Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Hoorn En Haak; Toetsenbordbediening; Functietoetsen (F1 - F12) - Mitel 5550 Gebruikershandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

DOORGES.
Doorgeschakelde gesprekken die een toestel bellen
GESPREK-
worden weergegeven. Onbeantwoorde gesprekken
KEN
volgen en ophalen.
VOICE-
Hiermee schakelt u een hernieuwde oproep door naar
MAIL
de voicemailbox van het desbetreffende toestel.
LOGBOEK
Er verschijnt informatie uit het logboek voor
NOODOPROEPEN
noodoproepen.
BERICHT
Er verschijnen functietoetsen voor het instellen of
wissen van de Bericht wacht-indicator op het gebelde
toestel.
EXTERNE
Hiermee start u een opgegeven externe toepassing.
TOEPASS.
TONEN
Hiermee verzendt u achtereenvolgens gekozen cijfers
als tonen (bij het bellen van voicemailsystemen).
STATUS
Er verschijnt informatie over het trunkgebruik
TRUNK
(externe lijn).
NIET
Hiermee kunt u een niet-toegewezen (of 'lege') toets
TOEGE-
naar eigen behoefte programmeren.
WEZEN
Opmerking: sommige functies in de bovenstaande lijst zijn
standaard geprogrammeerd; andere functies zijn optioneel en niet
altijd terug te vinden op uw aangepaste toetsen. Zie voor informatie
over het programmeren van het toetsenblok de sectie Aangepaste
toetsen programmeren op pagina 42.

Hoorn en haak

De 5550 IP Console is voorzien van een hoorn met haak. U kunt de
helling van het basisstation aanpassen en deze losmaken van (of
vastmaken aan) het toetsenblok van de console.
U kunt ook een door Mitel goedgekeurde koptelefoon aansluiten op
de console.
Zie pagina 9 voor meer informatie over het gebruik van de hoorn of
koptelefoon.

Toetsenbordbediening

Gebruik het toetsenbord van de computer om items op te zoeken in
de telefoonlijst, notities te maken op het memoblok of bulletinboard,
of om functietoetsopdrachten uit te voeren.
Functietoetsen (F1 – F12)
De functietoetsen staan voor de functietoetsen F1 t/m F12 op het
toetsenbord van de computer. Deze toetsen gebruikt u voor de
opdrachten die in het functietoetsgebied op het scherm worden
weergegeven. De opdrachten zijn niet vast toegewezen aan een
bepaalde functietoets, maar veranderen met de status van het
gesprek dat u aan het afhandelen bent of met de functie die u gebruikt.
Wanneer u bijvoorbeeld een bezet toestel belt, kunt u met de toets
F4 aangeven dat de gebruiker moet terugbellen. Op een ander
moment kan met diezelfde F4-toets een conference call worden
opgezet.
Aan de slag
7

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave