BEDIENING
Beschermende werking
De airbags worden niet bij elke botsing ingescha‐
keld, bijvoorbeeld niet bij minder ernstige aanrij‐
dingen of aanrijdingen van achteren.
Aanwijzingen voor een optimale
beschermende werking van de
airbags
WAARSCHUWING
Bij een verkeerde zitpositie of als het active‐
ringsgebied van de airbag wordt belemmerd,
kan het airbagsysteem niet zoals bedoeld be‐
schermen en kan het activeren extra letsel ver‐
oorzaken. Er bestaat kans op letsel of levens‐
gevaar. De aanwijzingen voor een optimale
beschermende werking van het airbagsysteem
in acht nemen.
▷
Afstand tot de airbags houden.
▷
Stuurwiel altijd aan de stuurwielrand vasthou‐
den. Handen in de 3-uur- en 9-uur-stand, om
het risico van verwonding van handen of ar‐
men bij het activeren van de airbag zo klein
mogelijk te houden.
▷
De stoel en het stuurwiel zodanig instellen
dat het stuurwiel diagonaal kan worden ge‐
grepen. De instellingen zodanig kiezen dat bij
het grijpen de schouder op de rugleuning ligt
en een zo groot mogelijke afstand van het
bovenlichaam tot het stuurwiel wordt behou‐
den.
▷
Erop letten dat inzittenden het hoofd van de
zij-airbag verwijderd houden.
▷
Erop letten dat de voorpassagier correct zit,
d.w.z. de voeten of benen in de beenruimte
en niet tegen het dashboard.
▷
Tussen airbags en personen mogen zich
geen andere personen, dieren of voorwerpen
bevinden.
▷
Dashboard en voorruit aan passagierszijde
vrijhouden, d.w.z. niet met folie of bekledin‐
gen afdekken en geen houders voor bijvoor‐
154
Veiligheid
Online Edition for Part no. 01405A47C81 - X/21
beeld navigatiesysteem of mobiele telefoon
aanbrengen.
▷
De afdekkingen van de airbags niet beplak‐
ken, bekleden of op een andere manier wijzi‐
gen.
▷
Afdekking van de frontairbag aan passagiers‐
zijde niet als opbergvak gebruiken.
▷
Geen hoezen, kussens of andere voorwerpen
op de voorstoelen aanbrengen die niet speci‐
aal voor stoelen met geïntegreerde zij-airbags
zijn gemaakt.
▷
Geen kledingstukken, zoals vesten, over de
rugleuningen hangen.
▷
Aan de afzonderlijke componenten en de be‐
drading geen enkele wijziging uitvoeren. Dit
geldt tevens voor afdekkingen van het stuur‐
wiel, het dashboard en de stoelen.
▷
Airbagsysteem niet demonteren.
Ook als alle aanwijzingen in acht worden geno‐
men, kan afhankelijk van de situatie letsel ten ge‐
volge van een contact met de airbags niet volle‐
dig worden uitgesloten.
Ontstekings- en opblaasgeluiden kunnen bij per‐
sonen die daar gevoelig voor zijn voor korte duur
belemmeringen van het gehoor veroorzaken, die
over het algemeen van voorbijgaande aard zijn.
Bedrijfsklare toestand van het
airbagsysteem
Veiligheidsvoorschriften
WAARSCHUWING
Na het activeren van het airbagsysteem kunnen
de afzonderlijke componenten zeer warm zijn.
Er bestaat kans op letsel. De afzonderlijke com‐
ponenten niet vastpakken.