AUTOGORDELS
(2/6)
1
3
5
2
Afstellen van de autogordel
Voor juiste afstelling en plaatsing van de vei-
ligheidsgordels op alle stoelen:
– verstel de stoelen (zitpositie en rugleu-
ninghoek indien beschikbaar);
– ga goed tegen de rugleuning aan zitten;
– plaats de schouderriem 1 zo dicht mo-
gelijk bij de basis van de nek zonder dat
deze er daadwerkelijk tegenaan rust (pas
indien nodig en indien mogelijk de hoogte
van de veiligheidsgordel aan) en zorg
ervoor dat de schouderriem 1 in contact
is met de schouder;
– plaats de heupgordel 2 zo dat deze plat
op de dijen en tegen het bekken ligt.
De autogordel moet zo dicht mogelijk tegen
het lichaam zitten. Vermijd daarom te dikke
kleding, plaats geen voorwerpen onder de
gordel, enz.
Vergrendelen
Trek de band van de gordel langzaam en
rustig over u heen en druk de gesp 3 in de
sluiting 5 (controleer de vergrendeling door
aan de gesp 3 te trekken).
4
Als de gordel blokkeert, laat deze dan een
5
stuk teruggaan en rol hem opnieuw af.
Als de autogordel compleet is geblokkeerd,
trek dan langzaam, maar krachtig, aan de
gordel om deze ongeveer 3 cm naar buiten
te trekken. Laat hem zichzelf oprollen en rol
hem opnieuw af.
Als het probleem aanhoudt, moet u een
merkdealer raadplegen.
Ontgrendelen
Druk op de knop 4, de gordel wordt door het
oprolmechanisme teruggetrokken. Geleid
de gordel.
A
ß
Waarschuwingslampje autogor-
del van de bestuurder vergeten
en, afhankelijk van de auto, van de voor-
passagier
Dit verschijnt op het centrale display A wan-
neer het contact wordt ingeschakeld terwijl
de veiligheidsgordel van de bestuurder en/of
de passagier voorin (als de passagiersstoel
bezet is) niet is vastgemaakt.
Als er, afhankelijk van de auto. iemand op
de stoel zit en een van deze twee veilig-
heidsgordels niet is vastgemaakt of wordt
losgemaakt terwijl de auto harder dan circa
20 km/u rijdt, knippert het waarschuwings-
ß
lampje
en klinkt er gedurende circa
120 seconden een pieptoon.
Opmerking: een voorwerp op de zitting van
de passagiersstoel voor kan soms het waar-
schuwingslampje activeren, afhankelijk van
het voertuig.
1.23