Download Print deze pagina

Renault Duster 2022 Handleiding pagina 167

Advertenties

HULP- EN CORRECTIESYSTEMEN TIJDENS HET RIJDEN
De werking van het systeem
Een opname-element in het stuurwiel regis-
treert de richting waarin de bestuurder de
auto wil laten rijden.
Andere opname-elementen in de auto regis-
treren de werkelijke verplaatsingsrichting.
Het systeem vergelijkt de door de bestuur-
der gegeven bevelen en gekozen richting
met de werkelijke verplaatsingsrichting van
de auto en corrigeert deze laatste door,
indien nodig, op bepaalde wielen te remmen
en/of het motorvermogen aan te passen. Als
het systeem in werking is, knippert het con-
trolelampje
op het instrumentenpa-
neel.
storingen
Als het systeem een storing detecteert, lich-
ten de waarschuwingslampjes
op en, afhankelijk van de auto, ver-
schijnt het bericht "Controleer ESC" op het
instrumentenpaneel. In dat geval wordt het
elektronische stabiliteitsprogramma ESC
met onderstuurcontrole en tractiecontrole
uitgeschakeld.
Raadpleeg een merkdealer als deze contro-
lelampjes op het instrumentenpaneel blijven
branden nadat het contact is uit- en aange-
zet.
Hulp bij wegrijden op een helling
Afhankelijk van de helling van de weg helpt
dit systeem de bestuurder bij het wegrijden
op een helling. Het voorkomt dat de auto
achteruit rolt, door automatisch de remmen
vast te zetten als de bestuurder het rempe-
daal loslaat om het gaspedaal te bedienen.
Werking van het systeem
Het werkt alleen als de versnellingshendel
niet in de neutrale stand staat (niet in N of P
voor een automatische transmissie) en als
de auto geheel stil staat (rempedaal inge-
drukt).
Het systeem houdt de auto ongeveer 2 se-
conden stil. Daarna komen de remmen vrij
(de auto rijdt naargelang de helling).
©
en
Wanneer het systeem een bedrijfsstoring
signaleert, licht het waarschuwingslampje
©
op en verschijnt afhankelijk van het
voertuig het bericht ‟Controleer Hill Start
Assist" op het instrumentenpaneel. Ga naar
een merkdealer.
(4/5)
Het systeem van de hulp bij het
wegrijden op een helling kan
niet in alle gevallen totaal ver-
hinderen dat de achteruit rijdt
(zeer steile helling, enz.).
De bestuurder kan altijd het rempedaal
bedienen om het achteruitrijden van de
auto te verhinderen.
De hulp bij het wegrijden op een helling
mag niet gebruikt worden om de auto
langdurig stil te houden: gebruik het
rempedaal.
Deze functie is niet bedoeld om de auto
permanent te laten stilstaan.
Gebruik indien nodig het rempedaal om
de auto te stoppen.
De bestuurder moet bijzonder voorzich-
tig rijden op een glad oppervlak of bij
weinig grip.
Gevaar van ernstige verwondingen.
2.45

Advertenties

loading