BRANDSTOFTANK
(3/6)
Tanken van brandstof
Wanneer het contact uit is, drukt u met het
vulpistool de klep open en steekt u deze zo
ver mogelijk naar binnen voordat u met
tanken begint (spatgevaar).
Houd tijdens het tanken het vulpistool in
deze stand tot u klaar bent met tanken.
Na het eerste automatische afslaan aan
het eind van het tanken, mag u nog maxi-
maal twee keer verder bijvullen zodat er nog
ruimte voor het uitzetten van de brandstof
blijft.
Let op dat bij het tanken geen water bij de
brandstof komt. De klep en de omgeving
ervan moeten schoon blijven.
Plaats na het vullen de dop 1 terug zodat er
geen water of vuil in het systeem terecht-
komt.
1.110
Benzinemotor
Schade die ontstaan is als gevolg van het
tanken van loodhoudende benzine wordt
niet door de fabrieksgarantie gedekt.
Om te voorkomen dat er abusievelijk lood-
houdende benzine wordt getankt, heeft de
vulhals een nauwe doorlaat met een veilig-
heidssysteem waarin alleen een vulpistool
met ongelode benzine past.
Aanhoudende stank
van brandstof
In geval van een aanhoudende
stank van brandstof, moet u:
– onmiddellijk stoppen, rekening hou-
dend met het overige verkeer en het
contact uitzetten;
– – de alarmknipperlichten aanzetten
en alle passagiers laten uitstappen
en ze op veilige afstand van de auto
houden;
– roep de hulp in van een merkdealer.