BEDIENING
▷
Inschakelen en activeren.
▷
Het zoeken naar een parkeerruimte.
▷
Het inparkeren.
De status van het systeem en de noodzakelijke
handelingsaanwijzingen worden op het Control
Display weergegeven.
Ultrasone sensoren meten de parkeerruimte aan
beide zijden van de auto op.
De parkeerassistent berekent de optimale inpar‐
keerlijn en neemt gedurende het parkeren de be‐
sturing over.
De parkeerassistent maakt gebruik van de sen‐
soren van de Park Distance Control, PDC. Bo‐
vendien gelden de veiligheidsaanwijzingen van
de Park Distance Control PDC.
Veiligheidsvoorschriften
WAARSCHUWING
Het systeem ontlast u niet van persoonlijke ver‐
antwoordelijkheid om de verkeerssituatie juist
in te schatten. Wegens systeembeperkingen
kan het systeem niet in alle verkeerssituaties
zelfstandig op gepaste wijze reageren. Er be‐
staat gevaar voor ongevallen. Rijstijl aan de ver‐
keerssituatie aanpassen. Verkeerssituatie ob‐
serveren en in de betreffende situaties actief
ingrijpen.
WAARSCHUWING
Bij gebruik van de trekhaak kan het hulpsys‐
teem vanwege afgedekte sensoren niet correct
reageren. Er bestaat kans op een ongeval of
schade. Bij het rijden met een aanhangwagen
of bij gebruik van de trekhaak, bijvoorbeeld voor
een fietsendrager, de hulpsystemen niet ge‐
bruiken.
202
Rijcomfort
Online Edition for Part no. 01405A47C81 - X/21
OPMERKING
Het systeem kan tegen of over stoepranden
sturen. Er bestaat gevaar voor schade. Ver‐
keerssituatie observeren en in de betreffende
situaties actief ingrijpen.
Bovendien gelden de veiligheidsaanwijzingen
van de Park Distance Control PDC.
Overzicht
Toets in de auto
Parkeerhulptoets
Ultrasone sensoren
De ultrasone sensoren voor het opmeten van
parkeerruimte bevinden zich aan de zijkant van
de auto.