STUURWIEL, STUURBEKRACHTIGING
1
Afstellen van het stuurwiel
Afhankelijk van de auto zijn de hoogte en
diepte van het stuurwiel verstelbaar.
Trek de hendel 1 omlaag en zet het stuur-
wiel in de gewenste stand; til de hendel weer
op om het stelmechanisme te blokkeren.
Controleer of het stuurwiel goed is vergren-
deld.
Voer, om veiligheidsredenen,
deze afstellingen uitsluitend uit
als de auto stilstaat.
(1/2)
2
4
Stuurwielverwarming
(afhankelijk van de auto)
Met deze functie wordt het stuurwiel ver-
warmd in de zones 3 en 4.
De werking van de startvergrendeling
Wanneer de temperatuur is bereikt, worden
de zones ongeveer 30 minuten verwarmd,
waarna de functie automatisch wordt uitge-
schakeld.
Schakel de functie in
Met het contact aan drukt u op de schake-
laar 2, waarna het controlelampje op de
3
schakelaar gaat branden.
Uitschakelen van de functie
- Automaat:
De functie wordt ongeveer 30 minuten na
de verwarmingsfase automatisch uitgescha-
keld. Het geïntegreerde controlelampje in de
schakelaar 2 blijft branden.
Opmerking: als de functie automatisch is
uitgeschakeld, drukt u twee keer op de scha-
kelaar 2 om deze opnieuw te activeren.
Als de schakelaar 2 niet opnieuw wordt in-
gedrukt, wordt de functie weer ingeschakeld
wanneer het contact wordt aangezet.
- Handmatig:
Als u de functie wilt uitschakelen tijdens
de verwarmingsfase, drukt u op de scha-
kelaar 2. Het controlelampje in de schake-
laar 2 dooft.
1.91