TIPS VOOR HET RIJDEN, ZUINIG RIJDEN
Tips voor het rijden en ECO-
rijden
Rijgedrag
– Rijd kalm tot de motor zijn bedrijfstem-
peratuur heeft bereikt; dit is beter dan
warmdraaien bij stilstaande auto.
Auto's met 4x4 (4WD)-aandrijving
Op horizontale ondergrond, met onbe-
laste auto, is het raadzaam in de tweede
versnelling weg te rijden.
(3/5)
– Rijden met hoge snelheid stimuleert
het brandstofverbruik van het voertuig
enorm.
Voorbeelden (bij constante snelheid):
– met het verminderen van de snel-
heid van 130 km/u naar ongeveer
110 km/u kunt u tot zo'n 20% bespa-
ren op brandstof;
– met het verminderen van de snelheid
van 90 km/u naar ongeveer 80 km/u
kunt u tot zo'n 10% besparen op
brandstof.
– "Sportief" rijden kost brandstof: rijd
daarom soepel en kijk ver vooruit.
Hinder bij het rijden
Aan de bestuurderskant mogen
alleen voor de auto geschikte
matten worden gebruikt, die
moeten worden vastgezet aan de vooraf
geïnstalleerde onderdelen. Controleer
regelmatig of ze goed vastzitten. Stapel
niet meerdere matten op elkaar.
Risico van het blokkeren van de pe-
dalen.
– Laat het toerental van de motor in de
lagere versnellingen niet te ver oplopen.
Kies indien mogelijk altijd de hoogste ver-
snelling.
– Rijd bij een stoplicht kalm weg.
– Rem zo weinig mogelijk. Regel de snel-
heid van de auto met het gaspedaal door
voor een obstakel of een bocht tijdig gas
terug te nemen.
– Geef op een helling geen gas bij maar
houd het gaspedaal bij voorkeur in de-
zelfde stand.
– Bij een moderne auto is het niet nodig bij
het schakelen tweemaal te ontkoppelen
of voor het stilzetten van de motor nog
even gas te geven.
Heeft uw auto een automatische trans-
missie, rijd dan zoveel mogelijk met de
selecteurhendel in stand D.
Het thermische comfort
Het is normaal dat het brandstofverbruik
van de auto stijgt bij gebruik van de verwar-
ming (vooral wanneer de buitentemperatuur
onder nul daalt) of airconditioning.
2.27