VERSNELLINGSHENDEL/HANDREM
1
3
Versnellingshendel
Inschakelen achteruitversnelling
(bij stilstaande auto)
Auto's met een handmatige versnellings-
bak: volg de tekening op de knop 1 en til de
ring omhoog tegen de knop van de versnel-
lingshendel om de achteruitversnelling te
selecteren.
Auto's met een automatische transmis-
sie: raadpleeg de paragraaf " Automatische
transmissie" in hoofdstuk 2.
De achteruitrijlichten gaan branden, zodra
de achteruitversnelling is ingeschakeld en
het contact aanstaat.
2.36
Handrem
Vrijzetten
Trek de handgreep 2 iets omhoog waarna u
de knop 3 indrukt en de handgreep omlaag
duwt.
Het controlelampje
mentenpaneel
dooft.
Indien u de handgreep niet voldoende terug
duwt, blijft op het instrumentenpaneel een
lampje branden.
2
Bij een botsing tegen de onder-
kant van de auto (bijvoorbeeld:
contact met een paaltje, een
stoeprand of ander stadsmeu-
bilair) kunt u de auto beschadigen (bij-
voorbeeld: vervorming van een as).
Om ieder risico van een ongeluk te
voorkomen, moet u uw auto door een
merkdealer laten controleren.
Vastzetten
Trek de handgreep 2
controleer of de auto goed blijft stilstaan.
Het controlelampje
mentenpaneel licht op.
—
op het instru-
naar boven en
—
op het instru-
Tijdens het rijden moet de
handrem helemaal vrij gezet
zijn (rood waarschuwings-
lampje uit), risico van overver-
hitting of beschadiging.
Bij stilstaande auto kan het
nodig zijn, afhankelijk van de
helling en de belasting van de
auto, de handrem minstens
twee extra tanden vaster zetten en een
versnelling in te schakelen (1
e
uitversnelling voor de auto's met hand-
geschakelde versnellingsbak) of stand P
voor de auto's met automatische trans-
missie.
of achter-