Rijcomfort
Uitrusting van de auto
In dit hoofdstuk worden alle standaard, landspe‐
cifieke en speciale uitrustingen beschreven die in
de modelserie aangeboden worden. Daarom
worden er ook uitrustingen en functies beschre‐
ven die niet in een voertuig beschikbaar zijn, bijv.
omwille van de geselecteerde speciale opties of
landuitvoering. Dat geldt ook voor veiligheidsrele‐
vante functies en systemen. Bij gebruik van deze
functies en systemen moeten de geldende wet‐
ten en voorschriften worden nageleefd.
Op camera gebaseerde
snelheidsregeling met Stop
& Go-functie, ACC
Principe
Met dit systeem kan via de toetsen op het stuur‐
wiel een gewenste snelheid en een afstand tot
een voorligger worden ingesteld.
Bij vrije weg wordt de gewenste snelheid door
het systeem aangehouden. De auto versnelt of
remt automatisch.
Bij een voorligger past het systeem de eigen
snelheid zo aan, dat de ingestelde afstand tot de
voorligger aangehouden wordt. De aanpassing
van de snelheid vindt plaats binnen de mogelijke
grenzen.
De afstand kan in meerdere stappen ingesteld
worden en is om veiligheidsredenen afhankelijk
van de actuele snelheid.
Als het voorliggende voertuig tot stilstand afremt
en na korte tijd weer wegrijdt, kan het systeem
dit binnen het gegeven kader volgen.
Online Edition for Part no. 01405A47C81 - X/21
Rijcomfort
Algemeen
Om voorliggende voertuigen te herkennen, is
aan de binnenspiegel een camera aangebracht.
Naargelang de voertuiginstelling kunnen de ken‐
merken van de snelheidsregeling op bepaalde
punten veranderen.
Veiligheidsvoorschriften
WAARSCHUWING
Het systeem ontlast u niet van persoonlijke ver‐
antwoordelijkheid om de verkeerssituatie juist
in te schatten. Wegens systeembeperkingen
kan het systeem niet in alle verkeerssituaties
zelfstandig op gepaste wijze reageren. Er be‐
staat gevaar voor ongevallen. Rijstijl aan de ver‐
keerssituatie aanpassen. Verkeerssituatie ob‐
serveren en in de betreffende situaties actief
ingrijpen.
WAARSCHUWING
Een onbeveiligd voertuig kan vanzelf in bewe‐
ging komen en wegrollen. Er bestaat gevaar
voor ongevallen. De auto voor het verlaten te‐
gen wegrollen beveiligen.
Om ervoor te zorgen dat de auto tegen wegrol‐
len beveiligd is, het volgende in acht nemen:
▷ Parkeerrem bedienen.
▷ Op hellingen de voorwielen in de richting
van de stoeprand draaien.
▷ Op hellingen de auto extra beveiligen, bij‐
voorbeeld met een wielkeg.
BEDIENING
185