eens te trekken en uitgetrokken te houden,
loopt de sluitcyclus verder.
▷
Door de toets van de autosleutel los te laten.
Door nog eens te drukken en ingedrukt te
houden, loopt de sluitcyclus verder.
Storing
Veiligheidsaanwijzing
WAARSCHUWING
Bij het handmatig bedienen van een geblok‐
keerde achterklep kan deze onverwacht losko‐
men uit de blokkering. Er bestaat kans op letsel
of schade. Geblokkeerde achterklep niet hand‐
matig bedienen. Door een servicepartner van
de fabrikant of een andere gekwalificeerde ser‐
vicepartner of vakwerkplaats laten controleren.
Handmatige bediening
De ontgrendelde achterklep langzaam en zonder
abrupte beweging handmatig bedienen.
Voor het definitief sluiten de achterklep slechts
lichtjes aandrukken. Het sluiten geschiedt auto‐
matisch.
Bestuurdersprofielen
Principe
In de bestuurdersprofielen kunnen individuele in‐
stellingen van meerdere bestuurders worden op‐
geslagen en zo nodig op een later tijdstip weer
worden opgeroepen.
Algemeen
Er zijn drie bestuurdersprofielen beschikbaar
waarin persoonlijke instellingen voor de auto
worden opgeslagen. Aan elke autosleutel is een
van deze bestuurdersprofielen toegewezen.
Als de auto met een van de autosleutels wordt
ontgrendeld, wordt het overeenkomstige be‐
Online Edition for Part no. 01405A47C81 - X/21
Openen en sluiten
stuurdersprofiel geactiveerd. Alle in het bestuur‐
dersprofiel opgeslagen instellingen worden auto‐
matisch uitgevoerd.
Als meerdere bestuurders ieder een eigen auto‐
sleutel hebben, past de auto zich bij het ontgren‐
delen aan de persoonlijke instellingen aan. Deze
instellingen worden ook hersteld wanneer de
auto tussendoor door een persoon met een an‐
dere autosleutel werd gebruikt.
Wijzigingen aan de instellingen worden automa‐
tisch opgeslagen in het op dat moment ge‐
bruikte bestuurdersprofiel.
Als via iDrive een ander bestuurdersprofiel wordt
geselecteerd, worden de daarin opgeslagen in‐
stellingen automatisch uitgevoerd. Het nieuwe
bestuurdersprofiel wordt aan de momenteel ge‐
bruikte autosleutel toegewezen.
Bovendien is er een gastprofiel beschikbaar dat
niet aan een autosleutel is toegewezen. Dit kan
worden gebruikt om instellingen aan de auto te
kunnen uitvoeren zonder de persoonlijke be‐
stuurdersprofielen te wijzigen.
Voorwaarden voor een correcte
werking
Zodat voor de bestuurder een passend bestuur‐
dersprofiel kan worden ingesteld, moet de toe‐
wijzing van de herkende autosleutel en de be‐
stuurder eenduidig zijn.
Het is eenduidig als aan de volgende voorwaar‐
den is voldaan:
▷
De bestuurder draagt alleen zijn autosleutel
bij zich.
▷
De bestuurder ontgrendelt de auto.
▷
De bestuurder stapt via de bestuurdersportier
in de auto.
Instellingen
De instellingen van bijv. de volgende systemen
en functies worden in het actieve profiel opgesla‐
gen. De omvang van de instellingen die worden
opgeslagen is afhankelijk van land en uitvoering.
BEDIENING
75