AANWIJZINGEN
kunnen indien gewenst worden opgeroepen, bijv.
wanneer de instellingen in de tussentijd door een
andere bestuurder werden gewijzigd. Afhankelijk
van de uitrusting kunnen deze profielen in veilige
gegevenssystemen van de fabrikant van het
voertuig worden opgeslagen. Bij een voertuig‐
wissel kunnen deze opgeslagen profielen een‐
voudig in een ander voertuig worden overgeno‐
men.
De in het voertuigprofiel opgeslagen voertuigin‐
stellingen kunnen altijd worden gewijzigd of ge‐
wist.
Multimedia en navigatie
De gegevens kunnen bovendien in het entertain‐
ment- en communicatiesysteem van het voertuig
worden ingebracht, bijv. via smartphones of een
mp3-speler. De ingebrachte gegevens kunnen in
het voertuig worden verwerkt, bijv. voor het af‐
spelen van de persoonlijke lievelingsmuziek.
Daartoe behoren, afhankelijk van de betreffende
uitrusting:
▷
Multimediagegevens, zoals muziek, films of
foto's om weer te geven in een geïntegreerd
multimediasysteem.
▷
Adresboekgegevens om samen met een ge‐
integreerd handsfree- of navigatiesysteem te
gebruiken.
▷
Bestemmingen: met behulp van de bestem‐
mingen die door het navigatiesysteem wer‐
den aangeleerd, kan de routebegeleiding af‐
hankelijk van de uitrusting automatisch
worden gestart:
▷
Gegevens over het gebruik van internetdien‐
sten.
Deze gegevens kunnen plaatselijk worden opge‐
slagen in de auto of bevinden zich op een appa‐
raat dat met de auto werd verbonden, zoals een
smartphone, USB-stick, mp3-speler.
12
Aanwijzingen
Online Edition for Part no. 01405A47C81 - X/21
Gegevens in de service
Algemeen
Als er servicewerk wordt uitgevoerd, bijv. repara‐
ties, serviceprocessen, garantiegevallen en kwali‐
teitszorgmaatregelen, kan deze technische infor‐
matie samen met het chassisnummer uitgelezen
worden.
Opgeslagen gegevens
Elektronische onderdelen van het voertuig bevat‐
ten evt. gegevensgeheugens die technische in‐
formatie over de voertuigtoestand, gebeurtenis‐
sen en fouten opslaan. De voor
onderhoudswerkzaamheden noodzakelijke ge‐
gevens worden lokaal verwerkt en na afloop van
de werkzaamheden automatisch opnieuw ge‐
wist. De informatie kan door een servicepartner
van de fabrikant of een andere gekwalificeerde
servicepartner of vakwerkplaats worden uitgele‐
zen. In het kader van service- of reparatieop‐
drachten worden de gegevens via de diagnose‐
contactdoos OBD met speciale
diagnoseapparaten uitgelezen en aan de fabri‐
kant van het voertuig overgedragen. Er kan be‐
zwaar worden aangetekend tegen het uitlezen en
doorsturen van de gegevens.
Optimalisering van
serviceprocessen
De fabrikant van het voertuig zorgt voor een do‐
cumentatie over het betreffende voertuig om een
optimale service te kunnen garanderen. In het
kader van de wettelijke bepalingen kan deze do‐
cumentatie ter beschikking van onafhankelijke
marktpartijen, bijv. vakwerkplaatsen, worden ge‐
steld.
De onafhankelijke marktpartijen mogen deze ge‐
gevens uitsluitend voor de uitvoering van de be‐
treffende service- of reparatieopdracht gebrui‐
ken. Zo wordt vermeden dat bijv. onnodige
dubbele werkzaamheden aan het voertuig wor‐
den uitgevoerd.