RUITENWISSER, SPROEIER
3
Achterruitwisser
Y
Contact aan, draai het einde van
de schakelaar 1 tot het merkteken 3 tegen-
over het symbool staat.
(4/4)
Achterruitsproeier
p
Duw met het contact aan lang
tegen de schakelaar 1 en laat vervolgens
1
los.
Als u de schakelaar lang bedient, wordt de
achterruitsproeier ingeschakeld en maakt de
achterruitwisser drie wisbewegingen, en na
enkele seconden nog een vierde.
Gebruik de ruitenwisserarm niet om de
achterklep mee te openen of te sluiten.
Voordat u iets aan de achter-
ruit doet (wassen van de auto,
ontdooien, reinigen enz.) moet
u de schakelaar 1 in ruststand
zetten.
Risico op letsel en/of schade.
De werking van een
ruitenwisserblad
Let op de staat van de ruitenwisserbla-
den. Hun levensduur hangt van u af:
– houd de bladen schoon: reinig de
bladen en de ruit regelmatig met
water en zeep;
– gebruik ze niet op een droge ruit;
– maak ze los van de ruit als ze lange
tijd niet zijn gebruikt.
Vervang ze in elk geval zodra ze de ruit
niet goed schoonvegen: ongeveer elk
jaar (lees de paragraaf "ruitenwisserbla-
den: vervangen" in hoofdstuk 5).
Voorzorgen bij het gebruik
van de wissers
– Maak, als het vriest of sneeuwt, de
achterruit schoon voordat u de ruiten-
wisser aanzet (de motor kan overver-
hitten).
– zorg dat niets de beweging van de
wisser hindert.
1.107