Het ontgrendelen wordt bevestigd door
tweemaal knipperen, het vergrendelen door
eenmaal knipperen.
Automatisch vergrendelen
Via iDrive:
1.
"Mijn auto"
2.
"Auto instellingen"
3.
"Portieren/sleutels"
4.
Gewenste instelling selecteren:
▷
"Automatisch vergrendelen"
Na een korte tijd wordt de auto automa‐
tisch vergrendeld als na het ontgrendelen
geen portier wordt geopend.
▷
"Vergrendelen bij wegrijden"
Na het wegrijden wordt automatisch ver‐
grendeld.
Automatisch ontgrendelen
Via iDrive:
1.
"Mijn auto"
2.
"Auto instellingen"
3.
"Portieren/sleutels"
4.
"Na einde van de rit ontgrendelen"
Na het uitschakelen van de motor door het
indrukken van de start-/stopknop wordt de
vergrendelde auto automatisch ontgrendeld.
Alarminstallatie
Algemeen
De alarminstallatie reageert bij een vergrendelde
auto op de volgende veranderingen:
▷
Onbevoegd openen van een portier, de mo‐
torkap of de achterklep.
▷
Bewegingen in het interieur.
▷
Veranderen van de hellingshoek van de auto,
bijvoorbeeld bij een poging van diefstal van
de wielen of bij het wegslepen.
Online Edition for Part no. 01405A47C81 - X/21
Openen en sluiten
▷
Onderbreking van de accuspanning.
▷
Ondeskundig gebruik van de diagnosecon‐
tactdoos.
▷
Auto vergrendelen als er een apparaat in de
diagnosecontactdoos OBD is aangesloten.
Diagnosecontactdoos OBD, zie pagina 292.
Deze veranderingen signaleert de alarminstallatie
optisch en akoestisch:
▷
Akoestisch alarm:
Afhankelijk van de wettelijke bepalingen
wordt het akoestische alarm eventueel on‐
derdrukt.
▷
Optisch alarm:
Door knipperen van de alarmlichtinstallatie en
evt. de voorlichten.
Het systeem niet wijzigen om de werking van de
alarminstallatie te garanderen.
In-/uitschakelen
De alarminstallatie wordt uit- of ingeschakeld zo‐
dra de auto met de autosleutel of via Comfort
Access wordt ontgrendeld of vergrendeld.
Portieren openen bij
ingeschakelde alarminstallatie
De alarminstallatie gaat af bij het openen van een
portier, als deze met de geïntegreerde sleutel via
het portierslot is ontgrendeld.
Alarm beëindigen, zie pagina 80.
Achterklep openen bij
ingeschakelde alarminstallatie
De achterklep kan ook bij ingeschakelde alarmin‐
stallatie worden geopend.
Met het sluiten van de achterklep wordt deze
weer vergrendeld en bewaakt, mits de portieren
vergrendeld zijn. De alarmlichtinstallatie knippert
eenmaal.
BEDIENING
79