DE MOTOR STARTEN, STOPPEN: auto met sleutel
LPG-uitvoering
De motor start altijd op benzine.
Zolang de brandstoftank leeg is, kan
het voertuig niet starten of alleen in
LPG-modus rijden.
Gebruik van de twee brandstoffen LPG/
benzine vereist de aanwezigheid van
benzine (voor starten, hoge acceleratie,
lage temperaturen, enz.).
Wanneer het oranje waarschuwings-
M
lampje
verschijnt op het instru-
mentenpaneel en er is een pieptoon te
horen, vul de tank dan zo snel mogelijk
met brandstof.
Raadpleeg voor meer informatie
over LPG-uitvoeringen de paragraaf
"Bijzonderheden van LPG-uitvoeringen"
in hoofdstuk 2.
2.4
(2/4)
Zet nooit het contact uit voor-
dat de auto compleet stilstaat.
Door het stilzetten van de
motor is er geen bekrachtiging
meer van Als de motor niet meer draait,
zijn er geen stuur- en rembekrachtiging
meer. Ook werken veiligheidsvoorzienin-
gen, zoals airbags en gordelspanners,
niet meer.
Parkeer de auto niet of blijf niet
met draaiende motor staan op
een plaats waar de uitlaat zich
boven brandbaar materiaal
bevindt. Onder ongunstige omstandig-
heden (droogte, harde wind) kan brand
ontstaan als de hete uitlaat in contact
komt met gras of bladeren.
Verantwoordelijkheid van de
bestuur- der
Laat nooit, zelfs niet eventjes,
een kind, een afhankelijke vol-
wassene of een dier in de auto achter als
u deze verlaat.
Ze kunnen zichzelf of anderen in gevaar
brengen door bijvoorbeeld de motor te
starten, organen te bedienen zoals bij-
voorbeeld de ruitbediening, of de portie-
ren te vergrendelen.
Bovendien kan bij warm en/of zonnig
weer de temperatuur in het interieur heel
erg snel oplopen.
Zet het contact nooit uit voordat de
auto compleet stilstaat. Door het stil-
zetten van de motor is er geen bekrach-
tiging meer van: remmen, stuurinrichting
enz. en autogordels en aanvullende vei-
ligheidsvoorzieningen.
Als de sleutel uit het contactslot is ge-
haald, wordt de stuurinrichting geblok-
keerd door het stuurslot.
LEVENSGEVAAR OF GEVAAR VAN
ERNSTIG LETSEL.