ACHTERBANK
(2/3)
C
Neerklappen van de stoel C
(afhankelijk van auto)
Schuif de voorstoelen voldoende naar voren.
Kantel het zitkussen C tegen de voorstoe-
len.
Neerklappen/terugzetten van de
rugleuning A of B
Ga te werk zoals hierboven werd uitgelegd.
A
B
Stoelverwarming
(afhankelijk van auto)
Enkel zitplaatsen aan de zijkanten
Contact aan:
– als u de eerste keer op de schakelaar 3
op de gewenste stoel drukt, wordt de
hoge stand van het verwarmingssysteem
geactiveerd. Beide geïntegreerde waar-
schuwingslichtjes op de schakelaar gaan
branden;
– druk een tweede keer op de schake-
laar om de verwarming in de stand laag
te zetten. Een geïntegreerd waarschu-
wingslampje gaat branden;
– druk een derde keer om de verwarming
uit te schakelen.
Het systeem regelt automatisch de tempe-
ratuur voor de stoel. Als dit is ingeschakeld,
bepaalt het systeem of de stoelverwarming
nodig is of niet.
3
Controleer de plaats en wer-
king van de autogordels ach-
terin na het kantelen van de
achterbank.
3.31