BEDIENING
automatisch uit, om beslaan van de ruiten te
voorkomen.
Bij continu ingeschakelde luchtrecirculatie ver‐
slechtert de luchtkwaliteit in de auto en beslaan
de ruiten steeds meer.
Schakel bij beslagen ruiten de luchtrecirculatie‐
functie uit en verhoog eventueel de luchttoevoer.
Luchthoeveelheid handmatig
Principe
De luchthoeveelheid voor de klimaatregeling kan
handmatig ingesteld worden.
Instellen
Linker- of rechterzijde van de toets in‐
drukken: luchthoeveelheid verkleinen of
vergroten.
De intensiteit wordt weergegeven door de
LED's. Hoogste stand bij zeven brandende
LED's.
De luchthoeveelheid wordt eventueel tot aan het
uitschakelen gereduceerd om de voertuigaccu te
ontzien.
Luchtverdeling handmatig
Principe
De luchtverdeling voor de klimaatregeling kan
handmatig ingesteld worden.
Instellen
Aan de draaiknop draaien om het
gewenste programma of de ge‐
wenste tussenpositie te selecte‐
ren.
208
Klimaatregeling
Online Edition for Part no. 01405A47C81 - X/21
▷
Ruiten.
▷
Ter hoogte van het bovenlichaam.
▷
Beenruimte.
▷
Ruiten, ter hoogte van het bovenlichaam
en beenruimte.
Ruiten ontdooien en ontwasemen
Om de ruiten te ontdooien en aanslag weg te ne‐
men, de volgende instellingen instellen:
▷
Luchtverdeling naar de ruiten sturen.
▷
Luchthoeveelheid verhogen.
▷
Temperatuur verhogen.
▷
Eventueel de koelfunctie inschakelen.
Achterruitverwarming
Toets indrukken. LED brandt.
De achterruitverwarming wordt na enige
tijd automatisch uitgeschakeld.
Om deze permanent in te schakelen de toets
langer dan 3 seconden ingedrukt houden. De
toets opnieuw indrukken om hem uit te schake‐
len.
De achterruitverwarming kan alleen bij een bui‐
tentemperatuur lager dan ca. 5 ℃ continu wor‐
den geactiveerd.
Microfilter
De microfilter filtert stof en pollen uit de toege‐
voerde buitenlucht en luchtrecirculatiefunctie.
Deze filters bij het onderhoud, zie pagina 291,
van de auto laten vervangen.