WAARSCHUWING BIJ VERLIES VAN BANDENSPANNING
Resetten van de bandenspanning starten
Het controlelampje
knippert meer-
dere seconden en blijft dan branden.
Dit betekent dat het verzoek om de referen-
tiewaarde voor de bandenspanning opnieuw
in te stellen opnieuw moet worden verzon-
den.
Systeem niet beschikbaar
Het waarschuwingslampje
enkele seconden en, afhankelijk van het
voertuig, verschijnt het bericht "Controleer
TPW" op het instrumentenpaneel.
Dit betekent dat de auto is uitgerust met een
reservewiel dat van een ander formaat is
dan de andere vier wielen en dat dit wiel op
de auto is gemonteerd.
Systeem controleren
Het controlelampje
knippert meer-
dere seconden en blijft dan branden, verge-
zeld van het oranje controlelampje
Dit wijst op een systeemfout. Raadpleeg een
merkdealer.
Corrigeren van de bandenspanning
De bandenspanning moet koud worden
gecorrigeerd (raadpleeg de sticker op de
zijkant van het bestuurdersportier).
Indien u de bandenspanning niet bij koude
banden kunt controleren, moet u de opge-
geven waarden met 0,2 tot 0,3 bar (3 PSI)
verhogen.
Verlaag nooit de spanning van een
warme band.
knippert
Elke keer dat de banden worden opgepompt
of de bandenspanning wordt gecorrigeerd,
moet de referentiewaarde voor de banden-
spanning opnieuw worden ingesteld.
Vervangen van wielen/banden
Gebruik uitsluitend uitrusting die door een
merkdealer goedgekeurd is, want anders
bestaat het risico dat het systeem te traag of
niet correct werkt. Raadpleeg de paragraaf
"Banden" in hoofdstuk 5.
©
.
(4/4)
Elke keer dat een wiel/band wordt verwis-
seld, moet de bandenspanning worden ge-
corrigeerd en moet de referentiewaarde
voor de bandenspanning worden gereset.
Reservewiel
Zodra het aanwezige reservewiel op de auto
is gemonteerd, moet de bandenspanning
worden gecorrigeerd en moet de referentie-
waarde voor de bandenspanning opnieuw
worden ingesteld.
Pompset
Gebruik uitsluitend uitrusting die door een
merkdealer goedgekeurd is, want anders
bestaat het risico dat het systeem te traag of
niet correct werkt. Raadpleeg de paragraaf
"Pompset voor de banden" in hoofdstuk 5.
Nadat de pompset voor de banden is ge-
bruikt, moet de bandenspanning worden
gecorrigeerd en moet de referentiewaarde
voor de bandenspanning opnieuw worden
ingesteld.
2.35