Zitplaatsen voor kinderveiligheidssystemen
Uitrusting van de auto
In dit hoofdstuk worden alle standaard, landspe‐
cifieke en speciale uitrustingen beschreven die in
de modelserie aangeboden worden. Daarom
worden er ook uitrustingen en functies beschre‐
ven die niet in een voertuig beschikbaar zijn, bijv.
omwille van de geselecteerde speciale opties of
landuitvoering. Dat geldt ook voor veiligheidsrele‐
vante functies en systemen. Bij gebruik van deze
functies en systemen moeten de geldende wet‐
ten en voorschriften worden nageleefd.
Bruikbaarheid van kinderveiligheidssystemen op de zitplaatsen
Stoelpositie
Stoelpositie geschikt voor universele gordelbe‐
vestiging.
i-Size-stoelpositie.
Zitpositie geschikt voor zijdelingse bevesti‐
ging: L1/L2.
Grootste naar achteren gerichte bevestiging:
R1/R2X/R2/R3.
Grootste naar voren gerichte
bevestiging: F2X/F2/F3.
Grootste geschikte boosterhouder: B2/B3.
Een stoelpositie zonder i-Size-goedkeuring is niet compatibel met een i-Size-steunvoet.
Een stoelpositie met de onderste ISOFIX-verankeringen maar zonder Top Tether is niet aanwezig.
Tussen de beide onderste ISOFIX-verankeringen bevinden zich geen veiligheidsgordelsloten voor
volwassenen.
a) ISOFIX-kinderveiligheidssysteem alleen bij uitvoering met kinderzitjesbevestiging ISOFIX gebrui‐
ken.
Zitplaatsen voor kinderveiligheidssystemen
Online Edition for Part no. 01405A47C81 - X/21
Informatie voor fabrikanten
van kinderzitjes
Algemeen
Informatie over de bruikbaarheid van kinderveilig‐
heidssystemen op de betreffende zitplaatsen,
volgens de norm ECE-R 16 en ECE-R 129.
1
3 - Airbag ON 3 - a)
Nee Nee
Nee Nee
Nee Nee
Nee Nee
Nee Nee
Nee Nee
OPZOEKEN
4
5
Airbag OFF
Ja
Ja Ja
Nee
Ja Nee Ja
Nee
Ja Nee Ja
R3
R3 Nee R3
F3
F3 Nee F3
B3
B3 Nee B3
6
Ja
327