MULTIVIEW CAMERA (
1
2
3
Indien aanwezig in de auto, kunnen de vier
camera´s 1, 2 en 3 in de voorbumper, bui-
tenspiegels en de achterklep u helpen bij
moeilijke manoeuvres.
De camera´s sturen vier afzonderlijke beel-
den naar het scherm 4, zodat u de omge-
ving van de auto kunt bekijken.
1/6)
2
Opmerking: zorg ervoor dat de camera
niet is afgedekt (door vuil, modder, sneeuw,
enz.).
Deze functie is een extra hulpmiddel. De bestuurder moet altijd opletten en blijft
verantwoordelijk.
De bestuurder moet altijd op zijn hoede blijven voor plotselinge gebeurtenissen
tijdens het rijden: let dus altijd op of er zich bij het manoeuvreren geen kleine,
smalle obstakels (zoals een kind, dier, kinderwagen, fiets, steen, paaltje enz.) in uw blinde
hoek bevinden.
Inschakelen van het systeem
Met het contact aan kan het systeem worden
ingeschakeld:
– in de automatische modus, bij inschake-
4
len van de achteruitversnelling: het sys-
teem wordt ingeschakeld en de camera
in de achterklep biedt een beeld van de
omgeving achter de auto op het scherm 4;
– in handmatige modus, door te drukken op
5
de schakelaar 5: het systeem wordt inge-
schakeld en de camera in de voorbumper
levert een beeld van de omgeving vóór
de auto naar het scherm 4.
Opmerking: afhankelijk van de auto kunt
u sommige parameters vanaf het aanraak-
scherm 4 instellen. Raadpleeg de multime-
dia-instructies.
2.73