tenne om wederzijdse storing te voorkomen en
de straling buiten het interieur te houden.
Aquaplaning
Op natte of modderige wegen kan zich tussen
banden en weg een laagje water vormen.
Dit staat bekend als aquaplaning en kan het ge‐
deeltelijke of totale verlies van het wegcontact
tot gevolg hebben, waardoor de auto niet meer
bestuurbaar is en niet kan worden afgeremd.
Door water rijden
Algemeen
Bij het rijden door water het volgende in acht ne‐
men:
▷
Automatische start-stop-functie deactiveren.
▷
Alleen door rustig water rijden.
▷
Slechts door water met een hoogte van max.
25 cm rijden.
▷
Max. stapvoets tot 5 km/h door water rijden.
Veiligheidsaanwijzing
OPMERKING
Als te snel door hoog water wordt gereden kan
het water in de motorruimte, de elektrische in‐
stallatie of in de transmissie binnendringen. Er
bestaat gevaar voor schade. Bij het rijden door
water de maximaal aangegeven waterhoogte
en de maximumsnelheid voor het rijden door
water niet overschrijden.
Veilig remmen
Algemeen
De auto is standaard met een antiblokkeersys‐
teem ABS uitgerust.
In situaties waarin dit nodig is een noodstop uit‐
voeren.
Bij het rijden in acht nemen
Online Edition for Part no. 01405A47C81 - X/21
De auto blijft bestuurbaar. Eventuele obstakels
met zo rustig mogelijke stuurbewegingen ontwij‐
ken.
Het pulseren van het rempedaal en hydraulische
regelgeluiden wijzen erop dat het ABS in werking
is.
Voorwerpen in het bewegingsbereik
van de pedalen en in de beenruimte
WAARSCHUWING
Voorwerpen in de beenruimte aan bestuurders‐
zijde kunnen de gaspedaalslag beperken of een
ingetrapt pedaal blokkeren. Er bestaat gevaar
voor ongevallen. Voorwerpen in de auto zo op‐
bergen dat deze beveiligd zijn en niet in de
beenruimte aan bestuurderszijde kunnen ko‐
men. Vloermatten gebruiken die voor de auto
zijn goedgekeurd en veilig op de vloer kunnen
worden bevestigd. Geen losse vloermatten ge‐
bruiken en nooit meerdere vloermatten over el‐
kaar leggen. Erop letten dat voldoende ruimte
voor de pedalen aanwezig is. Erop letten dat de
vloermatten weer veilig worden bevestigd na‐
dat deze werden verwijderd, bijvoorbeeld voor
reiniging.
Nat weer
Bij nat weer, strooizout of sterke regen over een
afstand van enkele kilometers licht remmen.
Andere verkeersdeelnemers daarbij niet hinde‐
ren.
Door de warmte die tijdens het remmen ontstaat
worden de remschijven en remvoeringen ge‐
droogd en tegen corrosie beschermd.
De remkracht staat indien nodig onmiddellijk ter
beschikking.
Afdalingen
Algemeen
Op lange of steile afdalingen in de versnelling rij‐
den waarin het minst moet worden geremd. An‐
RIJTIPS
233