Advertenties
CONTROLE- EN WAARSCHUWINGSLAMPJES
De aanwezigheid en de werking van de lampjes ZIJN AFHANKELIJK VAN HET LAND EN HET UITRUSTINGSNIVEAU.
A
š
Controlelampje markeringslicht
á
Controlelampje grootlicht
k
Controlelampje dimlicht
g
Controlelampje
voor
f
Controlelampje mistachterlicht
1.74
c
Controlelampje richtingaanwij-
zers links
b
Controlelampje richtingaanwij-
zers rechts
Ä
Waarschuwingslampje luchtver-
ontreiniging
Bij auto's die hiermee zijn uitgerust, gaat het
lampje branden wanneer de motor wordt
gestart en afhankelijk van de auto gaat het
lampje uit wanneer de motor wordt uitge-
schakeld nadat deze in stand-by is gezet
(raadpleeg de informatie over de functie
Stop and Start in hoofdstuk 2).
– Als het continu brandt, moet u zo snel
mogelijk een merkdealer raadplegen;
– als het knippert, moet u vaart verminde-
ren tot het knipperen ophoudt. Raadpleeg
zo spoedig mogelijk een merkdealer.
Raadpleeg de paragraaf "Tips voor zuinig
rijden en minder luchtverontreiniging" in
hoofdstuk 2.
mistlichten
(5/6)
U
Waarschuwingslampje snel-
heidsafhankelijke stuurbekrach-
tiging
Het licht op bij het aanzetten van het contact
of het starten van de motor en dooft binnen
enkele seconden.
Het kan ook gaan branden tijdens het oplos-
sen van problemen met de accu: raadpleeg
de informatie over "Stuurwiel, stuurbekrach-
tiging" in hoofdstuk 1.
Als het tijdens het rijden oplicht samen met
®
het waarschuwingslampje
op een storing in het systeem.
Roep de hulp in van een merkdealer.
Waarschuwingslampje roetfilter
Raadpleeg de informatie over
"Speciale kenmerken van benzineversies"
en "Speciale kenmerken van dieselversies"
in hoofdstuk 2.
, duidt dit
Advertenties
