Automatisch uitschakelen bij
vooruitrijden
Het systeem wordt bij overschrijding van een be‐
paalde afstand of een bepaald snelheidsbereik
uitgeschakeld.
Indien nodig het systeem weer inschakelen.
Afhankelijk van de uitvoering:
handmatig in-/uitschakelen
Parkeerhulptoets indrukken.
▷
Aan: LED brandt.
▷
Uit: LED dooft.
De parkeerhulpfuncties worden op het Control
Display weergegeven.
Weergave via iDrive wisselen
Als de achteruitrijcameraweergave niet ver‐
schijnt, weergave veranderen via iDrive:
1.
Controller eventueel naar links kantelen.
2.
"Achteruitrijcamera"
Het beeld van de achteruitrijcamera wordt weer‐
gegeven.
Weergave op het Control Display
Voorwaarden voor een correcte
werking
▷
Achteruitrijcamera is ingeschakeld.
▷
Achterklep is volledig gesloten.
▷
Het registratiebereik van de camera vrijhou‐
den. Uitstekende bagage of dragersystemen
en aanhangwagens, die niet op een aanhang‐
wagencontactdoos aangesloten zijn, kunnen
tot storingen leiden.
Hulpfuncties activeren
Er kunnen meerdere hulpfuncties tegelijkertijd
actief zijn.
De zoomfunctie voor aanhangwagengebruik kan
alleen afzonderlijk worden geactiveerd.
Online Edition for Part no. 01405A47C81 - X/21
Rijcomfort
Controller eventueel naar links kantelen.
▷
Parkeerhulplijnen
"Parkeerhulplijnen"
Rij- en draaicirkellijnen worden weergegeven.
▷
Obstakelmarkering
"Obstakelmarkering"
Afhankelijk van de uitvoering worden obsta‐
kels gemarkeerd.
▷
Trekhaak
"Zoom trekhaak"
Zoom op trekhaak wordt weergegeven.
Rijlijnen
Rijlijnen kunnen in het beeld van de achteruitrij‐
camera worden geprojecteerd.
De rijlijnen helpen u de benodigde ruimte bij het
parkeren en manoeuvreren op vlak wegdek in te
schatten.
De rijlijnen zijn afhankelijk van de actuele stuur‐
uitslag en worden bij stuurwielbewegingen con‐
tinu aangepast.
BEDIENING
199