PORTIEREN EN ACHTERKLEP VERGRENDELEN, ONTGRENDELEN
2
Gebruik van de sleutel die in de
kaart is ingebouwd
Steek de sleutel 2 in het slot 3 en vergren-
del of ontgrendel het linkervoorportier.
Zodra u zich in de auto bevindt, steekt u de
geïntegreerde sleutel terug in de uitsparing
van de kaart.
3
Auto's met sleutel,
afstandsbediening
Gebruik van de sleutel
Steek de sleutel 4 in het slot 3 en vergrendel
of ontgrendel het linkervoorportier.
(2/3)
4
3
Schakelaar voor het
vergrendelen/ontgrendelen van
de portieren van binnenuit
Afhankelijk van de auto, worden de vier por-
tieren en de achterklep tegelijk vergrendeld
of ontgrendeld. Vergrendel of ontgrendel de
portieren door op de schakelaar 5 te druk-
ken.
Een voorportier dat openstaat kan niet
worden vergrendeld.
5
1.13