de portierstijlen cifieke en speciale uitrustingen beschreven die in de modelserie aangeboden worden. Daarom worden er ook uitrustingen en functies beschre‐ ven die niet in een voertuig beschikbaar zijn, bijv.
Pagina 267
Wielen en banden MOBILITEIT Bandenspanning controleren Snelheidsletter Algemeen Aanduiding Maximale snelheid Banden warmen op tijdens het rijden. De ban‐ tot 160 km/h denspanning wordt hoger naarmate de tempera‐ tot 170 km/h tuur stijgt. Banden vertonen een natuurlijk, gelijkmatig ver‐ tot 180 km/h lies van bandenspanning.
Pagina 268
Wielen en banden MOBILITEIT De posities van de slijtagemarkeringen zijn op de zijkant van de band met TWI, Tread Wear Indica‐ WAARSCHUWING tor, gemarkeerd. Door snel over obstakels, bijvoorbeeld stoe‐ pranden of schade aan de weg, heen te rijden, kunnen banden beschadigd raken. Grotere Bandbeschadiging banden hebben een kleinere banddoorsnede.
Pagina 269
Wielen en banden MOBILITEIT Aanbevolen bandenmerken de fabrikant van het voertuig de volgende eigen‐ schappen aanbevolen en als geschikt aangeduid: ▷ Wiel-bandcombinaties. ▷ Velguitvoeringen. ▷ Bandenmaten. ▷ Bandenmerken. De toegelaten wielen en banden voor het voer‐ tuig en de speciale uitvoeringen kunnen bij een servicepartner van de fabrikant of een andere ge‐...
Pagina 270
Wielen en banden MOBILITEIT Winterbanden Voor- en achterwielen vervangen Op de voor- en achteras ontstaan vanwege de verschillende rijomstandigheden verschillende slijtagepatronen. Voor gelijkmatige slijtage kun‐ nen de voor- en achterwielen onderling worden verwisseld. Meer informatie is bij een service‐ partner van de fabrikant of een andere gekwalifi‐ ceerde servicepartner of vakwerkplaats verkrijg‐...
Pagina 271
Wielen en banden MOBILITEIT Bandenpech verhelpen Veiligheidsvoorschriften Veiligheidsmaatregelen WAARSCHUWING Bij banden met noodloopeigenschappen zon‐ ▷ Auto zo ver mogelijk uit de buurt van de ver‐ der of met een geringe bandenspanning veran‐ keersstroom en op een vaste ondergrond deren de rijeigenschappen, bijv. verminderde parkeren.
Pagina 272
Wielen en banden MOBILITEIT Compressor deren als ze zichtbaar uit de banden uitste‐ ken. ▷ Stickers voor de snelheidslimiet van de fles met bandenafdichtmiddel lostrekken en op het stuurwiel plakken. ▷ Door de toepassing van afdichtmiddel kan de RDC-wielelektronica beschadigd raken. In dat geval de RDC-wielelektronica bij de volgende gelegenheid laten vervangen.
Pagina 273
Wielen en banden MOBILITEIT Vulslang van de fles met bandenafdichtmid‐ del op het bandventiel van het defecte wiel OPMERKING schroeven. Als de compressor te lang in werking is kan deze oververhit raken. Er bestaat gevaar voor schade. Compressor niet langer dan 10 minu‐ ten laten draaien.
Pagina 274
Wielen en banden MOBILITEIT Bandenspanning controleren en Stekker in de contactdoos in het interieur van de auto aanbrengen. corrigeren Controleren Compressor uitschakelen. Bandenspanning op de bandenspanningsin‐ dicatie aflezen. Om door te kunnen rijden moet er minstens een bandenspanning van 2 bar bereikt zijn. Fles met bandenafdichtmiddel Bij een ingeschakeld contact of een draai‐...
Pagina 275
De defecte band en de fles met bandenafdicht‐ ingsmiddel van de bandenreparatieset bij de vol‐ gende gelegenheid laten vervangen. Sneeuwkettingen op BMW X2 Veiligheidsvoorschriften Stekker in de contactdoos in het interieur van WAARSCHUWING de auto aanbrengen.
Pagina 276
Wielen en banden MOBILITEIT Veiligheidsvoorschriften dere gekwalificeerde servicepartner of vakwerk‐ plaats verkrijgbaar. GEVAAR Gebruik De krik is alleen bedoeld voor het kort opkrik‐ Het gebruik is uitsluitend paarsgewijs toegestaan ken van de auto voor het verwisselen van een op de voorwielen voor de volgende wielmaten: wiel.
Pagina 277
Wielen en banden MOBILITEIT Op een vlakke ondergrond WAARSCHUWING De krik is alleen voor het omhoogbrengen van de auto en voor de kriksteunpunten van de auto bedoeld. Er bestaat kans op letsel. Geen andere auto of andere lading met de krik om‐ hoogbrengen.
Pagina 278
Wielen en banden MOBILITEIT ▷ Afhankelijk van de uitvoering het gereed‐ schap voor wielvervangingen en het noodwiel uit de auto nemen. ▷ Eventueel gevarendriehoek of alarmlichtin‐ stallatie op de betreffende afstand neerzet‐ ten. ▷ De auto bovendien tegen wegrollen beveili‐ gen.
Pagina 279
Wielen en banden MOBILITEIT Let erop dat de krikvoet verticaal naar buiten Met een hand de krik vasthouden, pijl 1, en komt en in een rechte hoek onder het krik‐ met de andere hand de slinger, pijl 2, vast‐ steunpunt staat. pakken.
Pagina 280
Wielen en banden MOBILITEIT Veiligheidsaanwijzing De slinger van de krik linksom draaien om de krik in te schuiven en de auto te laten zakken. Krik verwijderen en veilig opbergen. WAARSCHUWING Het noodwiel heeft speciale afmetingen. Bij het Na het verwisselen van een wiel rijden met een noodwiel kunnen de rij-eigen‐...
Pagina 281
Wielen en banden MOBILITEIT Bevestigingsplaat of afdekking plaatsen. Vleugelbout vastschroeven en aantrekken. De krik- en gereedschaphouder links naast het noodwiel plaatsen en vastmaken. Bagageruimtebodem plaatsen. Online Edition for Part no. 01405A47C81 - X/21...
Pagina 282
Motorruimte MOBILITEIT Motorruimte Uitrusting van de auto ven die niet in een voertuig beschikbaar zijn, bijv. omwille van de geselecteerde speciale opties of landuitvoering. Dat geldt ook voor veiligheidsrele‐ In dit hoofdstuk worden alle standaard, landspe‐ vante functies en systemen. Bij gebruik van deze cifieke en speciale uitrustingen beschreven die in functies en systemen moeten de geldende wet‐...
Pagina 283
Motorruimte MOBILITEIT Motorkap WAARSCHUWING Bij het openen en sluiten van de motorkap kun‐ Veiligheidsvoorschriften nen lichaamsdelen worden ingeklemd. Er be‐ staat kans op letsel. Bij het openen en sluiten erop letten dat het bewegingsgebied van de WAARSCHUWING motorkap vrij is. Door ondeskundig uitgevoerde werkzaamhe‐...
Pagina 284
Motorruimte MOBILITEIT Controle- en waarschuwingslampjes Bij ontgrendelde motorkap wordt een Check- Control-melding weergegeven. Motorkap sluiten Motorkap van een hoogte van circa 50 cm met een vlotte beweging sluiten. Motorkap moet aan beide zijden vastklikken. Online Edition for Part no. 01405A47C81 - X/21...
Pagina 285
Motorolie MOBILITEIT Motorolie Uitrusting van de auto Veiligheidsvoorschriften In dit hoofdstuk worden alle standaard, landspe‐ cifieke en speciale uitrustingen beschreven die in OPMERKING de modelserie aangeboden worden. Daarom Te weinig motorolie veroorzaakt motorschade. worden er ook uitrustingen en functies beschre‐ Er bestaat gevaar voor schade.
Pagina 286
Motorolie MOBILITEIT Algemeen bochten, regelmatig een uitvoerige meting uit‐ voeren. Tijdens de meting wordt het stationaire toerental iets verhoogd. Bewaking Voorwaarden voor een correcte Principe werking Het motoroliepeil wordt tijdens het rijden elektro‐ ▷ De auto staat op een vlakke ondergrond. nisch bewaakt en op het Control Display weerge‐...
Pagina 287
Motorolie MOBILITEIT Veiligheidsvoorschriften Motorolie bijvullen Motorkap openen, zie pagina 283. WAARSCHUWING Dop linksom opendraaien. Bedrijfsstoffen, bijvoorbeeld olie, vet, koelvloei‐ stof en brandstof, kunnen stoffen bevatten die schadelijk zijn voor de gezondheid. Er bestaat kans op letsel of levensgevaar. Aanwijzingen op de verpakkingen in acht nemen.
Pagina 288
BMW Longlife-12 FE. een servicepartner van de fabrikant, een andere gekwalificeerde servicepartner of vakwerkplaats De oliespecificatie BMW Longlife-12 FE is niet worden aangevraagd. geschikt voor de dieselmotor 25d. Alternatieve motoroliesoorten Indien geschikte motoroliesoorten niet verkrijg‐...
Pagina 289
De fabrikant van het voertuig raadt aan om koelvloeistof met de spe‐ Dop van het koelvloeistofreservoir linksom cificatie BMW LC-18 te gebruiken. Geen toevoe‐ iets opendraaien, zodat de overdruk kan ont‐ gingen met verschillende kleuren onder elkaar snappen.
Pagina 290
Koelvloeistof MOBILITEIT Dop van het koelvloeistofreservoir linksom iets opendraaien, zodat de overdruk kan ont‐ snappen, daarna openen. Zo nodig langzaam tot het correcte peil vul‐ len, niet te veel bijvullen. Dop dichtdraaien. Oorzaak van het koelvloeistofverlies zo snel mogelijk laten verhelpen. Afvalverwerking Bij het afvoeren van koelvloeistof met toevoegingen voor koelvloeistoffen moe‐...
Pagina 291
Daarom de serviceadviseur de autosleutel over‐ handigen waarmee het laatst werd gereden. BMW onderhoudssysteem Stilstandtijden Het onderhoudssysteem wijst op vereiste onder‐ Er wordt geen rekening gehouden met stilstand‐ houdsmaatregelen en helpt zo om de auto ver‐...
Pagina 292
OPMERKING gen in de auto en op de centrale IT-systemen van BMW AG, München. Ondeskundig gebruik van de diagnosecontact‐ doos OBD kan tot storingen aan de auto leiden. De in de elektronische onderhoudsgeschiedenis Er bestaat gevaar voor schade.
Pagina 293
Onderhoud MOBILITEIT Recycling voertuig De fabrikant van uw auto adviseert, de auto aan het eind van zijn levenscyclus in te leveren bij een door de fabrikant aangeduid terugnamepunt. Voor de terugname zijn de betreffende nationale wettelijke voorschriften van toepassing. Meer in‐ formatie is bij een servicepartner van de fabrikant of een andere gekwalificeerde servicepartner of vakwerkplaats verkrijgbaar.
Pagina 294
Vervangen van onderdelen MOBILITEIT Vervangen van onderdelen Uitrusting van de auto Wisserbladen In dit hoofdstuk worden alle standaard, landspe‐ Veiligheidsvoorschriften cifieke en speciale uitrustingen beschreven die in de modelserie aangeboden worden. Daarom OPMERKING worden er ook uitrustingen en functies beschre‐ ven die niet in een voertuig beschikbaar zijn, bijv.
Pagina 295
Vervangen van onderdelen MOBILITEIT Nieuw wisserblad plaatsen. Het wisserblad LED's zijn verwant met gewone lasers en wor‐ moet hoorbaar vastklikken. den als lichtemitterende diode van klasse 1 ge‐ kenmerkt. Wisserarm inklappen. Veiligheidsaanwijzingen, zie pagina 295, in acht Achterste wisserblad vervangen nemen.
Pagina 296
Vervangen van onderdelen MOBILITEIT LED-lampen Richtingaanwijzers in de buitenspiegel De richtingaanwijzers in de buitenspiegels ma‐ WAARSCHUWING ken gebruik van LED-techniek. Bij een defect Intensieve helderheid kan het netvlies van de contact opnemen met de servicepartner van de ogen irriteren of beschadigen. Er bestaat kans fabrikant of een andere gekwalificeerde service‐...
Pagina 297
Vervangen van onderdelen MOBILITEIT Buitenste achterlicht uitbouwen Lampen vervangen De achterklep openen. De lamphouder linksom draaien en uitnemen. De bevestiging met de schroevendraaier uit het boordgereedschap losdraaien, pijl 1. Afdekking afnemen, pijl 2. De defecte lamp licht in de fitting drukken, te‐ gen de klok in draaien en verwijderen.
Pagina 298
Vervangen van onderdelen MOBILITEIT Lichten in de achterklep Lampenhouder inbouwen Ga voor het plaatsen van de nieuwe lamp en Algemeen het aanbrengen van de lamphouder in omge‐ keerde volgorde te werk. Veiligheidsaanwijzingen, zie pagina 295, in acht nemen. De stekker op de lamphouder aansluiten. Achteruitrijlicht: lamp 21 watt, P21WLL Op juiste en stevige bevestiging van de lamp‐...
Pagina 299
Vervangen van onderdelen MOBILITEIT cu's gebruiken die door de fabrikant van de dere gekwalificeerde servicepartner of vakwerk‐ auto als geschikt zijn aangemerkt. plaats. Accu opladen Accu bij de auto aanmelden De accu alleen bij afgezette motor en via de ac‐ De fabrikant van de auto raadt aan om de accu cuplusaansluitpunten, zie pagina 305, in de mo‐...
Pagina 300
Dashboardkastje openen. Klep naar achteren kantelen, zie pijl. Gegevens over het zekeringenoverzicht en evt. over de posities van andere zekeringkasten staan online ter beschikking: www.bmw.com/fusecard. Het zekeringenoverzicht bevindt zich evt. ook op een aparte fiche in de zekeringkast. Zekeringen vervangen De fabrikant van de auto beveelt aan de zekerin‐...
Pagina 301
Hulp in geval van pech MOBILITEIT Hulp in geval van pech Uitrusting van de auto Gevarendriehoek In dit hoofdstuk worden alle standaard, landspe‐ cifieke en speciale uitrustingen beschreven die in de modelserie aangeboden worden. Daarom worden er ook uitrustingen en functies beschre‐ ven die niet in een voertuig beschikbaar zijn, bijv.
Pagina 302
Principe Er wordt contact opgenomen voor pechhulp van de fabrikant. Als pechhulp nodig is, kunt u contact opnemen met de pechhulp van de BMW Group. Evt. wordt een telefoonnummer afgebeeld. Het telefoonnummer selecteren zodat dit via Algemeen een verbonden mobiele telefoon wordt ge‐...
Pagina 303
Het intelligente noodoproepsysteem maakt ver‐ noodoproep verstuurd. De automatische nood‐ binding met de noodoproepcentrale van BMW. oproep wordt niet beïnvloed door het drukken op de noodoproeptoets. Ook als er geen noodoproep via het intelligente...
Pagina 304
Hulp in geval van pech MOBILITEIT Bij een noodoproep via BMW worden gege‐ onmiddellijk een arts worden geraad‐ vens aan de alarmcentrale gestuurd, die die‐ pleegd. nen voor het bepalen van de vereiste red‐ ▷ Contact van het blusmiddel met de huid dingsmaatregelen, bijv.
Pagina 305
Er bestaat kans op letsel of levensge‐ handelwijze afwijken. vaar. Geen onderdelen aanraken die onder spanning kunnen staan. Afdekkap van het BMW accuplusaansluitpunt verwijderen. Een poolklem van de plus-startkabel aanslui‐ WAARSCHUWING ten op de accupluspool of op een overeen‐...
Pagina 306
Hulp in geval van pech MOBILITEIT Motor starten OPMERKING Voor het starten van de motor geen startspray Als handmatige ontgrendeling van de parkeer‐ gebruiken. rem niet mogelijk is, kan de auto niet worden Motor van de stroomleverende auto starten verplaatst en niet worden weggesleept. Er be‐ en enkele minuten met verhoogd stationair staat gevaar voor schade.
Pagina 307
Hulp in geval van pech MOBILITEIT De auto door een bergingswagen met een zoge‐ De auto alleen laten transporteren op een oprij‐ naamd hefplateau of op een laadplatform laten wagen. vervoeren. Steptronic transmissie zonder Met xDrive xDrive: auto vervoeren Algemeen OPMERKING Uw auto mag niet gesleept worden wanneer de Bij het wegslepen van de auto met alleen een...
Pagina 308
Hulp in geval van pech MOBILITEIT ▷ De auto met geschikt gereedschap om‐ hoogbrengen. ▷ De auto niet aan het sleepoog en delen van de carrosserie of het onderstel om‐ hoogbrengen of bevestigen. De auto alleen laten transporteren op een oprij‐ wagen.
Pagina 309
Hulp in geval van pech MOBILITEIT Sleepstang Het sleepoog kan zowel aan de voor- als de ach‐ terkant worden aangebracht. De sleepogen moeten bij beide auto's aan de‐ Het sleepoog bevindt zich samen met het boord‐ zelfde kant zitten. gereedschap, zie pagina 294, in de bagage‐ Wanneer de sleepstang alleen schuin kan wor‐...
Pagina 310
Hulp in geval van pech MOBILITEIT Schroefdraad voor sleepoog Op een geschikte plaats stoppen, sleepstang of sleepkabel verwijderen, alarmlichtinstallatie uitschakelen. De auto door een servicepartner van de fabri‐ kant of een andere gekwalificeerde service‐ partner of vakwerkplaats laten controleren. Op de markering aan de rand van de afdekking drukken om deze naar buiten te duwen.
Pagina 311
Verzorging MOBILITEIT Verzorging Uitrusting van de auto Stoomreiniger en hogedrukreiniger In dit hoofdstuk worden alle standaard, landspe‐ Veiligheidsaanwijzing cifieke en speciale uitrustingen beschreven die in de modelserie aangeboden worden. Daarom worden er ook uitrustingen en functies beschre‐ OPMERKING ven die niet in een voertuig beschikbaar zijn, bijv. Bij het reinigen met een hogedrukreiniger kun‐...
Pagina 312
Onderhoudsmiddelen Algemeen Algemeen BMW raadt u aan onderhouds- en reinigingsmid‐ In een wasstraat moet de auto vrij kunnen rollen. delen van BMW te gebruiken. Geschikte verzor‐ De auto rollen of duwen, zie pagina 124. gingsmiddelen zijn bij een servicepartner van de In sommige wasstraten moet de auto verlaten fabrikant of een andere gekwalificeerde service‐...
Pagina 313
Verzorging MOBILITEIT van auto's zijn bedoeld. Aanwijzingen op de Stof en straatvuil schuren anders in de poriën en verpakking in acht nemen. plooien en leiden tot een sterke slijtage alsmede tot een vroegtijdige verharding van het oppervlak. Bij sterkere vervuilingen een bevochtigde zachte Autolak spons of een microvezeldoek met geschikte in‐...
Pagina 314
Verzorging MOBILITEIT Na het reinigen de remmen kort droogremmen. reiniging een microvezeldoek. De doek eventu‐ Door de warmte die tijdens het remmen ontstaat eel licht met water bevochtigen. worden de remschijven en remvoeringen ge‐ droogd en tegen corrosie beschermd. Gebruik voor de reiniging een microvezeldoek. De doek eventueel licht met water bevochtigen.
Pagina 315
Verzorging MOBILITEIT Voor het reinigen kunnen de vloermatten uit de Voor de reiniging een droge, schone, antistati‐ auto worden genomen. sche microvezeldoek gebruiken. Vloertapijt bij sterkere vervuiling met een micro‐ De beschermruit van het Head-Up Display met vezeldoek en water of textielreiniger schoonma‐ een microvezeldoek een universeel afwasmiddel ken.
Pagina 316
De afmetingen kunnen afhankelijk van het model, Bovendien kan de hoogte van het voertuig afwij‐ de uitvoerig of landspecifieke meetmethoden ken, bijv. op basis van soort banden en belading. verschillen. BMW X2 Breedte met buitenspiegels 2098 Breedte zonder buitenspiegels 1824...
Pagina 317
Technische gegevens OPZOEKEN Gewichten X2 sDrive18i Leeggewicht rijklaar, met 75 kg belading, bij 90 % gevulde tank, zonder speciale uitrusting Handgeschakelde versnellingsbak 1485 Steptronic transmissie 1505 Maximaal toelaatbaar totaalgewicht Handgeschakelde versnellingsbak 1985 Steptronic transmissie 2005 Lading Handgeschakelde versnellingsbak Steptronic transmissie Toelaatbare asbelasting voor Handgeschakelde versnellingsbak 1000...
Pagina 318
2145 Lading Toelaatbare asbelasting voor 1085 Toelaatbare asbelasting achter 1090 Toelaatbare dakbelasting X2 M35i powered by BMW M Leeggewicht rijklaar, met 75 kg belading, bij 90 % gevulde 1690 tank, zonder speciale uitrusting Maximaal toelaatbaar totaalgewicht 2190 Lading Toelaatbare asbelasting voor...
Pagina 319
Technische gegevens OPZOEKEN X2 sDrive16d Handgeschakelde versnellingsbak 1035 Steptronic transmissie 1055 Toelaatbare asbelasting achter 1055 Toelaatbare dakbelasting X2 sDrive18d Leeggewicht rijklaar, met 75 kg belading, bij 90 % gevulde tank, zonder speciale uitrusting Handgeschakelde versnellingsbak 1585 Steptronic transmissie 1615 Maximaal toelaatbaar totaalgewicht Handgeschakelde versnellingsbak 2080 Steptronic transmissie...
Pagina 320
Technische gegevens OPZOEKEN X2 sDrive20d Toelaatbare asbelasting achter 1060 Toelaatbare dakbelasting X2 xDrive18d — a) Leeggewicht rijklaar, met 75 kg belading, bij 90 % gevulde 1615 tank, zonder speciale uitrusting Maximaal toelaatbaar totaalgewicht 2135 Lading Toelaatbare asbelasting voor 1090 Toelaatbare asbelasting achter 1080 Toelaatbare dakbelasting a) De specificaties zijn alleen geldig voor de typesleutel YL71.
Pagina 321
Technische gegevens OPZOEKEN X2 xDrive20d Toelaatbare asbelasting voor 1120 Toelaatbare asbelasting achter 1100 Toelaatbare dakbelasting X2 xDrive25d Leeggewicht rijklaar, met 75 kg belading, bij 90 % gevulde 1695 tank, zonder speciale uitrusting Maximaal toelaatbaar totaalgewicht 2170 Lading Toelaatbare asbelasting voor 1140 Toelaatbare asbelasting achter 1080...
Pagina 322
Technische gegevens OPZOEKEN X2 sDrive18i Toelaatbaar totaalgewicht, trekkend voertuig Handgeschakelde versnellingsbak 2065 Steptronic transmissie 2085 X2 sDrive20i Aanhangwagengewicht volgens EG-voorschriften. Voor bijzonderheden over mogelijke verhogingen kunt u contact opnemen met een servicepartner van de fabrikant, een andere gekwalificeerde servi‐ cepartner of een vakwerkplaats. Aanhangwagengewicht zonder rem Geremd aanhangwagengewicht bij een helling tot 12 % 1800...
Pagina 323
Technische gegevens OPZOEKEN X2 sDrive16d Aanhangwagengewicht volgens EG-voorschriften. Voor bijzonderheden over mogelijke verhogingen kunt u contact opnemen met een servicepartner van de fabrikant, een andere gekwalificeerde servi‐ cepartner of een vakwerkplaats. Aanhangwagengewicht zonder rem Geremd aanhangwagengewicht bij een helling tot 12 % 1700 Geremd aanhangwagengewicht bij een helling tot 8 % 1700...
Pagina 324
Technische gegevens OPZOEKEN X2 sDrive20d Aanhangwagengewicht volgens EG-voorschriften. Voor bijzonderheden over mogelijke verhogingen kunt u contact opnemen met een servicepartner van de fabrikant, een andere gekwalificeerde servi‐ cepartner of een vakwerkplaats. Aanhangwagengewicht zonder rem Geremd aanhangwagengewicht bij een helling tot 12 % 1800 Geremd aanhangwagengewicht bij een helling tot 8 % 1800...
Pagina 325
Technische gegevens OPZOEKEN X2 xDrive18d — b) Geremd aanhangwagengewicht bij een helling tot 12 % 1800 Geremd aanhangwagengewicht bij een helling tot 8 % 1800 Maximale kogeldruk Minimale kogeldruk Toelaatbare asbelasting achter, trekkend voertuig 1220 Toelaatbaar totaalgewicht, trekkend voertuig 2260 b) De specificaties zijn alleen geldig voor de typesleutel YK71 of YK72.
Pagina 326
OPZOEKEN X2 xDrive25d Toelaatbare asbelasting achter, trekkend voertuig 1210 Toelaatbaar totaalgewicht, trekkend voertuig 2250 Vulhoeveelheden BMW X2 Brandstoftank, circa Liter Grotere brandstoftank, circa Liter Verdere informatie over de brandstofkwaliteit in acht nemen, zie pagina 260. Online Edition for Part no. 01405A47C81 - X/21...
Pagina 327
Zitplaatsen voor kinderveiligheidssystemen OPZOEKEN Zitplaatsen voor kinderveiligheidssystemen Uitrusting van de auto Informatie voor fabrikanten van kinderzitjes In dit hoofdstuk worden alle standaard, landspe‐ cifieke en speciale uitrustingen beschreven die in Algemeen de modelserie aangeboden worden. Daarom worden er ook uitrustingen en functies beschre‐ Informatie over de bruikbaarheid van kinderveilig‐...
Pagina 328
Zitplaatsen voor kinderveiligheidssystemen OPZOEKEN Stoelnummer Positie in de auto Vooraan links Vooraan midden Vooraan rechts 2e stoelenrij links 2e stoelenrij midden 2e stoelenrij rechts 3e stoelenrij links 3e stoelenrij midden 3e stoelenrij rechts Online Edition for Part no. 01405A47C81 - X/21...
Pagina 329
Bijlage OPZOEKEN Bijlage Hier worden eventuele actualiseringen van de handleiding van de auto beschreven. Online Edition for Part no. 01405A47C81 - X/21...
Pagina 330
Aanslepen AdBlue laten bijvullen Aansluiting elektrische apparaten, zie Contactdo‐ AdBlue op minimum AdBlue, zelf bijvullen Aansluitpunt, starthulp AdBlue, zie BMW Diesel met BluePerfor‐ Aansteker mance Aanvullende handleidingen Additieven, oliesoorten Aanvullingen en wijzigingen na redactiesluiting Adres invoeren, navigatie, zie Handleiding over Aanwijzing brandstofmeter navigatie-, entertainment- en communicatie‐...
Pagina 331
Alles van A tot Z OPZOEKEN Alarmlichtinstallatie Bagageruimte beladen, zie Lading opber‐ Alarm, ongewild Algemene instellingen Bagageruimte, opbergvakken Antiblokkeersysteem ABS Bagageruimtescheidingsnet Anticipeerhulp Bagageruimte, vergroten Antivries, zie Sproeiervloeistof Bandbeschadiging Apparaat aanmelden Banden Apparaat koppelen, zie Apparaat aanmelden Bandenafdichtmiddel, zie Bandenreparatie‐ Apparaat verbinden Apparatenlijst Bandenmerken, advies Apps, zie Handleiding over navigatie-, entertain‐...
Pagina 332
Centrale vergrendeling Bluetooth‐verbinding Chassisnummer Blu-ray, zie Handleiding over navigatie-, enter‐ Check-Control tainment- en communicatiesysteem Chroomachtige delen, verzorging BMW diensten, zie Handleiding over navigatie-, Circuitmodus entertainment- en communicatiesysteem Circulatieluchtfilter, zie Micro-/actieve-koolstoffil‐ BMW Diesel met BluePerformance BMW Homepage, zie Internet Claxon BMW Internetpagina...
Pagina 333
Alles van A tot Z OPZOEKEN Compatibele apparaten, zie Geschikte appara‐ DCC, Snelheidsregeling zonder afstandsrege‐ ling Computer, zie Boordcomputer Deactiveren, airbags Concierge Service, zie Handleiding over naviga‐ Deeltjesfilter, zie Uitlaatgaspartikelfilter tie-, entertainment- en communicatiesys‐ Defrost, zie Ruiten ontdooien 208, teem Diagnosecontactdoos OBD Condenswater onder de auto Diefstalbeveiliging, auto...
Pagina 334
Alles van A tot Z OPZOEKEN Efficiëntieweergave, ECO PRO Gevarendriehoek Eigen veiligheid Gewichten Elektrische ruitbediening Gladheid, zie Buitentemperatuurwaarschu‐ Elektrische stuurvergrendeling wing Elektronische oliepeilcontrole Glas voorlichten E-mail, zie Handleiding over navigatie-, entertain‐ Glazen dak, systeem initialiseren ment- en communicatiesysteem Glazen dak, zie Glazen panoramadak Energiecontrole Glazen panoramadak Energieterugwinning...
Pagina 335
Alles van A tot Z OPZOEKEN Hergebruik, voertuig Instellingen, ver-/ontgrendelen Hill Descent Control HDC Instrumentenpaneel Hoekverlichting Instrumentenverlichting Homepage, zie Internet Intelligente noodoproep Hoofdairbag Intelligent Safety Hoofdsteunen, achter Intensiteit, AUTO-programma Hoofdsteunen en stoelen Interieurbeveiliging Hoofdsteunen, voor Interieurverlichting Hoogte, voertuig Interieurverlichting bij ontgrendelen Hoogwater Interieurverlichting bij vergrendelde auto Hoorn, claxon...
Pagina 336
Alles van A tot Z OPZOEKEN Klimaatregeling 206, Lichtmetalen velgen, verzorging Klok instellen Lichtschakelaar Knipperlicht, zie Richtingaanwijzers Lichtsignaal Knop, start-/stop Licht vervangen, achter Koelen, maximaal Lijst, instrumentenpaneel, zie Keuzelijsten Koelfunctie, airco Lijst met alle mededelingen Koelmiddel LIM-toets, zie Handmatige snelheidsbegren‐ Koelsysteem Koelvloeistof Linksrijdend verkeer, lichtinstelling...
Pagina 337
Alles van A tot Z OPZOEKEN Mobiele communicatieapparatuur in de Noodoproeptoets auto Noodremming, zie PostCrash - iBrake Mobiele service, zie BMW pechhulp Noodwiel Mobiele telefoon, verbinden No Passing Information, zie Speed Limit Info met Mobiele telefoon, zie Handleiding over navigatie-, weergave van inhaalverboden...
Pagina 338
Oude accu verwerken Reiniging displays, schermen Overbruggen, zie Starthulp Reinigingsvloeistof, zie Sproeiervloeistof Reinigung, Head-Up Display Reisboordcomputer Reisdoelafstand Remassistent Paraatheidsdienst, zie BMW pechhulp Remlichten, adaptief, zie Dynamisch remlich‐ Park Distance Control PDC Parkeerassistent Remlichten, dynamisch Parkeerfunctie, buitenspiegel Remmen, aanwijzingen Parkeerhulp, zie PDC Remote Services, app, zie Handleiding over navi‐...
Pagina 339
Speed Limit Device, zie Handmatige snelheids‐ Services, ConnectedDrive, zie Handleiding over begrenzer navigatie-, entertainment- en communicatie‐ Speed Limit Info systeem Spiegelinstelling oproepen Service, zie BMW pechhulp Spiegelpositie opslaan, zie Memory-functie Servotronic Spiegels Sfeerverlichting Splitscreen Sigarettenaansteker Online Edition for Part no. 01405A47C81 - X/21...
Pagina 340
Alles van A tot Z OPZOEKEN Sportbesturing Systeeminstellingen, zie Algemene instellin‐ Sportdisplays SPORT-programma, rijdynamiek Systeemtaal instellen, zie Taal Spraakbesturing Spraakgestuurd systeem Spraakherkenning Spraakinvoer Taal, instellen Sproeiervloeistof Tankdop Stabiliteitsregelsystemen Tankdopklep Stadslicht Tankdopklep, noodontgrendeling Standaarduitrusting, zie Uitrusting van het voer‐ Tanken tuig Tankinhoud Standby-modus van de radio Tapijt, verzorging...
Pagina 341
Alles van A tot Z OPZOEKEN Tractieregeling, zie Dynamische stabiliteitsrege‐ Verbandtas ling Verbindingen TRACTION, rijdynamiek Verbruiksgeschiedenis Trekhaak Verbruik, zie Huidig verbruik Trekhaak, verzorging Verchroomde delen, verzorging Trekken van een aanhangwagen Verder rijden met bandenpech 160, Trekken van een aanhangwagen, technische ge‐ Vergrendelen, automatisch gevens Vergrendelen, instellingen...
Pagina 342
Alles van A tot Z OPZOEKEN Voertuigidentificatienummer, zie Chassisnum‐ Werken, motorruimte Wielbasis, auto Voertuigpositie, voertuig-plaatsbepaling Wielbouten met slot Voertuigstatus Wielen Voetgangersbescherming, actief Wielen en banden, vervanging Voetrem Wijzigingen, technische, zie Eigen veiligheid Voorkeuzetoetsen, iDrive Winterbanden, juiste banden Voorlichten Winterbanden, profiel Voorlichten omschakelen, zie Rechts-/linksrij‐...
Pagina 343
*BL5A47C81001* 01405A47C81 nl Online Edition for Part no. 01405A47C81 - X/21...
Pagina 347
Online Edition for Part no. 01405A47C81 - X/21...
Pagina 348
BMW maakt rijden geweldig BMW DRIVER'S GUIDE APP. Uw op maat gemaakte informatie over het voertuig in een app. Geoptimaliseerd voor smartphone & tablet. Offline bruikbaar. Online Edition for Part no. 01405A47C81 - X/21...