OVERZICHT
iDrive
Uitrusting van de auto
In dit hoofdstuk worden alle standaard, landspe‐
cifieke en speciale uitrustingen beschreven die in
de modelserie aangeboden worden. Daarom
worden er ook uitrustingen en functies beschre‐
ven die niet in een voertuig beschikbaar zijn, bijv.
omwille van de geselecteerde speciale opties of
landuitvoering. Dat geldt ook voor veiligheidsrele‐
vante functies en systemen. Bij gebruik van deze
functies en systemen moeten de geldende wet‐
ten en voorschriften worden nageleefd.
Principe
iDrive omvat de functies van een groot aantal
schakelaars. Deze functies kunnen via de con‐
troller en, afhankelijk van de uitrusting, via het
touchscreen worden bediend.
Veiligheidsaanwijzing
WAARSCHUWING
De bediening van geïntegreerde informatiesys‐
temen en communicatieapparatuur tijdens het
rijden kan de aandacht van het verkeer afleiden.
U kunt de controle over de auto verliezen. Er
bestaat gevaar voor ongevallen. De systemen
en apparatuur alleen bedienen als de verkeers‐
situatie het toelaat. Zo nodig stoppen en de
systemen resp. apparatuur bij stilstaande auto
bedienen.
36
iDrive
Online Edition for Part no. 01405A47C81 - X/21
Invoer en weergave
Letters en cijfers
Afhankelijk van het menu kan tussen de invoer
van hoofdletters en kleine letters, cijfers en te‐
kens worden gewisseld.
Symbool
Functie
Omschakelen tussen hoofdlet‐
ters en kleine letters.
Spaties invoegen.
Spraakinvoer gebruiken.
Invoer bevestigen.
Invoervergelijking
Bij het invoeren van namen en adressen wordt
de selectie met elke ingevoerde letter stapsge‐
wijs ingeperkt en eventueel aangevuld.
De ingevoerde gegevens worden permanent
vergeleken met de gegevens die in de auto zijn
opgeslagen.
▷
Er worden bij de invoer alleen letters aange‐
boden waarvoor gegevens beschikbaar zijn.
▷
Bestemming zoeken: plaatsnamen kunnen in
alle in iDrive beschikbare talen worden inge‐
voerd.
Functies activeren/deactiveren
Enkele menupunten worden voorafgegaan door
een selectievakje. Dit vakje geeft aan of de func‐
tie geactiveerd of gedeactiveerd is. Door selecte‐
ren van het menupunt wordt de functie geacti‐
veerd of gedeactiveerd.
Functie is geactiveerd.
Functie is gedeactiveerd.