AUTOGORDELS
(5/6)
B
13
14
12
11
15
Autogordel midden achter B
(afhankelijk van de auto)
Haal de gesp 15 uit zijn houder 16.
Rol langzaam de gordel 13 uit en klik de
gesp 15 in de zwarte grendel 14.
Klik de verschuifbare gesp 11 in de rode
sluiting 12.
Steek de gesp 15 terug in de houder 16 als
de autogordel niet wordt gebruikt.
1.26
B
11
Zorg ervoor dat de achterbank goed is
vergrendeld zodat de autogordels achter
correct werken. Zie "Achterbank: func-
ties" in hoofdstuk 3.
Controleer of de autogordels
achterin nog goed op hun
plaats zitten en goed werken
na elke verandering aan de
achterstoelen.
C
13
15
16
Uitvoering vier zitplaatsen
Deze versie heeft autogordels en hoofdsteu-
nen alleen op de achterste zijzitplaatsen.
Het label C meldt dat het verboden is
voor passagiers om op andere plekken te
zitten dan de voorziene stoelen.