TIPS VOOR HET RIJDEN, ZUINIG RIJDEN
2
A
stand ECO
De ECO-modus is een functie die het brand-
stofverbruik zo laag mogelijk houdt. Deze
werkt op bepaalde stroomverbruikende sys-
temen in de auto (verwarming, airconditio-
ning, stuurbekrachtiging, enz.) en op be-
paalde rij-activiteiten (versnellen, vertragen,
schakelen, gebruik van snelheidsregelaar,
enz.).
Doordat de versnelling wordt beperkt, wordt
gezorgd voor een rijstijl die geschikt is voor
in de stad of de periferie waarbij weinig
brandstof wordt verbruikt. Als de ECO-
modus wordt gebruikt, is het
het verwarmingsniveau verandert.
2.26
Activeren van de functie
Druk op de schakelaar 3.
Het controlelampje 2
het instrumentenpaneel A of B om de in-
schakeling te bevestigen.
Tijdens het rijden kan de ECO -modus tijde-
lijk worden verlaten om de motor weer op
volle kracht te laten werken.
Druk daartoe het gaspedaal diep in.
De ECO-modus wordt weer ingeschakeld
zodra u de druk op het gaspedaal vermin-
normaal dat
dert.
(2/5)
2
B
verschijnt op
3
Uitschakelen van de functie
Druk op de schakelaar 3.
Het controlelampje 2
op het instru-
mentenpaneel gaat uit om de uitschakeling
te bevestigen.