CONTROLE- EN WAARSCHUWINGSLAMPJES
De aanwezigheid en de werking van de lampjes ZIJN AFHANKELIJK VAN HET LAND EN HET UITRUSTINGSNIVEAU.
Controlelampje ECO-modus.
Dit gaat branden wanneer de ECO-modus
wordt geactiveerd.
Raadpleeg de paragraaf "Tips voor het
rijden, zuinig rijden" in hoofdstuk 2.
'
Controlelampje werking 4-wiel-
aandrijving
Raadpleeg de paragraaf "4WD Lock wer-
king" in hoofdstuk 2.
'
Controlelampje werking 2-wiel-
aandrijving
Raadpleeg de paragraaf "2WD werking" in
hoofdstuk 2.
}
Probleem
bij
handrem
Raadpleeg de paragraaf "Handrem" in
hoofdstuk 2.
Waarschuwing bij verlies van
bandenspanning
Zie "Waarschuwing bij verlies van banden-
spanning" in hoofdstuk 2.
aantrekken
Op het display B
PassagiersAirbag ON
Zie "Kinderveiligheid: uitschake-
len/inschakelen van de passagiersairbag
voorin" in hoofdstuk 1.
¹
PassagiersAirbag OFF
Zie "Kinderveiligheid: uitschake-
len/inschakelen van de passagiersairbag
voorin" in hoofdstuk 1.
(6/6)
B
ß
Waarschuwingslampje vergeten
autogordel van de bestuurder
en, afhankelijk van de auto, van de voor-
passagier
Dit gaat branden bij het aanzetten van het
contact, en vervolgens, als de autogordel
van de bestuurder of passagier voorin (als
de stoel bezet is) niet is vastgemaakt en de
auto ongeveer 20 km/uur bereikt, knippert
het en klinkt gedurende ongeveer 2 minuten
een geluidssignaal.
N.B.: een voorwerp op de zitting van de pas-
sagiersstoel kan het waarschuwingslampje
inschakelen.
1.75